Op zondag 5 april 2015 heb ik als Secretaris van H.C. Vereniging Jyoti, de Vrouwen Wellnessdag georganiseerd in Rotterdam Delfshaven.
De doelgroep was: vrouwen van middelbare leeftijd (55+), die niet altijd de gelegenheid hebben voor Wellness behandelingen. Dit kan door drukte i.v.m. werk, huishouden, gezin onderhouden, andere nevenactiviteiten en sociale verplichtingen.
Tijdens het organiseren van deze Wellnessdag kwamen bij mij vele vragen naar boven. Hoe deden onze deelnemers dit vroeger? In Suriname? Mochten de vrouwen überhaupt hier tijd en geld aan besteden van hun ouders en later van hun partners? Wat doen de vrouwen tegenwoordig aan hun lichaam en gezondheid? Zien zij schoonheidsbehandelingen als een luxe en geven zij hier prioriteit en aandacht aan?
De aanwezige vrouwen, tussen de 40-55+, zijn voornamelijk Surinaams Hindoestaanse huisvrouwen die niet veel naar buiten treden. Wat mij opviel tijdens de Wellnessdag, was dat veel vrouwen bekend waren met de schoonheidsbehandelingen. De behandelingen die wij aanboden waren: pedicure, manicure, reiki massage, make-up en henna aanbrengen. Deze behandelingen deden veel vrouwen vroeger thuis, met de huismiddelen die toen beschikbaar waren, want zo breed hadden ze het niet in Nederland en Suriname. Denk bijvoorbeeld terug aan de jaren 70’/80’. Toen liepen deze huisvrouwen wel mee met de haarmode. Hoog getoupeerd haar, prachtige opsteek modellen, mooie weelderige krullen. Ook volgden ze de kledingmode. De mooie sieraden, pumps, bijpassende tasjes en gelakte nagels. Ze besteedden veel aandacht aan hun uiterlijk. Zodra de vrouwen binnen liepen op onze locatie, lichtten hun ogen op van plezier en oude herinneringen. ‘O vroeger deed ik mijn rollers in een pannetje water en daarna rolde ik het in mijn haar en zo sliep ik de hele nacht. De volgende ochtend, had ik prachtige krullen.’ Aldus, één van de deelnemers, die liever anoniem wil blijven. Een andere deelnemer had een recept voor een voedend gezichtsmasker, welke bestaat uit ‘Hardi’ (Kurkuma), yoghurt en honing.
De aanwezige vrouwen gaven toe dat ze tegenwoordig echter, zelden zo uitgebreid aandacht, geld en tijd besteden aan hun uiterlijk. Waarom vroeg ik mij af? Wat is er in 20 jaar tijd veranderd? Hebben deze vrouwen hun leven volledig toegewijd aan hun gezin en zijn ze daardoor als individu in vergetelheid geraakt? Zijn ze er financieel wellicht op achter uit geraakt, of zijn er gewoon andere prioriteiten voor in de plaats gekomen? Ik kon namelijk duidelijk zien, dat de vrouwen erg veel plezier hadden, dus het is niet dat ze het ‘zat waren’ of het niet meer leuk vonden.
Het antwoord verschilt natuurlijk per individu. Welke trend ik wel zie dat deze huismoeders na hun jonge modieuze jaren als twintigers, een huwelijk zijn aangegaan. Hierbij kwamen de verantwoordelijkheden en verplichtingen voor het onderhouden van hun partner, gezin en schoonfamilie. ‘Het gezin en de schoonfamilie kwamen voorop, daarna pas de vrouwen zelf. In veel Surinaams Hindoestaanse gezinnen van de jaren 80’/90’ kwam de opvoeding van de kinderen en het huishouden voor rekening voor de vrouw. Problematiek in huis, moesten binnenshuis gehouden worden. Het hebben van hobby’s, in therapie gaan en individuele ontwikkeling van de vrouw werd als niet belangrijk geacht. Vaak werd dit zelfs als vanzelfsprekend gezien. Sommige vrouwen mochten niet eens werken.’ Aldus, psycholoog dhr. Van Gucht van de Riagg Rotterdam. Ik herken dit. Het Hindoestaanse spreekwoord: ghar ke bát, ghar mé cáhi rahe ke, bevestigt dit.
Hoewel, dit was toen! De kinderen van de huisvrouwen zijn nu, 20 jaar later, jonge volwassenen. De partners van de vrouwen hebben een redelijk arbeidsverleden, zijn werkzaam, zitten nu in de WW/WIA of willen vervroegd met pensioen. De kinderen studeren, willen op zich zelf wonen, de wereld zien en/of settelen. Hierdoor hebben de huisvrouwen meer tijd over. Altijd de kinderen en het gezin voorop stellen, heeft ervoor gezorgd dat deze vrouwen zichzelf deels hebben weggecijferd. Hoe nu verder?
Hier is het waar wij jongeren, onze moeders, tantes en buurvrouw een steuntje in de rug kunnen geven. Het is aan ons, de jongere generatie, om onze moeders en tantes een herintreding in de samenleving te laten helpen maken. Wij moeten ze laten herinneren, dat zij er wel degelijk aan toe doen. Ontzettend trots als ik op mijn moeder ben, wil ik haar zien ‘socializen.’ Drankjes doen, naar lezingen gaan, samen yoga volgen met vriendinnen van haar leeftijdsgroep en met haar oud-vriendinnen van de ‘Boitie’. Ook zij mogen ontspannen en een dag voor hen zelf nemen, zonder zich daar schuldig voor te voelen. Ze verdienen het en het is ze van harte gegund. Deze sterke vrouwen: de opvoedkundigen, van onze Surinaams Hindoestaanse jongere generatie, zonder wie wij niet zouden zijn.
Dus mijn advies: zoek in de buurt naar verenigingen, vrouwen- of boekenclubs et cetera, waar vrouwen van middelbare leeftijd kunnen socialiseren met leeftijdsgenoten. Vraag waar ze behoefte aan hebben, wat willen ze doen? Een hobby, yoga, breien, een kerkdienst bijwonen? Kijk welke mogelijkheden er zijn en stimuleer onze moeders, tantes en oma’s. Verwen ze en leg ze in de watten. Nog voor de volgende generatie al weer aanspraak zal doen op hun tijd. Het hebben van moeder als een oppas is mooi meegenomen (ook een trend die zichtbaar is in de gemeenschap). Natuurlijk doen de vrouwen dit met alle liefde en veel plezier, zolang ze zichzelf maar niet wegcijferen. De individuele ontwikkeling van deze vrouwen van middelbare leeftijd staat in mijn ogen voorop en ik hoop dat velen dit belang ook zullen zien. Wij jongeren kunnen nog veel leren van deze sterke vrouwen.