Column Amar K. Soekhlal – Aflevering 24: Its the culture stupid – Doksá moeheid

Amar SoekhlalDe Brexit met “take back control”, de overwinning van Trump met “America first”, het hoge aantal zetels in de peilingen voor de PVV  met “ons Nederland” en het spook van het populisme in heel Europa hebben één ding gemeen: het gevoel van verlies van de culturele identiteit ( gewoontes en tradities). De tsunami van vluchtelingen – let wel ze gebruiken vaak woorden, die afkomstig zijn van grote natuurrampen en met name woorden die te maken hebben met water. U verzuipt letterlijk door de vluchtelingenstroom. Als je ook kijkt naar de namen van huidige politieke partijen dan zie je ook een bepaalde lijn, namelijk uitsluiting. Wakker Nederland, Voor Nederland, Ik hou van Holland. Statutair zal het allemaal wel kloppen, maar ik kan niet ontkennen dat er een gevoel van uitsluiting mij wel bekruipt. Je zou bijna kunnen spreken van uitsluiting van allochtonen. Hoewel het woord allochtoon in de ban is gedaan, zal ik het blijven gebruiken. Of laat mij die allochtone mensen een naam, een gezicht en een persoonlijkheid geven. Mijn vrienden: Ranjit, Faisel, Robby, Delano, Banwarie en Anoep voelen zich uitgesloten door de bovengenoemde politieke partijen.

Inmiddels is ook duidelijk geworden dat niet alleen de Tokkies uit de achterstandswijken, die in de bijstand zitten, op deze partijen stemmen maar ook mensen, die twee keer modaal verdienen, een HBO – plus- opleiding hebben en in een Vinexwijk in een “twee onder een-kap woning” wonen. Ook bij hen is er een gevoel van verlies van culturele identiteit en geborgenheid. De – hele bijna gewelddadige heisa – rondom Zwarte Piet is een duidelijke uiting ervan. Ik vind Zwarte Piet gewoon een racistische stereotype. Punt uit.

Ik zal u een geheim verklappen: “Ik ben het eens met die lui”. Althans als het gaat om de culturele identiteit. Een goede maar niet eenvoudige oefening in empathie: ik probeer me voor te stellen hoe de Nederlanders naar hun land en omgeving kijken. In je eigen wijk herken je haast niemand meer. De taal, de mensen, de omgangsvormen, religieuze beleving, klederdracht, eetgewoontes, alles is compleet anders. Op de televisie  zie je de komst van vele vluchtelingen, die opgevangen moeten worden in jou land. Dat unheimische gevoel kan ik heel goed begrijpen. En niet alleen ik. Ik raad u aan om eens te luisteren naar het onvolprezen programma ‘Man ki bát” van Vahon Radio. Daar schuwen ze rauwe woorden niet hoor. De bellers moeten niets hebben van immigratie van duizenden vluchtelingen. Maar hoe zit het met mijn claim op mijn culturele identiteit?  Mag ik daar ook aanspraak op maken, net als mij held uit de  Mahabharat Karan, de koning van Anga, de huidige Bihar? (Zou hij familie van ons zijn?). De schrijver Stephan Sanders zei eens: “Vergeet dat ik anders ben, vergeet nooit dat ik anders ben”. En dat anders zijn, en dus ook Nederlander, maakt dat mijn claim ook gerechtvaardigd is. Want ook voor mij geldt: wie ben ik, waar sta ik, waar kom ik vandaan, waar hoor ik bij en waar ga ik naar toe?

En dan die doksá- moeheid. Ik ben geen doksá – liefhebber. En daarom had ik het de afgelopen feestdagen heel moeilijk. Ik liep op de Paul Krugerlaan en ik kwam een vriend tegen die mij spontaan verwees naar een winkel, waar ze verse doksá verkochten. En dat terwijl ik op zoek was naar amsoi. Op de sportschool zei een kennis, dat hij grote doksá’s uit Frankrijk heeft gehaald. Mocht ik belangstelling hebben dan moet ik maar langskomen. Ook vroeg hij aan mij om dit bericht door te “forwarden”. Bij het afscheid nemen wenste hij mij fijne kerstdagen toe met de woorden: “Dokswá mooi se chauwkiye”. Mijn maussi had speciaal voor mij doksá klaargemaakt. Ik was na jaren weer een keer bij haar op bezoek. Op de terugweg reed ik langs een goede vriend in Hoofddorp. Na een zeer warm welkom, werd de tafel gedekt. U mag één keer raden?