Posts Indian History Month 2021

Dinsdag 1 juni 2021: Redaktioneel – Waarom dit blad?

Op 1 september 1980 ( 1e jaargang, #1) verscheen de eerste editie van ASHANTI, het blad voor en door Surinaamse Vrouwen. “Waarom willen wij hen bereiken?” vragen zij in de introductie van de krant, waarna het antwoord volgt: “We vinden dat Surinaamse vrouwen nog te weinig kans krijgen om hun stem te laten horen. Hierin moet verandering komen. Met ASHANTI willen wij datgene wat bij Surinaamse vrouwen leeft bespreekbaar maken. Dit betekent dat ook jij als vrouw door middel van dit blad je kritisch geluid kan laten horen.”

Dit kritische geluid kenmerkt de inhoud van ASHANTI, een initiatief gedreven door Surinaamse vrouwen, waarvan de harde kern bestond uit Hindostaanse vrouwen. Ze kiezen niet voor niets de naam ASHANTI, dat “onvrede” betekent om hun onvrede over de positie van vrouwen in de maatschappij te uiten. Zonder subsidie of journalistieke ervaring, maar met een sterk politiek bewustzijn en een drive om bij te dragen aan de emancipatie van Surinaamse vrouwen. De krant is een archief van de tijdsgeest van de Surinaamse vrouwenbeweging in de jaren ’80. Seksuele bevrijding, internationale solidariteit en anti-imperialisme stonden toen centraal. Maar als je de artikelen van ASHANTI leest, zal je opvallen dat veel discussies van toen nog even relevant zijn vandaag de dag. Daarmee biedt ASHANTI belangrijke lessen en inzichten voor de generatie van nu. In deze editie van Indian History Month vieren we dan ook de bijdrage van ASHANTI aan de vrouwenbeweging voor rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid. Laat je inspireren door de inzichten, analyses en het commentaar van #ASHANTI!

Woensdag 2 juni 2021: Artikel – Huishoudelijk werk: geen werk?          

Huishoudelijk werk: geen werk? Met deze kop stelt ASHANTI het beeld van de huisvrouw ter discussie in dit artikel uit november/december 1980 (1e jaargang, #2).

“Er wordt vaak verteld dat vrouwen van nature huisvrouwen en moeders zijn. Men zegt dan: “kijk maar naar de geschiedenis, het is altijd zo geweest.” Vrouwen worden nu eenmaal zwanger en daarom blijven ze thuis, terwijl de mannen buitenshuis gaan werken. De vrouw is dus de verzorgster van man en kinderen. Men zegt daarom dat vrouwen meer aanleg hebben voor verzorgende funkties. Dit is niet juist. We worden allemaal als mens geboren en door onze opvoeding worden wij tot mannetjes en vrouwtjes gemaakt. Jongens mogen niet met poppen spelen. Meisjes die in bomen klimmen en rovertje spelen zijn geen ‘echte’ meisjes. Dus meisjes krijgen op hun verjaardag poppen, een fornuisje en een komplete pannenset. Jongens worden ‘gelukkig’ gemaakt met treintjes en pistolen.”

Met deze analyse gaf ASHANTI inzicht in het “sociaal construct” van gender. Met andere woorden, het verschil tussen man en vrouw is niet iets biologisch, maar wordt door de maatschappij gevormd. Door concrete voorbeelden als welk speelgoed kinderen krijgen illustreert ASHANTI hoe vrouwen al op jonge leeftijd in een bepaald rolpatroon worden geduwd. Daarnaast geeft ASHANTI commentaar op de waarde die wordt gehecht aan de specifieke rol die de vrouw vervolgens vervult:

“Een vrouw wordt niet betaald voor het werk dat zij binnenshuis doet. Zij krijgt geen loon, geen dankbaarheid geen promotie, want ze levert geen kant en klare produkten zoals bijvoorbeeld in een fabriek. Daarom staan we er ook niet bij stil hoeveel het huishouden van haar krachten vergt. Ze moet konstant beschikbaar zijn voor man en kinderen, maar produktie per uur is voor haar niet belangrijk. Toch moet bijvoorbeeld iedere maaltijd op tijd klaar zijn.’”

Wat vinden jullie van deze analyse van ASHANTI over het rolpatroon van de vrouw?

Donderdag 3 juni 2021: Artikel – Seks is ook politiek

“De meeste mensen denken dat politiek alleen voor mensen is die ‘geleerd’ zijn. Men denkt ook dat politiek te maken heeft met wat er in het parlement gebeurt, of met wat mensen doen die lid zijn van een politieke partij. Dit is natuurlijk waar, maar politiek heeft ook te maken met wat er in het dagelijks leven gebeurt. Zowel thuis, op school en op je werk en zelfs met wat er in bed tussen man en vrouw gebeurt.” Met deze inleiding uit de editie van november/december 1980 (1e jaargang, #2) biedt ASHANTI onder de kop “Seks is ook politiek” inzicht in machtsverhoudingen in bed.

“Laten we de passieve houding in bed, van veel vrouwen bekijken. Een heleboel vrouwen zouden het niet in hun hoofd halen om het initiatief tot een vrijage te nemen. Het is niet erg als een man initiatief tot vrijen neemt, zolang het maar geen vast gedwongen patroon wordt. Blijven we passief om het onszelf alleen maar gemakkelijk te maken? Als we alleen maar vrijen ‘omdat die man nou eenmaal wil’, is het een kwestie van ongelijke verhoudingen in bed. We vinden het heel gewoon omdat we er nooit bij stilstaan.”

Wat vinden jullie van dit perspectief op seks? In hoeverre denken jullie dat het gesprek dat ASHANTI hier aankaart nog relevant is vandaag de dag?

Vrijdag 4 juni 2021: Artikel – Kultuur en Koeltoeroe

“Als ouders met hun kinderen in een ander land gaan wonen, zijn de kinderen meestal sneller dan de ouders aan de nieuwe omstandigheden gewend. Dit geldt ook voor Surinamers in Nederland. Je krijgt in Nederland opeens met andere kultuur te maken. Je bent met je eigen Surinaamse koeltoeroe opgevoed, gevormd en volwassen geworden.” Met deze introductie kaart ASHANTI het verschil aan tussen de generatie die in Suriname is opgegroeid en de generatie van hun kinderen die in Nederland opgroeien.

“Het onderwijssysteem is hier, naar Surinaamse begrippen, veel vrijer. De kinderen hoeven niet klakkeloos alles van de onderwijzer te leren. Ze moeten veel lezen en zelf veel denken. Er wordt van hun verwacht dat ze hun eigen mening ook laten horen. Zodra ze thuis komen hebben ze weer met de gewoonten en gebruiken van hun ouders te maken. Thuis wordt er niet zo vaak naar hun mening gevraagd, ze moeten voornamelijk ‘gehoorzaam’ zijn. Zo moeten ze dus buiten, op school en thuis steeds van de ene op de andere kultuur overschakelen. Dit brengt binnen het gezin nogal wat spanning met zich mee.”

De redactie vervolgt met een verhaal van een Surinaamse moeder over haar 16-jarige dochter. “Ik vind het niet goed dat ze ’s-avonds laat thuis komt, maar als ik wat zeg dan zegt ze dat andere kinderen dat wel mogen, dan zegt ze: ‘Jij altijd met die Surinaamse dingen van je!’ Dan ga ik aan mezelf twijfelen. Ik geloof niet dat Hollandse moeders zulke problemen met hun kinderen hebben.”

Voor deze vrouwen steekt de redactie een hart onder de riem: “Natuurlijk hebben Hollandse moeders ook problemen met hun kinderen, maar als je ze niet goed kent, valt het niet zo op. Al doe je nog zo goed je best, er zullen altijd wel problemen blijven tussen ouders en kinderen, of je nou in Suriname of in Nederland woont. In Nederland hoef je je Surinaamse koeltoeroe niet te verliezen, maar het is wel goed om ook te weten hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit. Het geeft natuurlijk niet overal oplossingen voor, maar je hoeft dan niet het gevoel te hebben dat jij en je kinderen in twee verschillende werelden leven.”

Herkennen jullie deze dilemma’s? Wat zijn jullie ervaringen met kultuur en koeltoeroe?

Zaterdag 5 juni 2021: Redaktioneel – Sarnami is ook Surinaams

ASHANTI riep veel reacties op, zowel positief als negatief. Op beide soorten commentaar gaf de redactie van ASHANTI vaak antwoord. Zo ook op de kritiek dat ASHANTI een blad zou zijn voor alleen Hindostaanse vrouwen. In de editie van januari/februari 1981 (1e jaargang, #3) biedt de redactie antwoord:

“Van veel mensen kregen we te horen dat Ashanti een blad voor Hindustaanse vrouwen zou zijn, omdat het een hindustaanse naam heeft. Dit is natuurlijk niet waar. Het is wel zo, dat we bewust hebben gekozen voor een Sarnami-naam, omdat de meeste Surinaamse bladen en verenigingen een Sranan-tongo naam hebben. We vinden dat het maar een keer afgelopen moet zijn met die “hokjesgeest” van ons. Sarnami is ook Surinaams.”

Daarmee neemt ASHANTI een krachtig standpunt in van eenheid in diversiteit. Het één hoeft het ander niet uit te sluiten, dat is het kenmerk van een multiculturele gemeenschap als die van Suriname. Wat vinden jullie van de kritiek die de redactie op de naam kreeg en hun reactie daarop?

Zondag 6 juni 2021: Ingezonden – Taalproblemen

Een vraag die in de editie van januari/februari 1981 (1e jaargang, #3) al gesteld werd, maar vandaag de dag nog steeds relevant is: hoe gaat het Nederlands onderwijs om met diversiteit in de klas? Het publiek van ASHANTI vond in de krant een platform om haar ervaringen en kritiek te delen. Zo ook deze moeder uit Assen, genaamd Sonja de Freitas, die ter discussie stelt hoe Nederlandse onderwijzers kinderen van kleur beoordelen:

“Volgens de onderwijzers hebben de niet-Nederlandse kinderen een taal-achterstand, omdat ze thuis een andere taal spreken. Op de school was er een bijeenkomst van de ouders en de onderwijzers. De diskussie ging over het bijles geven aan deze kinderen. Ik vond de diskussie niet bevredigend. Molukse, Antilliaanse en Surinaamse kinderen spreken vaak anders. Al maken ze meer taal- en stijlfouten (volgens nederlandse begrippen) het betekent niet dat ze de stof niet begrijpen. Volgens mij zouden de Nederlandse onderwijzers beter op de hoogte moeten zijn van de andere kulturen. Op die manier zouden ze beter kunnen oordelen over de prestaties van de kinderen.”

Wat vinden jullie van deze kritiek? In hoeverre herkennen jullie deze ervaring vandaag de dag?

Maandag 7 juni 2021: Ingezonden – Gedicht: Vrouwenstrijd

In de rubriek “ingezonden” plaatste ASHANTI niet alleen brieven, maar ook andere bijdragen van lezeressen die hun perspectief wilden delen. Zoals dit gedicht in de editie van januari/februari 1981 (1e jaargang, #3), geschreven door Edmée, getiteld “Vrouwenstrijd”:

“Strijden doet lijden

Dat kunnen we niet vermijden

Je raakt met je zelf in de knoop

En hoopt op de goede afloop

Je krijgt te maken met schuldgevoelens

Soms ook met minderwaardigheidsgevoelens

Verder willen angsten winnen

Je voelt je helemaal eng van binnen

Vooral voor vrouwen met een gezin

Is dit toch zo’n moeilijk begin

Ze gaan twijfelen aan hun kapaciteiten

Daardoor vergeten ze mee te doen met aktiviteiten

Die hen kunnen helpen hun onlustgevoelens kwijt te raken

Wij vrouwen moeten helaas een heel proces doormaken

Om eindelijk te komen tot het besef

Dat een vrouwenorganisatie gepaard gaat met lef”

Wat doet dit gedicht met jullie? Zijn er andere gedichten over vrouwenstrijd die jullie inspirerend vinden?

Dinsdag 8 juni 2021: Ingezonden – brief van een witte feminist

ASHANTI bood een alternatief feministisch geluid in de vrouwenbeweging, een geluid specifiek gericht op Surinaamse vrouwen. Dit viel niet altijd in goede aarde bij witte feministen, zo blijkt uit deze ingezonden brief uit de editie van januari/februari 1981 (1e jaargang, #3) geschreven door een witte vrouw genaamd Marjanne Bosboom:

“Allereerst wil ik beginnen met jullie veel succes te wensen met dit goede initiatief om een vrouwenblad voor Surinaamse vrouwen in Nederland te beginnen. Ik heb namelijk niet het idee dat jullie krantje in Suriname wordt uitgegeven of dat er aldaar propaganda voor gemaakt wordt. Daarom snap ik ook niet jullie felle reacties (zo kwam het tenminste op mij over) tenopzichte van CHIN A SEN, door jullie zo overduidelijk in hoofdletters genoemd in het artikel op de laatste pagina. Ik meende namelijk dat Ashani de intentie  heeft niet politiek gericht te zijn en desondanks toch nog zo’n artikel? Trouwens wij zitten in Nederland en niet in Suriname. Ik ben bang dat je heel gauw situaties krijgt zoals onder andere met de Molukkers, Marokkanen, Turken en anderen, die ook van hieruit de politiek in hun land willen bepalen. Het is gebleken dat zulks ten enenmale niet lukt en eigenlijk niet helemaal reëel is.”

De redactie deinsde er niet voor terug deze lezer van repliek te dienen. Haar antwoord: “Beste Marjanne, Ashanti is niet aan een politieke partij verbonden, maar dat betekent niet dat zij zich niet met politieke zaken bezighoudt. Zoals je zelf zegt kun je vrouwenemancipatie niet los zien van politiek. In tegenstelling tot wat jij schrijft vinden wij dat, als politici verkeerd omspringen met de belangen van vrouwen, de vrouwen daar hun kritiek over mogen uitspreken.”

Hoe kijken jullie aan tegen de relatie tussen Surinaamse vrouwen en witte vrouwen in de vrouwenbeweging?

Woensdag 9 juni 2021: Artikel – Homofilie

“Mensen hebben behoefte aan elkaar en willen dan ook een verhouding met elkaar. Sommige vrouwen kiezen een man, sommige mannen kiezen een vrouw. Er zijn ook vrouwen die een vrouw kiezen en mannen die een man kiezen. Als het om een verhouding tussen een man en een vrouw gaat vindt iedereen dat normaal. Zodra het om een verhouding tussen twee vrouwen of twee mannen gaat, dan kijken de mensen opeens heel vreemd.” Met deze inleiding uit de editie maart/april 1981 (1e jaargang, #4) opent ASHANTI het gesprek over homoseksualiteit in de Surinaamse gemeenschap. “Helaas zijn er nog veel mensen die denken dat homofilie iets slechts is, iets dat je moet verbergen of bestrijden. Deze gedachten zijn niet zo vreemd, want veel mensen weten niet wat homofilie is. Als je niet goed weet wat iets betekent, dan ben je ook niet bereid om het ‘gewoon’ te vinden.”

Het artikel vervolgt met twee ingezonden stukken. Het eerste stuk vertelt het verhaal van een lesbische Surinaamse vrouw, die anoniem haar verhaal wilt delen: “Ik heb nooit tegen m’n ouders gezegd dat ik lesbisch ben, maar ze vermoeden het wel. Toch blijven ze vragen wanneer ik nou eigenlijk met een jongen thuis kom. Als we soms ruzie hebben maken ze opmerkingen zo van ‘Ze gaat zeker weer schuren met die vriendinnen van d’r’. Dit geeft me erg veel verdriet want ze doen alsof lesbische vrouwen de hele dag niets anders doen dan schuren. Ik zou het aan iedereen willen vertellen maar door alle negatieve opmerkingen en grappen die gemaakt worden over homofielen, durf ik het niet aan.”

Ook plaatst ASHANTI een brief van een moeder, ook anoniem, van een homoseksuele zoon: “Het doet me geen verdriet dat mijn zoon homofiel is, maar het doet me wel pijn om te zien hoe andere mensen erop reageren. Als ik hoor hoe de meeste ‘ontwikkelde’ mensen over homo’s praten, dan vraag ik me af waar die zogenaamde ontwikkeling eigenlijk blijft. Ik ben van mening dat elk mens gerespecteerd moet worden, er moet in het leven wederkerig respect bestaan. Als ik hoor hoe sommige gelovige mensen zich over homofilie uitlaten, dan vraag ik me af wat zij onder ‘naastenliefde’ verstaan. Ik neem aan dat homofilie niet door mensen gemaakt wordt, maar dat het aangeboren is. Mijn instelling is: In liefde heb ik aan de geboorte gewerkt en dan ook in grote dankbaarheid ontvangen.”

Wat vinden jullie van deze bijdragen? In hoeverre spelen de uitdagingen die de lezeressen hier aankaarten vandaag de dag nog denken jullie?

Donderdag 10 juni 2021: Artikel – Verkiezingen

Als je de verkiezingen van 2021 hebt gevolgd, zal je met belangstelling dit artikel uit ASHANTI mei/juni 1981 (1e jaargang, #5) lezen. Veertig jaar na publicatie van dit artikel blijken de kwesties die de redactie hier agendeert nog even actueel. Zoals het gegeven dat veel grote partijen Surinamers op niet-verkiesbare plekken plaatsen: “Men wil zo sympathiek mogelijk overkomen om op 26 mei a.s. zoveel mogelijk stemmen te behalen. Ook bij Surinamers proberen de partijen stemmen te halen. We zien bijvoorbeeld bij het C.D.A. plotseling 2 Surinamers onderaan de lijst opduiken. Dit betekent dat er weinig kans bestaat dat ze in de Tweede Kamer komen. Op het eerste gezicht zou je denken dat het C.D.A. iets voor Surinamers wil doen. Dit is echter niet het geval. Het plaatsen van deze 2 figuren is alleen maar een list om zoveel mogelijk stemmen van ons Surinamers te winnen.”

De redactie vervolgt met een uitzetting van een aantal programmapunten van het C.D.A. die zij als problematisch ziet: “Ook ten aanzien van vrouwenemancipatie valt er van het C.D.A. niet veel goeds te verwachten. De vrouw mag niet over haar eigen lichaam beslissen. Abortus is nog steeds strafbaar. De vrouw krijgt 5 dagen bedenktijd opgelegd. Ook al heeft ze allang besloten dat ze een abortus wil.”

Ook uit de redactie haar bedenkingen bij de PvdA: “De PVDA wil evenals de andere politieke partijen ook graag regeren. Dat betekent dat ze met andere partijen zal moeten samenwerken. Ze zal rekening moeten houden met wat andere partijen willen. Ze zal haar eigen programma aanpassen. We kregen al een voorproefje. De PVDA nam de abortuskwestie niet als strijdpunt in haar programma, terwijl zij tegen de slechte CDA/VVD-abortuswet is.”

Naast kritiek op de grote partijen, biedt de redactie ook een analyse van de kleinere partijen: “De leden van de kleinere partijen zijn zeer aktief in de strijd tegen Racisme, Fascisme, Werkloosheid (bij Stakingen), de Woningnood en in het organiseren van Solidariteit met de mensen in Arme landen. De C.P.N. is vooral sterk in haar standpunt tegen Racisme en opkomend Fascisme in Nederland. Vooral in het bestrijden van racistische en fascistische partijen, zoals de Volksunie en de Centrumpartij. Deze beide partijen nemen in hun programma openlijk een vijandig standpunt in ten opzichte van Surinamers en andere buitenlanders. Omdat het vooral de kleine partijen zijn die hun mond open doen en ook daadwerkelijk akties ondernemen tegen een zaak als racisme, zullen Surinamers het vooral van deze partijen moeten hebben.”

Wat vinden jullie van deze analyse van ASHANTI? In hoeverre herkennen jullie de discussie die ze aankaarten in de verkiezingen van 2021?

Vrijdag 11 juni 2021: Artikel – Moederdag anders bekeken       

“Als je het goed bekijkt is moederdag gewoon een zoethoudertje,” stelt ASHANTI in het artikel uit mei/juni 1981 (1e jaargang, #5) “Moederdag anders bekeken.” De onderbouwing volgt: “Éen enkele dag per jaar weegt toch niet op tegen die 364 andere dagen waarop zij altijd klaar staat. Natuurlijk is het goed om moeder iets te geven, maar de handel maakt hier behoorlijk misbruik van. De aangeprezen moederdagkado’s worden elk jaar geweldiger en duurder. Moeder krijgt dan vaak huishoudelijke apparaten, dit kan haar wel helpen om het huishouden een beetje te verlichten, maar het is toch niet echt iets voor haarzelf.”

Op toegankelijke, maar kritische wijze biedt ASHANTI een ander perspectief op een dag dat velen als positief ervaren. Zonder af te doen aan de emotie van liefde van kinderen voor hun moeder, zet ASHANTI toch aan het denken. Door Moederdag te verbinden aan commercie (cadeaus worden duurder) en traditionele rolpatronen (huishoudelijke apparaten zijn toch niet echt iets voor haarzelf) probeert ASHANTI de lezeressen bewust te maken van de politieke agenda achter een ogenschijnlijk onschuldige feestdag. Wat vinden jullie van het betoog van ASHANTI? Hoe kijken jullie aan tegen Moederdag?

Zaterdag 12 juni 2021: Redaktioneel – Taalgebruik

ASHANTI wilde taboes doorbreken en deed dat bewust en standvastig, zo blijkt uit dit redactioneel commentaar uit de editie september/oktober 1981 (2e jaargang, #7):

“Sommige vrouwen hebben moeite met woorden als poentje en tollie in artikelen. Ashanti doet dat heel bewust omdat we vinden dat we afmoeten van schaamtegevoelens bij het uitspreken van woorden die iets aangeven over ons eigen lichaam. Je poentje is van jou en je hoeft je er niet voor te schamen. In dit nummer weliswaar geen artikel over seksualiteit (ruimtegebrek) maar we gaan gewoon door met schrijven over seksuele taboes en we blijven de ‘dingen’ bij de naam noemen.”

Wat vinden jullie van het taalgebruik van ASHANTI en hun redenering erachter?

Zondag 13 juni 2021: Artikel – ASHANTI-discussieweekend

ASHANTI verbond niet alleen vrouwen via artikelen en ingezonden brieven, maar ook via fysieke bijeenkomsten. In de krant verscheen dan een uitnodiging tot deelname en na de bijeenkomsten een verslag van de opbrengsten. Zo ook in dit artikel uit september/oktober 1981 (2e jaargang, #7), dat verslag deed van een ASHANTI-discussieweekend in oktober 1981 op Volkshogeschool Drakenburch. In het eerste deel werd de inleiding gedeeld die de deelneemsters thuis toegestuurd kregen.

“We zijn wakker, we zijn ook opgestaan. Nu moeten we ook lopen en onze koers bepalen. In één weekend kun je niet veel oplossen, maar het is al een heleboel wanneer we er met elkaar over kunnen praten. Het is de bedoeling dat: 1. we met elkaar op een rijtje zetten wat onze problemen zijn. 2. we samen kunnen kijken welke hebi’s ons door anderen worden opgelegd, waardoor we in onze emancipatie belemmerd worden. 3. we kunnen nagaan welke tradities we belangrijk vinden om te behouden. 4. we met elkaar kunnen bekijken hoe we kunnen samenwerken, waardoor we steun aan elkaar kunnen hebben en veel meer kunnen bereiken. 5. we ook kunnen kijken welke rol ASHANTI moet vervullen in onze emancipatiestrijd.”

Het artikel gaf ook een indruk van de inhoudelijke gesprekken die plaats vonden: “Racisme. Diskriminatie op straat, op het werk, bij instanties op school. Sommigen van ons hadden moeite om hierover te praten terwijl we toch allemaal hiermee gekonfronteerd worden. Tegenstellingen tussen surinaamse vrouwen van creoolse afkomst en surinaamse vrouwen van hindustaanse afkomst. Het werd duidelijk dat creoolse vrouwen over het algemeen slecht op de hoogte zijn van speciale problemen van hindustaanse vrouwen. De meesten vrouwen waren het over eens dat de scheiding tussen creoolse en hindustaanse mensen, die  door allerlei welzijnsinstellingen krampachtig gepropageerd wordt, hinderlijk is voor de emancipatie van alle surinaamse vrouwen.””

Als jullie een uitnodiging zouden krijgen voor een ASHANTI-discussieweekend, zouden jullie dan deelnemen? Welke onderwerpen zouden jullie dan willen bespreken?

Maandag 14 juni 2021: Artikel – Hoe zet je een praatgroep op?

ASHANTI bedacht verschillende manieren om Surinaamse vrouwen te ondersteunen in hun emancipatieproces. Eén manier was om hen van de inspiratie en informatie te voorzien om een praatgroep op te zetten. In dit artikel uit de editie van september/oktober 1981 (2e jaargang, #7) zetten ze uiteen wat een praatgroep is.

“In een praatgroep kun je praten over je vrouw-zijn, over je zekerheden en je onzekerheden, over leuke dingen die je meemaakt, over dingen die je moeilijk vindt om te doen, over de opvoeding van je kinderen, je kunt ervaringen uitwisselen met elkaar en je zult zien dat veel vrouwen vaak ongeveer dezelfde dingen hebben meegemaakt. Ieder op haar eigen manier. Belangrijk is dat je in een praatgroep een paar vrouwen beter leert kennen.”

De redactie zag de praatgroep als een middel om vrouwen te versterken in hun assertiviteit en zelfvertrouwen. Zo leggen ze uit: “In een praatgroep kun je ook leren praten in een groep. In deze maatschappij is goed kunnen praten en anderen kunnen overtuigen een manier om niet over je heen te laten lopen. Als je durft zeggen wat je wilt zeggen, kan je voor jezelf opkomen.”

Naast het belang van een praatgroep, geeft de redactie ook praktische tips: “Er zijn allerlei manieren om gesprekken gericht op gang te kunnen brengen. Zo kun je b.v. een kennismakingsspel doen. Voordat je begint is het erg belangrijk dat je afspreekt dat wat er in de groep wordt verteld of gezegd onderling blijft. Mensen moeten daarop kunnen vertrouwen, als er soms persoonlijke dingen worden verteld. Een voorbeeld van een kennismakingsspel dat je op de eerste bijeenkomst zou kunnen uitproberen is; elkaar interviewen. Je bedenkt vragen die je aan een andere vrouw zou willen stellen. B.v., waar heb je gewoond in Suriname, ben je getrouwd, heb je kinderen, enzv. Als je de vragen hebt bedacht ga je twee aan twee uitelkaar om elkaar de vragen te stellen. Kies het liefst iemand uit die je niet kent.”

Hebben jullie zelf wel eens deelgenomen aan een praatgroep? Wat vinden jullie van de tips van ASHANTI?

Dinsdag 15 juni 2021: Ingezonden – Ontmoetingen met hindustaanse vrouwen

ASHANTI beoogde de verdeel-en-heers erfenis van het kolonialisme te overwinnen. De impact hiervan is terug te lezen in deze ingezonden brief in de editie van september/oktober 1981 (2e jaargang, #7). Hierin deelt een niet-Hindostaanse vrouw, genaamd Eudya, hoe een weekend op Drakenburg georganiseerd door ASHANTI haar beeld van Hindostaanse vrouwen heeft beïnvloed.

Ze begint met het beeld dat zij in haar hoofd had van Hindostanen: “Behalve op bruiloften kwam ik bij hindustaanse families nooit verder dan de poort, het balkon of de galerei. Ik kreeg altijd maar te horen: ‘Ze zijn anders’. Maar hoé anders, wát anders waren ze dan? (Misschien omdat ze niet katholiek waren zoals ik?) Het leek alsof hindustaanse meisjes/vrouwen altijd met een ‘mantel van geheimzinnigheid’ bedekt waren. In de loop der jaren hadden zich bij mij allerlei feiten met allerlei fantasieën tot vooroordelen vermengd.”

De lezeres deelt vervolgens hoe dat beeld veranderde na een weekend op Drakenburg. “De jeugdige blijheid straalde van ze af en het werkte aanstekelijk. Heel wakker, heel adrem, heel praktisch. Niet die zwoele dromerige vrouwen die ik weleens in de films zag. De groepsgesprekken waren helder en er kwam veel uit. Geen struisvogels, iedereen praatte eerlijk over zichzelf en de dingen waar ze mee bezig waren. Dus geen enkele geheimzinnigheid, geen mystiek.”

De lezeres concludeert met een belangrijk inzicht dat ze meeneemt van dat weekend: “Natuurlijk zijn er ook veel verschillen, maar die kunnen we laten voor wat ze zijn als we er geen last van hebben. Want verschil is overal en het mag er zijn. Maar misschien hebben we op de belangrijkste punten in ons leven juist de onbelangrijkste verschillen.”

In hoeverre herkennen jullie het beeld dat deze lezeres had van Hindostaanse vrouwen? Wat vinden jullie van het inzicht dat zij deelt?

Woensdag 16 juni 2021: Ingezonden – Sinterklaas

“Waarom maken mensen nu plotseling een probleem van Sinterklaas?” Deze reactie was de afgelopen jaren vaak te horen in de discussie over zwarte piet. Maar dat de kritiek op zwarte piet al sinds de jaren ’80 speelde, laat deze ingezonden brief, geschreven door Helen Cronie, in de ASHANTI editie van december 1981 (2e jaargang, #8) duidelijk zien: “Het opdringerige, indoctrinerende van Sint-nicolaasliedjes die je op de radio en t.v. hoort doet pijn als zwarte moeder. Wat denk je van een regel als: ‘want al ben ik zwart als roet, ik meen het toch goed’. Betekent dat, dat zwarte mensen het eigenlijk niet goed menen?”

Naast de kritiek laat de brief ook de dilemma’s zien waar Surinaamse moeders mee worstelden: “Nu kan iedereen natuurlijk zeggen: ‘als je het zo een rot feest vindt, doe dan niet mee’. Uit het bovenstaande is echter gebleken dat, dat nauwelijks mogelijk is. Of je wilt of niet je moet wel, al is het alleen via de school. Want het kind ook verbieden om op school mee te doen, plaatst het wel in een groot isolement. En dat kun je kleine kinderen niet aan doen, zeker als ze te jong zijn om de argumentatie te volgen.”

In hoeverre waren jullie bewust van deze kritiek uit 1981? Is het dilemma van deze moeder voor jullie herkenbaar?

Donderdag 17 juni 2021: Artikel – Surinaamse vrouwen demonstreren tegen kernwapens

“Meisje, kmopo a mi tapu, mi ne go demonstreer, ik moet zaterdag mijn auto wassen.”

“Als hier een oorlog uitbreekt, zit ik in Suriname.”

“Mens, die bom valt toch, jullie kunnen het toch niet tegenhouden. Wat jullie doen is wasting time, las’ ten!”

Met deze inleiding uit de ASHANTI-editie van december 1981 (2e jaargang, #8) zet de redactie het onderwerp van kernwapens op de agenda. Het doel is om mensen op te roepen te demonstreren, zo blijkt uit het vervolg in dit artikel. “Dit zijn enkele uitspraken van onze sranansma’s bij onze oproep om mee te demonstreren op 21 november jongsleden.” De redactie vervolgt met hun reactie op dergelijke uitspraken. “Wie zegt dat er geen oorlog in Suriname gevoerd zal worden? Amerika heeft grote ekonomische belangen in Suriname en andere Latijns-Amerikaanse landen. Als die belangen op het spel komen te staan, zullen ze beslist ingrijpen met kernwapens, want die dingen maken ze niet voor niets.”

Naast deze vorm van bewustwording, doet de redactie ook een beroep op het moreel kompas van de lezer. “Is het niet verschrikkelijk dat er zoveel geld wordt uitgegeven aan wapens, terwijl tweederde deel van de wereldbevolking honger lijdt. Momenteel wordt er minstens 30 maal zoveel geld besteed aan de wapenindustrie dan aan ‘ontwikkelingshulp’ voor arme landen. Terwijl er in heel arme landen zoals India, Biafra en Bangladesh er duizenden mensen iedere dag sterven omdat ze niets te eten hebben.”

De redactie uit haar teleurstelling dat dit thema nauwelijks aandacht krijgt in de Surinaamse gemeenschap: “Treurig is het te konstateren dat progressieve Surinaamse groepen bijna geen aandacht besteden aan kernbewapening. Ze doen alsof het zover van ons bed ligt in plaats van te hameren op de noodzaak dat ook wij aktie moeten voeren tegen kernbewapening. Nergens lees je iets over kernbewapening in Surinaamse kranten, terwijl het ons evenveel aangaat. Het gaat ook om de veilige toekomst van ons en onze kinderen. Wij vinden dat wij Surinamers en Antillianen ons even hard moeten inzetten voor de strijd tegen kernwapens, omdat ze ook tegen ons gebruikt kunnen worden. Als die bom valt, valt het ook op ons. Die bom diskrimineert niet.”

Wat vinden jullie van deze oproep? Zouden jullie mee demonstreren als jullie dit lezen?

Vrijdag 18 juni 2021: Artikel – Internationale vrouwendag 8 maart

Hoewel ASHANTI zich specifiek richtte op Surinaamse vrouwen, was solidariteit en verbondenheid met andere vrouwen een belangrijk principe. Vanuit deze visie deelde ASHANTI regelmatig activiteiten en verhalen van vrouwen uit verschillende gemeenschappen. Zo ook in dit  artikel uit de editie van maart/april 1982 (2e jaargang, #10), waarin de redactie verslag doet van verschillende internationale vrouwendag vieringen in Nederland, onder andere in Nijmegen.

“In Nijmegen werd de Internationale Vrouwendag gevierd door de vrouwengroep Afu Sensie, de Turkse vrouwenvereniging T.K.D. en de vrouwengroep van de Molukse Organisatie Gerakan Pattimura. In de openingstoespraak van Afu Sensi kwam o.a. naar voren de samenwerking tussen Nederlandse en buitenlandse vrouwen(organisaties). Surinaamse en andere buitenlandse vrouwen worden maar al te vaak geconfronteerd met betutteling, leslezerij van Nederlandse vrouwen die er van uitgaan dat de buitenlandse vrouwen zielig zijn, nauwelijks geëmancipeerd of achter(lijk).”

Ook werd verslag gedaan van een viering in Den Haag: “In Den Haag stond de viering van de Internationale vrouwendag in het teken van ‘Internationale Solidariteit’. Er werd informatie gegeven over de strijd van vrouwen in Nicaragua. Surinaamse vrouwen brachten op deze dag het toneelstuk ‘En dan…ineens zoeken ze een man voor je.’ Het stuk gaat over een meisje dat van school af moet, omdat ze moet trouwen.”

Ook Suriname werd meegenomen in de verslaglegging: “In Theater Thalia werd op uitbundige wijze Internationale vrouwendag gevierd. Vrouwen werden opgeroepen tot een bundeling van krachten:

  • Bundeling van strijdbare vrouwen in vrouwenorganisaties op basis van eenheid in doelstellingen en daden.
  • Bundeling van vrouwenorganisaties met andere massa-organisaties zoals arbeiders, landbouwers en jongerenorganisaties.
  • Bundeling van krachten is noodzakelijk in de strijd voor een leefbaar Socialistisch Suriname.”

Wat valt jullie op als jullie deze verslagen lezen? In hoeverre verschillen de vieringen van toen volgens jullie met de vieringen van nu?

Zaterdag 19 juni 2021: Artikel – Vrouwen in Palestina

ASHANTI voelde zich sterk verbonden met vrouwen elders in de wereld. Daarom besloot de redactie een rubriek “ASHANTI-Internationaal” toe te voegen, waarin verhalen van andere vrouwen van kleur werden belicht. Zo ook in dit artikel uit de editie juli/augustus 1982 (2e jaargang, #12) over Palestina.

“De laatste tijd zien we de meest gruwelijke beelden en horen afschuwelijke verhalen over de toestand in Libanon. Israël is Libanon binnengevallen met de bedoeling de PLO, een overkoepelende organisatie van Palestijnse groepen, te vernietigen. Waarom Israël de PLO wil vernietigen en wat de problemen van het Palestijnse volk zijn, vertelt een vertegenwoordigster van de Palestijnse Vrouwen Unie in Nederland.”

Dergelijke artikelen hadden vaak ook een oproep tot actie om de vrouwen in deze gemeenschappen te versterken: “De Palestijnse revolutie gaat samen met de emancipatie van de Palestijnse vrouw. Als laatste willen wij u vragen om een bijdrage te geven voor de slachtoffers in Libanon. Het is de bedoeling dat het geld gaat naar een nieuwe opbouw van ziekenhuizen en weeshuizen en om nabestaanden te kunnen steunen. Wij weten dat het een druppel op de gloeiende plaat zal zijn, maar toch! Als men weet wat een ellende daar aan de gang is door Israël toegedaan dan kan men er niet mee wachten om daar iets aan te doen.”

Wat vinden jullie van deze vorm van internationale solidariteit? In hoeverre vinden jullie dat deze internationale blik nog steeds leeft onder de generatie van nu?

Zondag 20 juni 2021: Artikel – Oprukken Fascisme in ‘tolerant’ Nederland

Voor ASHANTI was vrouwenemancipatie nauw verbonden met andere maatschappelijke vraagstukken. In dit artikel uit september/oktober 1982 (3e jaargang, #13) benoemt de redactie haar zorgen over opkomend fascisme naar aanleiding van de winst van de Centrumpartij.

“Sinds de 2e W.O. is het voor het eerst dat er weer een fascist, de politicoloog drs. H. Janmaat, via de 2e kamerverkiezingen een zetel in het parlement heeft kunnen bemachtigen. Dit op basis van een openlijke racistische kampagne, die vooral gevoerd is in de grote steden waar veel buitenlanders wonen. Huis aan huis werden folders verspreid, waarin op een bedekte, maar juist daarom zo geraffineerde wijze, beschuldigingen werden geuit aan het adres van buitenlanders. Zo werden er stickers verspreid met daarop vermeld: ‘Geen dierenmishandeling, stop ritueel slachten.’ Openlijk wordt de schuld van werkloosheid en woningnood in de schoenen van niet-blanken geschoven.”

De redactie vervolgt met een analyse van de winst van de Centrumpartij. “Dat de C.P. een zetel heeft kunnen krijgen, geeft alleen maar aan, dat de politieke partijen die de afgelopen jaren aan de macht zijn geweest, gefaald hebben in het bieden van daadwerkelijke oplossingen voor problemen als werkloosheid en woningnood. In plaats van geld ter beschikking te stellen voor het scheppen van meer werkgelegenheid en het bouwen van meer huizen, worden eindeloze diskussies gevoerd over het wel of niet aanschaffen van kernwapens die alleen maar vernietigend kunnen zijn voor mensen.”

Ook analyseert de redactie welke partijen stemmen hebben verloren aan de Centrumpartij. “Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat er stemmen van de PvdA en de CPN naar de Centrumpartij kunnen gaan. Deze partijen hebben veel aanhang in de arbeidersbuurten. Ze zijn echter niet met oplossingen gekomen voor problemen als woningnood en werkloosheid. De Centrumpartij presenteert een ogenschijnlijk simpele oplossing die de PvdA niet voldoende heeft kunnen weerleggen om hun kiezers die in simpele oplossingen geloven aan zich te kunnen binden.”

Daarnaast valt het de redactie ook op dat de VVD stemmen heeft verloren aan de Centrumpartij. “Hiermee is ook duidelijker geworden dat de aanhang van de Centrumpartij niet alleen in de oude wijken zit, maar ook bij de kapitaalkrachtigen. De meest rechtse elementen uit de VVD zijn naar de Centrumpartij gegaan.”

De redactie concludeert met een oproep tot actie. “We roepen daarom ook op om in je vrouwengroep te praten erover, sluit je aan bij het anti-fascisme komité in je eigen woonplaats, en wees op je hoede.”

Wat vinden jullie van de analyse van ASHANTI? In hoeverre hebben jullie het idee dat die analyse ook van toepassing is op het heden?

Maandag 21 juni 2021: Artikel – Oprichting Vrouwencollectief Ashanti

De redactie van ASHANTI zag de krant niet alleen als een middel om vrouwen te informeren, maar vooral ook te mobiliseren. In de editie van november/december 1982 (3e jaargang, #2) introduceert de redactie de oprichting van het Vrouwenkollektief Ashanti, een onafhankelijke vrouwenorganisatie die strijdt voor de belangen en bevrijding van vrouwen van kleur. In dit artikel zetten ze uiteen wat de ideeën zijn om dit collectief vorm te geven.

“Opzetten van kursussen voor vrouwen om bewustwordingsprocessen te bevorderen. We denken hierbij aan: politieke vorming voor vrouwen, VOS (Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving) kursussen en ‘hoe zeg je wat je denkt’ (assertiviteits)kursussen. Velen van ons moeten daartoe eerst kadertrainingen volgen. Pas daarna kunnen we zelfstandig vrouwengroepen opzetten, die we op onze eigen manier kunnen invullen en zodoende onze eigen sterke en zwakke plekken ontdekken.”

Naast de praktische actiepunten, ziet het collectief ook theoretische aandachtspunten: “We kunnen gericht onze analyses maken, los van witte vrouwen en mannen. De bestaande onzekerheden, die ons vaak parten spelen, moeten we wel overwinnen. Vooral de positie van zwarte vrouwen in deze kapitalistische samenleving moet duidelijk aan de kaak gesteld worden vinden veel vrouwen.”

De actiepunten zijn gericht op een concreet programma van eisen, zo vervolgt ASHANTI: “Deze strijdpunten moeten politieke eisen zijn, waarmee we zowel onze eigen sociale en ekonomische positie kunnen veranderen als de ideeën die ermee samenhangen in deze maatschappij. Bijvoorbeeld als we meer en betaalbare kresjes eisen, betekent dit dat we de ekonomie ook aantasten. Want juist in deze krisistijd wordt er bezuinigd op bestaande voorzieningen. Kresjes worden afgebouwd of de kosten stijgen zo schrikbarend dat vrouwen die niet meer kunnen betalen. Zeker Surinaamse en andere buitenlandse vrouwen, die veelal de minst gekwalificeerde banen en daardoor ook de laagste lonen hebben.”

Wat vinden jullie van het programma van acties en eisen van ASHANTI? In hoeverre denken jullie dat deze nog steeds relevant zijn?

Dinsdag 22 juni 2021: Artikel – Handtastelijkheid

In 2017 zette #metoo de strijd tegen seksuele intimidatie internationaal op de kaart. Maar dat dit een onderwerp was waar de vrouwenbeweging zich al decennialang hard voor maakte, blijkt uit de ASHANTI-editie van maart/april 1983 (3e jaargang, #4). Onder de kop “handtastelijkheid” agendeert de redactie seksuele intimidatie door artsen.

“Er zijn vrouwen die vervelende gevallen hebben meegemaakt bij hun huisdokter of bij andere artsen. Er zijn artsen die onderzoeken doen die helemaal niet nodig zijn. Waarschijnlijk vinden ze het heerlijk om behalve een onderzoek te verrichten ook een vrouwenlichaam te zien en te betasten.” Met het aankaarten van het probleem, draagt de redactie ook mogelijke oplossingen aan. “Als er vrouwen zijn die zulke gevallen meemaken dan is het aan te raden een andere arts of specialist te nemen. Je hoeft niet bang te zijn dat je niet behandeld kan worden, want er zijn genoeg doktoren. Laat je niet vernederen door zo een man. Hij behoort zijn werk te doen en niet zijn switi op patienten te nemen.”

Daarnaast deelt de redactie een ingezonden brief van een lezeres genaamd Mildred die een ervaring deelt over een arts die haar heeft betast. “’Waarom trek je eigenlijk een beha aan? Het is niet nodig voor een meisje als jij. Je moet maar van die luchtige bloesjes aantrekken en zonder beha. Het is zonde voor je borsten, want je hebt zulke mooie borsten.’ Ik wist niet wat ik hoorde. Ik heb hem wel  een antwoord gegeven, maar vond het niet pittig genoeg. Hij was beledigd aan zijn gezicht te zien.”

In een noot deelt de redactie nog een laatste tip. “Als er vrouwen zijn die zulke gevallen hebben meegemaakt, dan kun je een klacht indienen. Als je zo een dokter zijn gang laat gaan, doet hij het ook bij andere vrouwen. Een klacht indien kan bij het medisch tuchtkollege.”

In hoeverre herkennen jullie ervaringen zoals die van Mildred? Wat vinden jullie van het advies van ASHANTI?

Woensdag 23 juni 2021: Artikel – ASHANTI bestaat 3 jaar

“Surinaamse vrouwen in beweging – ASHANTI bestaat 3 jaar” kopt het in de editie van juli/augustus 1983 (3e jaargang, #6). Naar aanleiding van hun jubileum blikt de redactie terug op de afgelopen jaren en de ontwikkelingen in de vrouwenbeweging vanuit hun perspectief.

“De groei en de bloei die de vrouwenbeweging de afgelopen jaren heeft doorgemaakt, begon vooral nadat een aantal vrouwen in 1977 het initiatief namen, om in Amsterdam de eerste landelijke vrouwendag te organiseren. Vrouwen kwamen uit alle hoeken van het land. De Brakke Grond waar die dag georganiseerd werd, was te klein om iedereen plaats te kunnen bieden. De welzijnsstichtingen organiseerden bussen. De vrouwen die de dag organiseerden zaten grotendeels in het welzijnswerk. Ze werkten bij welzijnsstichtingen en hadden door hun werk veel kontakten met Surinaamse vrouwen.”

De redactie beschrijft ook welke conflicten zij tegenkwamen in de beweging, zoals bijvoorbeeld bij het Landelijk Overleg van Surinaamse Vrouwen (LOSV). “Er werd al gauw gezegd dat er in het LOSV alleen maar creoolse vrouwen zaten, en op de dagen die door het LOSV werden georganiseerd kwamen er grotendeels creoolse vrouwen. Dus kwam er later een eigen organisatie voor hindustaanse vrouwen. Een van de eerste bijeenkomsten met een specifiek hindustaans karakter werd bijvoorbeeld georganiseerd op 15 oktober 1978 in het Haags centrum Eektah Bhavan, op verzoek van Lalla Rookh.”

Daarnaast biedt de redactie ook een analyse van de politieke ontwikkeling van de vrouwen. “Naast al die groepen die in en rond de welzijnsstichtingen waren ontstaan, groeide langzaam maar zeker de groep vrouwen die in Nederland aan universiteiten en HBO-opleidingen (meestal sociale akademies) studeerden en daar in aanraking kwamen met de ideeën zoals die in de Nederlandse vrouwenbeweging opgang deden (de feministisch-socialistische beweging, of omgekeerd, het persoonlijke is politiek seksuele onderdrukking van vrouwen, de hele lesbische kultuur). Veel van deze vrouwen funktioneerden in nederlandse praatgroepen en deden voor een belangrijk deel hun ideeën over wat vrouwenonderdrukking is, hoe je vrouwenstrijd moet voeren, wat de issues zouden moeten zijn, in de nederlandse vrouwenbeweging op. Een deel van die vrouwen bleef steken in die omgeving. Anderen voelden de noodzaak om in de eigen gemeenschap het punt van de vrouwenstrijd en vrouwenonderdrukking op te pakken. Zo werden de eerste praatgroepen van Surinaamse vrouwen opgericht. De Surinaamse vrouwenkrant Ashanti werd uiteindelijk ook een product van één zo’n praatgroep.”

De redactie deelt ook met wat voor uitdagingen ze te maken kreeg. “De artikelen die in Ashanti verschenen over seksualiteit, verhalen over wat vrouwen allemaal meemaakten, de standpunten die werden ingenomen over abortus en homofilie, vrouwen die ervoor uitkwamen dat ze ervoor kiezen om lesbies te zijn, maakten ons in de ogen van een heleboel mensen verdacht. We konden geen mannen vinden, en we zetten andere vrouwen aan tot echtscheiding en losbandigheid. En nog meer van dat soort onzin.”

Ondanks de uitdagingen heeft de Surinaamse vrouwenbeweging toch veel bewerkstelligd. Ze bieden een overzicht: “We noemen de oprichting van de toneelgroep Tjentji, die weliswaar maar heel kort heeft bestaan, maar in die tijd toch een respektabel aantal optredens heeft gehad. De oprichting van het Ashanti kollektief, van waaruit het afgelopen jaar gewerkt is aan het organiseren van een kadertraining voor vrouwen. Het opzetten van de Ashanti-ontmoetingsavond in Den Haag, het organiseren van een training voor vrouwen die assertiviteitskursussen willen begeleiden. De initiatieven in Amsterdam tot het opzetten van een centrum voor Caraïbische vrouwen. De oprichting van Ashanti-vrouwenkoor.”

In hoeverre waren jullie bekend met deze ontwikkelingen uit die tijd? Wat zou de generatie van nu volgens jullie kunnen leren van de generatie van toen?

Donderdag 24 juni 2021: Artikel – Vrouw in een mannenberoep

Eén van de belangrijkste aandachtspunten van ASHANTI was het doorbreken van rolpatronen die gelden voor mannen en vrouwen. Dit deden ze op verschillende manieren, zoals met dit artikel uit september/oktober 1983 (4e jaargang, #1). Hierin interviewt de redactie een vrouw in een mannenberoep.

De redactie begint met een uiteenzetting hoe we traditionele rolpatronen terugzien in het beroepenveld: “Er zijn allerlei taken in het gezin, sommige die automatisch door de man gedaan worden omdat het zo hoort, en taken die door vrouwen gedaan worden omdat dat vrouwenwerk is. Die scheiding tussen mannen en vrouwen kom je ook in beroepen tegen. Er wordt daarbij steeds vanuit gegaan dat mannen bijvoorbeeld technischer zijn dan vrouwen. Mannen zijn rationeel en vrouwen emotioneel. Dat verschil werkt zo door dat je bijvoorbeeld ook mannen- en vrouwenberoepen hebt. Vrouwen zie je bijvoorbeeld veel in de beroepen waar ze voor andere mensen moeten zorgen. Kijk maar naar verpleegsters, bejaardenhelpsters, sekretaresses. Dat zijn allemaal typisch vrouwenberoepen. Mannen/beroepen zijn buschauffeur, lasser, timmerman.”

Omdat dit beeld uit te dagen spreekt ASHANTI een Surinaamse vrouw, genaamd Gladys, die voor een opleiding aan de Middelbaar Technische School koos. Zij deelt haar ervaring: “Ik kwam als enig meisje op een school waar 600 jongens zaten, en dat 4 jaar lang. Ik kwam gelukkig in een leuke klas. Omdat ik gewoon met alles meedeed werd ik langzaam maar zeker geaksepteerd.” In het interview blijkt Gladys een pionier te zijn als ze het volgende deelt: “Ik moet wel zeggen dat ik erg gestimuleerd werd en geholpen, door de leraren. Misschien ook een prestige-kwestie, want ik zou het eerste meisje zijn dat op hun school zou afstuderen.” Gladys vertelt ook hoe het was om stage te lopen. “Overal waar ik kwam te werken was ik de enige vrouw. In het begin werd ik wel een beetje vreemd aangekeken, maar als de mensen je eenmaal kennen, dan doen ze gewoon. Via mijn stage bij de PTT kwam ik later ook aan een baan.”

Over haar kansen op de arbeidsmarkt, deelt Gladys het volgende: “Ik vind zelf dat in een technisch beroep het voor een vrouw veel moeilijker is om hoger op te komen. Het feit dat je een vrouw bent maakt wel uit. Vooral als je getrouwd bent. Ik geloof dat ze denken van ‘je krijgt straks toch kinderen’. Mijn baas vroeg een keer of ik karrière wilde maken. Ik zei dat iedereen na verloop van tijd wel iets anders en iets wil dat beter betaalt. Tot nu toe zijn er als er promotie-kansen in het bedrijf waren, wel mannelijke kollega’s voorgegaan. Ik heb geen vergelijkingsmateriaal. Ik ken geen andere vrouwen die dezelfde opleiding hebben.”

In hoeverre herkennen jullie de ervaring van Gladys? Denken jullie dat deze beelden over zogenaamde mannen- en vrouwenberoepen nog steeds gelden?

Vrijdag 25 juni 2021: Artikel – Surinaamse vrouwen op kapsteropleiding

Dit jaar werd de campagne #kiesmij gelanceerd om stagediscriminatie op het MBO tegen te gaan. Maar dat dit probleem al decennialang speelt blijkt uit dit artikel van ASHANTI in september/oktober 1983 (4e jaargang, #2). Hierin wordt aandacht besteed aan het project  Vrouw en Werk, waarmee vrouwen werden ondersteund die op zoek waren naar werk.

“In 1981 namen Gina Moesker en Joan Wolther, twee medewerksters aan dit projekt in die tijd, het initiatief om een groep vrouwen bij elkaar te roepen om te praten over wat er aan dit probleem gedaan kon worden. Er reageerden 10 vrouwen die na veel praten besloten dat ze graag een kappersopleiding wilden volgen. Een opleiding die erop gericht moest zijn om zwarte mensen te kappen.” In het artikel deelt Gina Moesker de uitdagingen die hiermee gepaard gingen. “We belden op naar partikuliere kappersopleidingen. Maar die waren veel te duur. Er werden bedragen genoemd van f3000,- per persoon voor zo’n opleiding. We vroegen subsidie aan, maar dat werd afgewezen. We zijn toen naar de Streekschool gestapt, maar die zeiden ronduit dat het haar van zwarte vrouwen niet geschikt is voor een kappersopleiding. De vrouwen moesten ook eerst een baan hebben bij een kapperszaak om ingeschreven te kunnen worden. Een onmogelijke eis dus.”

Uiteindelijk lukte het de vrouwen om de Christelijke Beroepsopleiding te overtuigen 6 vrouwen aan te nemen. Drie van deze vrouwen delen hun ervaringen: “We moeten alle drie een jaar langer de opleiding volgen omdat we bij geen enkele kapperszaak praktijkervaring op kunnen doen. Alle andere Nederlandse meisjes zijn geplaatst voor stage, wij niet. Nederlandse kappers zijn niet ingesteld op zwarte mensen, wordt overal gezegd. Het was echt frustrerend.”

Ondanks de uitdagingen houden de vrouwen goede moed: “Ik heb gehoord dat de regering een minderhedennota heeft geschreven, waarin ze zeggen dat er meer mogelijkheden moeten komen voor vrouwen uit Suriname met weinig opleiding. Ik hoop dat één van de mijnheren of mevrouwen die werken op de ministeries die over dit soort dingen gaan, over ons probleem leest. We wachten in elk geval niet eerst op die mijnheren en mevrouwen, maar gaan ook zelf op zoek naar mogelijkheden om verder te kunnen: de aanhoudster wint.”

Wat vinden jullie van de reacties van de opleidingen die zijn genoemd in dit artikel? In hoeverre denken jullie dat de uitdagingen waar deze vrouwen tegenaan liepen vandaag nog steeds gelden?

Zaterdag 26 juni 2021: Artikel – Vrouwenemancipatie: ook een mannenzaak?

De stem van de vrouw staat in ASHANTI centraal. Maar in de editie van januari/februari 1984 (4e jaargang, #3) maakt de redactie een uitzondering en publiceren ze een interview met een man, genaamd Harold, die de huishouding doet en wiens vrouw de kostwinner is. ASHANTI vraagt hem hoe hij dit beleeft. Hij vertelt: “Ik vind het prettig om thuis te zijn, en vind het niet erg om de huishouding te doen. Wat ik vervelend vind, is dat de omgeving (de buren en vrienden) het heel raar vindt, en zelfs medelijden met mij heeft. Dit, omdat ik als man niet buitenshuis werk. Je wordt je ervan bewust dat je maatschappelijke waarde minder wordt, wanneer je niet meer werkt.”

Hij deelt ook hoe hij bewuster werd van vrouwenemancipatie: “Mijn eerste kennismaking met vrouwenemancipatie, was het boek van Germaine Greer ‘de vrouw als eunuch’. Een boek waarin de vrouw om meer ruimte vraagt. Daarna ben ik bewuster boeken gaan lezen door feministen geschreven. Zo kreeg ik een beeld dat vrouwenemancipatie een maatschappelijk probleem is geworden.”

Als de redactie vraagt hoe Harold naar vrouwen kijkt, vertelt hij: “Een vrouw die zelf initiatieven neemt naar een man toe vind ik heel normaal. Haar persoonlijkheid komt beter uit, dan als ze alles volgens de regels zou doen. Wanneer een vrouw mij komt vragen om te dansen, vind ik het prima. Maar ik moet ook gewoon kunnen weigeren zonder dat ze zich beledigd voelt.”

Wat vinden jullie van dit interview? In hoeverre zijn jullie het eens met het perspectief dat Harold deelt?

Zondag 27 juni 2021: Artikel – Protesteer tegen Europees vreemdelingenbeleid

Hebben jullie wel eens gehoord van de Sari Squad? Deze groep van voornamelijk Hindostaanse vrouwen in Engeland streed tegen anti-immigratiebeleid in Europea. In dit artikel uit ASHANTI van mei/juni 1984 (4e jaargang, #5) wordt aandacht besteed aan hun campagne voor Afia Begum, een vrouw uit Bangladesh die na het overlijden van haar man door Europees vreemdelingenbeleid werd gedwongen Engeland te verlaten met haar baby Asma. De redactie legt uit wat er aan de hand is.

“Het recht op gezinshereniging is afhankelijk van passend werk en passende woonruimte volgens Europese normen. Getrouwde vrouwen die in het kader van gezinshereniging naar Europa, kunnen vaak niet over een zelfstandige verblijfstitel beschikken. Zij krijgen een verblijfsvergunning op titel van haar man. Gaat zij bij hem weg of komt hij te overlijden dan krijg je de grootste ellende. Haar rechten vervallen opslag.”

De redactie geeft de situatie van Afia Begum als voorbeeld. “In 1979 was ze in Bangla Desh getrouwd met een pakistaanse man die al twaalf jaar in Engeland woonde. In Dacca, de hoofdstad van Bangla Desh vroeg ze een visum aan voor Engeland, waarop ze 18 maanden moest wachten. In januari 1982 kreeg ze eindelijk toestemming om naar Engeland te gaan. In maart 1982 kwam haar man te overlijden (in Engeland) doordat er brand uitbrak in zijn woning. Aangezien haar familie al in Engeland woonde, besloot Afia toch met haar baby naar Engeland te vertrekken. Met haar visum op zak komt zij in juni 1982 aan in Londen. Van de ambtenaren krijgt ze te horen dat door de dood van haar man de omstandigheden zijn gewijzigd. Afia mag niet langer dan 2 maanden in Engeland blijven.”

Om dit aan te vechten organiseren vrouwen uit de Hindostaanse gemeenschap zich, zo vervolgt de redactie. “In augustus vorig jaar zet Sari Squad, een groep van zwarte vrouwen in Engeland, zich volledig in voor de situatie van Afia Begum. Zes vrouwen voeren aktie en worden gearresteerd op beschuldiging van ‘obstruktie en verstoring van de openbare orde’. Afia verblijft nog steeds ‘illegaal’ in Engeland zonder onderdak, uitkering of andere rechten. Sari Squad bereidde een Europese tour voor om in verschillende industrielanden dit probleem aan de kaak te stellen.”

De redactie deelt dit verhaal met duidelijk doel: oproep tot actie. “Bij de komende Europese verkiezingen zullen de verschillende Europese partijen zich opnieuw uitspreken over de noodzaak van een grotere Europese samenwerking om zodoende weerstand te kunnen bieden aan de konkurrentie van de rest van de wereld. Migranten, die als eerste het slachtoffer zijn van de ekonomiese krisis hebben geen recht zich uit te spreken over hun eigen situatie en hun eigen belangen. Daarom wordt er bij de verschillende partijen die deelnemen aan de verkiezingen er op aangedrongen de situatie van migranten serieus te nemen en voor hun belangen op te komen. Vrouwen, als je gaat stemmen, let er dan op welke partij onze belangen dient en geef daar je stem aan.”

Waren jullie bekend met deze zaak rondom Afia Begum? In hoeverre denken jullie dat het Europees vreemdelingenbeleid vandaag de dag veranderd is?

Maandag 28 juni 2021: Artikel – Sanyasi

ASHANTI bracht vrouwen uit verschillende delen van de Surinaamse gemeenschap onder de aandacht. Zo ook uit de religieuze gemeenschap. In dit artikel uit mei/juni 1984 (4e jaargang, #5) interviewen ze Mataji, de eerste vrouwelijke pandit in de Arya Samaj Nederland. In dit interview vertelt Mataji hoe ze vanuit haar betrokkenheid in de mandir haar weg vond als pandita.

“Ik groeide steeds meer in het religieuze werk. Ik leerde ook veel van de pandits die uit India kwamen om hun geloofsgenoten in Suriname te bezoeken. Ik vergezelde ze altijd op hun tochten door de distrikten. Het was op een van die tochten door de distrikten, dat de wens bij me opkwam om ook Pandit te worden. Toen ik dit bij het bestuur van de arya samaj naar voren bracht keken ze heel vreemd. Een vrouw die het werk van Pandita wilde doen, was bij hun niet opgekomen. Er was ontzettend veel kritiek. Ik heb echt moeten vechten om die erkenning te krijgen.”

Mataji deelt ook hoe ze erin slaagde pandita te worden: “Op advies van een pandit uit India ging ik naar Guyana, om een boek te zoeken waarin uitgelegd wordt dat een vrouw ook pandita kan zijn. In 1949 ging ik alleen naar Guyana en vond tot mijn grote vreugde het boek: ‘Istrioka-Veda-Adriaja-Aun-Waidiki-kama-kandh-me-adikhan’. Ik nam het mee naar Suriname en legde het voor aan de pandits daar. Ze konden er toen niet meer omheen.”

Waren jullie bekend met Mataji? Wat komt er bij jullie op als jullie haar verhaal lezen?

Dinsdag 29 juni 2021: Artikel – Werkgroep Surinamers in de vakbond

Een van de belangrijkste strategieën die ASHANTI hanteerde om vrouwenemancipatie te bevorderen was organisatie. Door krachten te bundelen wilde ASHANTI een plek aan tafel opeisen om besluitvorming die Surinaamse vrouwen zou raken te beïnvloeden. Eén van de wegen om dit te doen was de vakbond. In dit artikel uit mei/juni 1984 (4e jaargang, #5) legt de redactie uit waarom de vakbond zo belangrijk is.

“De vakbeweging is tot voor kort een van de organisaties geweest waar ook alleen witte mannen het voor het zeggen hadden. (Witte) vrouwen en zwarte mensen hadden niets in de melk te brokkelen. Wij waren ook slecht georganiseerd in de vakbonden. Velen van ons zagen het belang daarvan niet in en hielden zich er niet mee bezig. We kenden de vakbonden alleen van kranten, radio en televisie. Terwijl juist wij, vrouwen en zwarten, de meest zwakke positie op de Nederlandse arbeidsmarkt hebben. Om onze positie te verbeteren en voor onze belangen op te komen, is het heel erg belangrijk dat wij ons organiseren. En dan niet alleen lid worden van de bond, maar ook aktief helpen het beleid te beïnvloeden. Hoe meer mensen dat doen, hoe sterker we staan.”

De redactie vervolgt met een kort interview met Eleonoor Le Couvreur, een Surinaamse vrouw die actief is in de vakbeweging. Eleonoor zit in de werkgroep “Surinamers” van het Christelijk Nationaal Vakverbond en vertelt over het werk dat ze daar doet. “In november hadden wij een ontmoetingsdag voor Surinamers in Woerden. We hebben informatie gegeven over de vakbond en verder gepraat over 3 thema’s, namelijk geloof, racisme en Surinaamse vrouwen op de arbeidsmarkt. Ik deed de inleiding over Surinaamse vrouwen op de arbeidsmarkt en we hebben daarna verder gediskussieerd in een subgroep. De vrouwen zaten met allerlei problemen. Veel Surinaamse vrouwen zijn alleenstaande moeders. Als haar kind, dat op de crêche zit, ziek wordt, dan moet zij thuis blijven. Gebeurt dat vaker, dan krijgt de vrouw ontslag. Bij de evaluatie bleek dat de vrouwen iets wilden gaan doen. Zij wilden leren hoe zij andere Surinaamse vrouwen kunnen mobiliseren om lid te worden van de vakbond en zo op te komen voor hun rechten.”

Zijn jullie lid van de vakbond? In hoeverre kunnen jullie invloed uitoefenen op besluitvorming in jouw professionele context?

Woensdag 30 juni 2021: Artikel – Leer Lubbers tellen

ASHANTI was het platform om Surinaamse vrouwen te organiseren. Regelmatig zijn er oproepen te vinden voor activiteiten en campagnes. Zo ook deze actie “Leer Lubbers tellen”, die te vinden is in de editie van juli/augustus 1984 (4e jaargang, #6). In dit artikel wordt de campagne toegelicht.

“Het doel van de aktie is om verborgen werkloosheid boven tafel te krijgen. Er zijn in Nederland veel ‘officiële’ werklozen; zij zijn geregistreerd bij de Arbeidsbureau’s. Maar er zijn ook veel mensen, vrouwen vooral, en jongeren, die wel willen werken, maar die hun kansen op werk hebben opgegeven. Zij schrijven zich niet meer in bij de arbeidsbureau’s. Dit betekent dat zij, hoewel ze feitelijk ook werkloos zijn (ze zouden immers wel een baantje willen hebben), niet meer in de werkloosheidscijfers voorkomen, simpel omdat ze niet geregistreerd zijn bij het arbeidsbureau. Dit is een slechte zaak, want aan de hand van dergelijke cijfers stippelt de regering een beleid uit met betrekking tot werkgelegenheid. Zo kunnen ze dus net doen alsof er minder werklozen zijn dan er zijn, en zo wordt de werkloosheid dus ook nooit echt goed aangepakt.”

In het artikel wordt ook uitgelegd hoe ze tot de slogan van de campagne zijn gekomen: “Nu heeft premier Lubbers rond april dit jaar gezegd dat hij zou opstappen als er 1 miljoen werklozen zouden zijn. Zelf gelooft hij niet dat het zover zal komen, of – en dat is wat wij geloven – dat die 1 miljoen werklozen zouden zijn. Zelf gelooft hij niet dat het zover natuurlijk nooit zo’n uitspraak hebben gedaan. Daar komt dus de naam van deze aktie ‘LEER LUBBERS TELLEN – 1 miljoen werklozen zijn er al’ vandaan.”

Het artikel vervolgt met het plan: “Het plan is nu om zoveel mogelijk mensen ertoe te bewegen zich te laten inschrijven bij het Arbeidsbureau als werkzoekende, en ook in de gaten te houden dat ze niet na drie maanden weer uit het werklozen bestand worden gehaald.” Ook voor de mensen die risico lopen hun uitkering te verliezen als ze zouden meedoen is er een oplossing bedacht. “Voor die groepen hebben we een ‘alternatief’ inschrijfformulier gemaakt, waarop je wel te kennen geeft dat je werk wilt, wat voor werk je wilt, en ook waarom je nu niet werkt, maar waardoor je niet bij het arbeidsbureau wordt ingeschreven en dus geen risico’s kunt lopen.”

Wat vinden jullie van deze campagne? Zouden jullie zelf meedoen aan zo’n actie als je dit artikel in die tijd zou hebben gelezen?