Column Naushad A. Boedhoe – Aflevering 2: Kiezen op 15 maart

Reacties zijn gesloten

Op 15 maart a.s. zijn er weer verkiezingen voor de Tweede Kamer.  Er nemen 31 partijen hieraan deel. Dat geeft een vrij onoverzichtelijk beeld van het politieke landschap en dat maakt het ook moeilijk om tot een weloverwogen keuze te komen. Haast niemand leest het gehele programma van één politieke partij, laat staan van meerdere politieke partijen. Vergelijken van totale programma’s is ook ondoenlijk. Gelukkig zijn er flyers, debatten, nieuwsprogramma’s, stemwijzers e.d. waardoor er nog enig overzicht ontstaat. Maar niet alleen op inhoud is het moeilijk kiezen.

Vertrouwen in politieke leiders of politici speelt ook een rol. Zo van “je hebt dat wel in je programma staan, maar in welke mate kan ik erop vertrouwen dat jij het ook gaat uitvoeren”.  Een derde factor kan zijn dat de keuze wordt bepaald door onvrede over de politiek. Dan kiest men op een partij die deze onvrede het beste tot uitdrukking brengt (proteststem) of men blijft thuis (“het heeft geen zin om te gaan stemmen, ze luisteren toch niet naar ons”).

Je kunt dus kiezen met je hoofd, dus op inhoud, maar niet alles laat zich goed beredeneren en in cijfers uitdrukken. Je kan ook kiezen met je hart d.w.z. op het vertrouwen en het gevoel dat je hebt bij een politieke partij of een bepaalde politicus. Kiezen met het hart of het hoofd is een keuze vanuit het positieve. Je kan ook kiezen vanuit het negatieve, op basis van onvrede. Dan kies je vanuit je onderbuik.

De geschiedenis heeft geleerd dat kiezen vanuit je onderbuik tot zeer ongewenste resultaten kunnen leiden, ook voor de kiezers die dit hebben gedaan. Partijen die op onvrede zijn gestoeld, kunnen vaak goed problemen benoemen, maar hebben geen echte oplossingen. En als zij oplossingen hebben, dan maken zij meer kapot dan dat zij opbouwen.  Ook thuisblijven uit onvrede kan nare gevolgen hebben. Een goed recent voorbeeld is de Brexit. Meer dan 60% van de jongeren in het Verenigd Koninkrijk is niet gaan stemmen. De meerderheid van degenen die wel zijn gaan stemmen, hebben gestemd voor Brexit. Jongeren zijn vervolgens massaal de straat opgegaan om te protesteren tegen de Brexit. Maar dat is dan wel te laat. Sommigen hebben uit onvrede voor Brexit gestemd, maar zeggen achteraf daarvan spijt te hebben. Zij hebben zich de consequentie van hun keuze niet gerealiseerd. Een ander voorbeeld is de verkiezing van Donald Trump. Veel kiezers voor Trump wisten niet dat hun ziektekostenvergoeding te danken is aan Obamacare die Trump wil afschaffen.

Vaak hoor je mensen zeggen dat politieke partijen niet doen wat ze beloven. Dat is waar, maar te verklaren. In onze Nederlandse politieke werkelijkheid is altijd een coalitie van twee of meer partijen nodig voor een regering. Het coalitieakkoord is altijd een compromis tussen deze partijen. Sommige programmapunten van de partij staan wel in het coalitieakkoord, andere niet. Er staan sommige dingen erin die je als politieke partij in de campagne juist hebt bestreden. Iedereen weet dit en toch worden politieke partijen verweten dat zij niet doen wat zij beloven.  Het is zelfs veel sterker. In de campagne voor de verkiezingen van 2013 benadrukte Diederik Samsom (PvdA)  vele malen dat hij zou proberen om zoveel mogelijk  van het PvdA-programma te realiseren, maar dat hij niets beloofde. Dat noemde hij het eerlijke verhaal. Toch treft de PvdA het verwijt dat zij niet heeft gedaan wat zij heeft beloofd.

Ter gelegenheid van zijn afscheid als burgemeester van Den Haag stond er een groot interview in de Volkskrant met Jozias van Aartsen (VVD). Op de vraag of hij een voorbeeldige politicus kon noemen, noemde hij Diederik Samsom met als reden dat Samsom het eerlijke verhaal had verteld.

De kiezer is ook wispelturig. Vier jaar geleden zat het land in een diepe economische crisis. Er was sprake van grote werkloosheid, de huizenmarkt was ingestort met als gevolg dat veel huizen “onder water” stonden, de kosten van zorg werd onbetaalbaar enz. Iedereen vond dat bestrijding van de economische crisis prioriteit nummer één was.  We zitten nu in een situatie waarin de werkloosheid aanzienlijk is gedaald, de huizenmarkt is hersteld, de rijksbegroting op orde is, de zorg op veel punten al hervormd is enz. Je kunt vaststellen dat het kabinet, mede door de gunstige internationale ontwikkeling, erin is gelaagd orde op zaken te stellen. Toch kan dit de kiezer kennelijk niet bekoren, want VVD en vooral de PvdA moeten het in de peilingen ontgelden.

Politieke stabiliteit is voor een evenwichtige ontwikkeling van het land onontbeerlijk. Dat wordt bereikt door de middenpartijen, omdat zij een realistischer beeld geven van de mogelijkheden. Als 50Plus en SP de pensioengerechtigde leeftijd en de AOW-leeftijd voor iedereen willen terugbrengen naar 65 jaar, dan weet je op voorhand dat dit onbetaalbaar is. Zeker als je tegelijkertijd wilt dat de eigen bijdrage van € 385 voor de gezondheidszorg wordt afgeschaft. Wij worden allemaal ouder en dan is het niet meer dan reëel dat de leeftijd waarop je met pensioen gaat en AOW krijgt hoger wordt. Bepaalde zware beroepen, zoals de bouw en de zorg, kunnen hiervan worden uitgezonderd.

Politieke partijen moeten soms ook erkennen dat zij in het verleden bepaalde beslissingen hebben genomen die bij nader inzien niet goed zijn geweest. De PvdA bijvoorbeeld mag best zeggen dat de kabinetten-Kok (PvdA, VVD en D66) te ver zijn doorgeschoten met privatisering en marktwerking.  Het CDA kan zeggen dat het kabinet-Balkenende (CDA, VVD en PVV) een kaalslag heeft gepleegd op Defensie en een eigen bijdrage van € 250 in de gezondheidsorg heeft ingevoerd. De VVD mag spijt betuigen voor haar stellige uitlatingen dat er geen cent naar Griekenland zal gaan en dat Griekenland alle leningen zal terugbetalen. Zo kun je voor elke politieke partij voorbeelden bedenken. Dit hoort bij een eerlijk verhaal en dus de geloofwaardigheid van politieke partijen.

Je hebt ook kiezers die strategisch willen stemmen. Je stemt op partij A om partij B buiten de deur te houden. In de praktijk blijkt dit niet te werken. Zo speelt bij de komende verkiezingen bij een deel van het electoraat de overweging om VVD te stemmen om de PVV niet de grootste partij te laten worden. Op dit punt citeer ik graag Sheila Sitalsing uit de Volkskrant van 13 februari jl. Zij schrijft: “Dan was het bericht dat veel D66-, Groen Links-, en CDA-stemmers overwegen op Mark Rutte te stemmen om Geert Wilders te dwarsbomen. Het is het stomste wat iemand die geen Wilders wil, kan doen. Een dergelijke stem vergroot enkel de kans op een verbond van VVD, PVV, 50Plus en SGP of ander grut in de Trêveszaal.

Elke kiezer bepaalt natuurlijk zelf wat hij/zij kiest. Ik denk dat een verantwoorde keuze is gestoeld op een combinatie van hoofd en hart. Een keuze vanuit de onderbuik (proteststem of thuisblijven) heeft zelden goed gewerkt.