Amar K. Soekhlal: De Goudsmid

Reacties zijn gesloten

Kenmerk van een goed boek is dat het zich niet laat vangen in één interpretatie en bij herlezing telkens nieuwe inzichten verschaft. Zo’n boek is De Goudsmid van Ruben Gowricharn dat onlangs bij de Walburg Pers is verschenen. Evenals in zijn eerste roman De prijs van geluk snijdt Gowricharn pijnlijke onderwerpen aan die het individuele geval overstijgen en een spiegel vormen voor de hele gemeenschap. Het gaat om sociale kwesties die in vele gezinnen voorkomen. Denk aan drankzucht, kindermishandeling, zelfdoding, schuldvorming en dergelijke zaken. Deze aangelegenheden die stigmatiserend kunnen zijn voor het betrokken gezin of familie, worden hardnekkig doodgezwegen . De stigma’s betitelt de schrijver als sociaal geweld.

De Goudsmid gaat het over de vader van de schrijver: Parmessar Gowricharn die goudsmid was. De goudsmid beschikte over kennis, vaardigheden en ervaring en daarnaast over een groot klantenkring. Ook had hij het economische tij van de jaren ’50 en ’60 in Suriname mee. Toch maakte hij een diepe sociale val. De auteur probeert deze discrepantie te verklaren.

Het boek bestaat uit negen goed gekozen hoofstukken. Doormiddel van een sociologische scoop krijgt de lezer context mee voor de beoordeling van de marginalisering en de veerkracht van Parmessar en zijn gezin .

Na zijn verhuizing van Langadam vestigde Parmessar zich in de Willemstraat in Paramaribo als Goudsmid. De goudsmederij, die niet meer omvatte dan een paar vierkante meters, leverde genoeg inkomsten op om het gezin te onderhouden. Als zevenjarige zoon hielp Ruben samen met zijn moeder mee in de onderneming. In de Willemstraat verwierf Pamessar, die ook van een biertje hield, zijn faam als goede goudsmid. De verhuizing naar de Calcuttastraat, waar geen economische traffic was, zou fatale gevolgen hebben voor het gezin. De goudsmederij draaide niet meer waardoor Parmessar het hoofd niet meer boven water kon houden. Dat leidde tot een faillissement van het goudsmidbedrijf met dramatische gevolgen. De moeder verhuisde met de kinderen terug naar de Willemstraat. Deze scheiding maakte dat Parmessar verslaafd raakte aan drank. Het gezin kreeg te maken met schrijnende armoede. De kinderen schaamden zich voor de verslaving van hun vader en werd door hen doodgezwegen. Ondanks de armoede slaagde Ruben erin om zijn atheneum af te maken en vertrok voor een studie naar Nederland. Zijn vertrek uit Suriname was niet meer dan een vlucht uit de situatie van het gezin. Hier in Nederland krijgt Ruben door zijn studie sociologie inzicht in het ontwikkelingsproces van zijn vader en ontwikkelt hij sympathie voor hem. Maar hij realiseert zich ook de pijn en het verdriet die hij zijn moeder heeft bezorgd door -als oudste zoon- naar Nederland te vertrekken. In zijn roman De prijs van geluk beschrijft hij de pijn en het verdriet van de achterblijvers in de emigratie als een sociale amputatie.

Ruben wordt hoogleraar in Nederland, maar zou hij dat zijn geworden zonder de eigenschappen van zijn gemarginaliseerde vader? Als goudsmid moest je gedisciplineerd werken, prestatie gericht zijn en net zolang polijsten tot dat een product af is, precies de eigenschappen die nodig zijn om het te schoppen tot professor aan twee Nederlandse universiteiten. Met deze prestatie van formaat rehabiliteert hij zijn ouders.

De schrijver slaagt erin om de tragedie van het gezin Gowricharn in een breder context te plaatsen. Dergelijke situaties komen namelijk in allerlei  vormen vaker voor in de Hindostaanse gemeenschap en zouden bespreekbaar moeten worden gemaakt. Niet om de vuile was buiten te hangen, maar om mensen als Parmessar en zijn gezin te helpen. De auteur kritiseert de Hindostaanse gemeenschap als een “mooiweergemeenschap”. De algemene attitude is immers om te doen alsof er niets aan de hand is, al gaan families gebukt onder leed en verdriet. Ook is de Hindostaanse gemeenschap er niet in geslaagd om eigen instituties in het leven te roepen die hulp kunnen bieden.

Het boek besluit met een prachtig advies die iedereen ter harte moet nemen. Je leert veel van mislukkingen en dat is een belangrijke inspiratiebron voor latere generaties. Vanuit dat perspectief kijkt de auteur terug naar zijn vader en weet hij hem te herwaarderen. Dat is een knap staaltje van durf, openheid en analyse.

Ruben Gowricharn heeft in het afgelopen anderhalf jaar drie boeken in het Nederlands gepubliceerd. De rode draad in deze boeken is dat hij aandacht vraagt voor de keerzijde van het vermeende succes van de Hindostaanse gemeenschap. In 2019 verscheen zijn roman De prijs van geluk, waarin hij aandacht schonk aan de schaduwkanten van succes. Er zijn altijd mensen die een prijs betalen voor het geluk van anderen, zoals ouders bijvoorbeeld. In 2020 verscheen Miskend Verleden. Een magistraal boek, waarin hij genadeloos afrekent met het idee dat de hele Hindostaanse gemeenschap alleen maar succes heeft gekend. Op indringende manier beschrijft hij de armoede en het lijden van grote delen van de Hindostanen die door de politiek in de steek zijn gelaten. En nu zijn laatste Nederlandstalige pennenvrucht, De Goudsmid, waarin hij aan de hand van zijn familiegeschiedenis de zwakke kanten van de Hindostaanse gemeenschap blootlegt. Alle drie boeken zijn zeer de moeite waard, als lezer leer je niet alleen de Hindostaanse gemeenschap beter kennen, maar ook de wijdere wereld.

Ruben Gowricharn, De Goudsmid. Marginalisatie en Veerkracht van een Hindostaanse familie. Zutphen, De Walburg Pers, 2021.