Dit biografisch artikel handelt over het leven, i.h.b. over het economische succes van Sukhraj Sarju, de grootvader van o.a. pandit-zanger Salikram Ramawadh (1933-2013) van Magenta- en Nieuw-Weergevondenweg (in Wanica, Suriname). In 1932 koos deze immigrant zijn achternaam Sarju als zijn voornaam en zijn oude voornaam Sukraj als familienaam. Voortaan heette hij officieel Sarju Sukraj. Bij deze twee namen valt de transcriptie op. Die wijkt af van wat in Suriname in die tijd gebruikelijk was. Van deze analfabete Hindoestaanse ex-contractarbeider, een kantráki, mag gezegd worden, dat hij in economische zin een ‘aardig’ succesvolle immigrant was.
Lees verderAmar K. Soekhlal: De slachtoffers van Mariënburg in 1902 – Bahádurs
Op 30 juli 2022 is het precies 120 jaar gelden dat één van de gruwelijkste excessen heeft plaats gevonden in de Hindoestaanse geschiedenis in Suriname. Op 30 juli 1902 werden op plantage Mariënburg 24 kantráki’s (contractarbeiders) doodgeschoten omdat zij opkwamen voor hun rechten tegen de despotische plantagedirecteur James Mavor.
Lees verderTweede druk van Radjinder Bhagwanbali: De tot koeliegemaakten
Het boek van dr. Drs. Radjinder Bhagwanbali “De tot koeliegemaakten” is een groot succes geworden. Het boek is binnen een jaar uitverkocht. Er is een tweede druk uitgekomen. Bhagwanbali laat zien dat in tegenstelling tot de gangbare geschiedschrijving, die substituut slavernij portretteert als een vorm van vrije arbeid, Hindostanen in dat systeem onderworpen waren aan grote beperkingen in hun vrijheid. Hij beschrijft de werving in India, het transport naar Suriname, de huisvesting, de arbeidsomstandigheden, de algemene levensomstandigheden en de onmenselijke straffen (zweepslagen waren heel gewoon). Die beschrijving toont aan dat contractarbeid een vorm was van mensonterende substituut slavernij in plaats van vrije arbeid.
Lees verderSantoecha Rangai: 26 jaar en borstkanker – iets wat je niet verwacht
Op mijn 26ste kreeg ik van een arts in het ziekenhuis te horen dat ik borstkanker had. Een maand ervoor was ik naar een huisarts in Antwerpen geweest. Samen met haar collega kneedde ze minutenlang mijn borst en kwam tot de conclusie dat het geen kanker kon zijn. Want ik had pijn en volgens haar deed kanker geen pijn. Ik liet de pijn voor wat het was. Zoals velen geloofde ik dat als iets uit zichzelf kwam, het vanzelf zou weggaan. Maar de pijn bleef. Toen ik toevallig een maand later bij mijn eigen huisarts in Nederland zat, wees mijn vriend haar op mijn ene borst. Omdat hij mijn borsten vanuit een andere hoek ziet dan ik, was het hem opgevallen dat mijn tepel aan het vervormen was. Hij was van mening dat ik me te snel had laten afschepen door de huisarts in België en drong aan bij de huisarts in Nederland om mijn borst te bekijken. Hij wist dat ik er nooit uit mezelf over zou beginnen.
Lees verder