Pravini Baboeram: Wij zijn nooit braaf geweest – waarom het stereotype over Hindostanen niet klopt

Reacties zijn gesloten

Logo IHM2016website“Nu is het vrij zeker dat het eergevoel over het algemeen zoo weinig ontwikkeld is bij den neger en koelie dat gevangenisstraf door hen beschouwd wordt als één der zaken die een mensch in den loop van zijn leven af en toe overkomen. Schande kennen zij niet. Daarom moeten de koelies op de plantages gebruikt worden als trekdieren.”  Rechtercommissaris van Paramaribo J. Kalff schreef dit in de periode van contractarbeid over Hindostaanse contractarbeiders. Het weerspiegelt de dehumanisering van onze voorouders door de Nederlandse kolonisator. Die vond dat Hindostanen goed te beheersen waren, ze maakten geen problemen. “Over het algemeen zijn de koelies een goed en handelbaar volk; zij zijn gemakkelijk ten goede te leiden. Er zijn zeer vele goede, onnoozele lieden onder hen,” aldus Agent-Generaal Cateau van Roosevelt in 1876. 140 jaar later blijkt in 2016 dat dit superioriteitsdenken nooit is weggegaan. Dat werd pijnlijk duidelijk in de VPRO uitzending “De Hokjesman”, waarin de stereotype beelden over Hindostanen moeiteloos worden opgehaald.

De Hokjesman: “De bakra waardeert de hoge mate van beleefdheid, zeker wanneer er gevoeligheden mee worden vermeden. (…) En ten laatste, zeer cruciaal voor de inheemse Nederlander, hij heeft nauwelijks last van de Hindostaan.”

Bewoner in de buurt van Sewa Dhaam mandir: “Ik heb nooit last, wij hebben geen last, ik krijg lekkere roti. Het zijn nette mensen, netjes gekleed, gedragen zich netjes, je hebt nooit rotzooi.”

Hindostaanse jongere: “Hindostanen liggen wel goed, dat weet ik wel.”

De Hokjesman: “Gemiddeld goed in de waarderingsmeter. Want daar heb je weinig last van, werken hard.”

Hindostaanse jongere: “Precies, hoog opgeleid.”

De Hokjesman: “En heel belangrijk stereotype, ik hoor het niet van jullie komen, maar ik gooi hem er even in, braaf. Jullie worden gezien als braaf.”

Het is een beeld dat veel gekoloniseerde Hindostanen met trots uitdragen. Haagse Hindostanen worden twee keer zo vaak afgewezen voor een baan als een witte Hagenaar met gelijkwaardige opleiding en werkervaring, maar wij zeggen er niets van, want we werken hard en willen geen problemen maken. De 17-jarige ongewapende Rishi Chandrikasing wordt vermoord door de politie en de agent die hem heeft doodgeschoten wordt vrijgesproken, maar wij zeggen er niets van, want we willen niemand tot last zijn. Holi wordt cultureel gekaapt door het naar de zomer te verplaatsen vanwege het weer en volledig ontdaan van de belangrijkste spirituele elementen, maar wij zijn blij dat witte mensen Holi eindelijk hebben ontdekt en danken hen voor de belediging.

Maar zijn we daadwerkelijk zo onderdanig als we denken of is ons dit zelfbeeld aangeleerd? In diezelfde archieven waarin de kolonisator zijn tevredenheid over de onderdanige Hindostanen uit, is namelijk ook te lezen dat er 40 opstanden hebben plaats gevonden in de periode van 50 jaar contractarbeid. Dat betekent dat onze voorouders onophoudelijk hebben gestreden tegen een systeem van onderdrukking en uitbuiting. Sommigen deden dat door te vluchten, zoals de arbeiders Purang, Mathura en Binda. Anderen deden dat door te staken en weigerden te werken totdat de arbeids- en leefomstandigheden werden verbeterd, zoals Hurgobind 192B, Sewraj 186B, Mohabeer 36B, Alibux 32B, Beedary 52B en Hurrydas 230B. De opstanden zijn voorbeelden van georganiseerd verzet door leiders als Ramjanee en Tetary. Zo zijn er nog veel meer namen en voorbeelden terug te lezen in de archieven die ons enorm zouden empoweren, maar die ons in de geschiedenisboeken worden onthouden.

Ons zelfbeeld is gebaseerd op het ideaalbeeld dat de Nederlandse kolonisator van ons had en niet op de moed en strijdvaardigheid van onze voorouders. Dat dit ideaalbeeld van de kolonisator vandaag de dag nog overheerst, laat zien dat een deel van onze geest nog steeds gekoloniseerd is. Want wat zou het met ons doen als we wisten dat Hindostanen helemaal niet zo onderdanig en braaf waren als de kolonisator had gewild. Wat zou dit betekenen voor de houding van Hindostanen tegenover onrechtvaardigheid van nu? Zouden wij dan nog steeds zo trots zijn op het feit dat we niks van ons laten horen in het maatschappelijk debat? Of zouden wij actie eisen tegen racisme op de arbeidsmarkt? Zouden wij massaal demonstreren na de vrijspraak van de agent die Rishi doodschoot? Zouden wij het Holi Fusion Festival boycotten en respect eisen voor ons cultureel erfgoed? Dit zou natuurlijk “problemen” betekenen en dat wil Nederland niet. Dus wordt de onwetendheid over de eigen geschiedenis in stand gehouden door zo min mogelijk informatie over strijdvaardige Hindostanen in het onderwijs op te nemen.

Daarom heeft het Sarnámihuis sinds vorig jaar Indian History Month opgezet, een initiatief dat gedurende de hele maand juni Hindostaanse geschiedenis centraal stelt. Om onze geschiedenis te leren kennen door de ogen van onze voorouders staat Indian History Month dit jaar in het teken van de periode van Hindostaanse contractarbeid. Elke dag zal het Sarnámihuis op de facebookpagina feiten en verhalen posten uit de periode van contractarbeid die ons inzicht geven in hoe onze voorouders die periode hebben beleefd. Alleen als we de geschiedenis leren kennen door hun ogen, zullen we een zelfbeeld ontwikkelen dat recht doet aan onze wortels.

Meer informatie