Column Jan S. Soebhag – Aflevering 4: De patrilineaire – en matrilineaire lijnen (een brokje cultuur en traditie)

Jan SoebhagHet Indiase subcontinent, waar de voorouders van de Hindustanen in Suriname van afkomstig waren, kent vele culturen en tradities. De cultuur is divers, zo ook de tradities. Eén van de verschillen kunnen wij plaatsen in de benadering van de verwantschapsrelaties (patrilineaire – en matrilineaire lijnen). De Surinaamse Hindu gemeenschappen kennen voornamelijk en beleven hun tradities vanuit de patrilineaire lijnen. Hierbij geldt de ‘vaderslijn’ als het belangrijkste uitgangspunt bij het beleven van, onder andere hun cultuur en de traditie. De oorzaak hiervan moet vooral gezocht worden in de nalatenschap van het cultureel erfgoed dat door het gros van de immigranten destijds meegebracht werd uit hun moederland, het Indiase subcontinent, naar Suriname. Ze waren afkomstig uit een bepaald deel (het platteland) van India waar de culturele uitingen vermoedelijk vanuit de patrilineaire lijnen beleefd werden en zo ook de traditionele activiteiten plaatsvonden.

Echter, de cultuur en de tradities in India worden zowel vanuit de patrilineaire als de matrilineaire lijnen beleefd. De patrilineaire lijn wordt voornamelijk aangeduid met ‘gotra’ (in de regel wordt het lidmaatschap doorgegeven van vader op zonen en het duidt aan op het nageslacht of de afstamming van de mannelijke persoon).

(Let wel: er is een verschil in gotra en kul. Met kul wordt aangegeven een stam of een geslacht die soortgelijke culturele rituelen uitvoert en ook een soortgelijke goddelijkheid aanbidt).

In Zuid-Indiase deelstaten en in delen uit het noorden worden de gotra van de moeder erkend in plaats van de vader(-slijn). Dit is vooral merkbaar bij het huwelijk van de kinderen van broer en zus (de zogenaamde cross-neven en nichten) bij, onder andere de Malayalis en de Tulus in India.

Ga ik op dezelfde voet verder, dan wil ik opmerken dat in de Afrikaanse en in de Aziatische landen de matrilineaire lijnen veel in theorie en praktijk voorkomen, waarbij de vrouwen in gelijkwaardige posities zitten, dan wel een hogere anciënniteit genieten dan mannen. In deze  vloeien  de rechten van de vrouw voornamelijk uit het huwelijk, hetwelk lokaal en juridisch is vastgesteld voor de verschillende gemeenschappen (religie, cultuur en traditie worden vaak streekgebonden, waarbij tradities en gewoonten in relatie gebracht worden met de gangbare voorschriften voor de gemeenschappen, hetgeen uiteindelijk leidt tot grote verschillen tussen de rituelen en gewoonten).

In de praktijk wordt soms de uitwerking van de matrilineaire en de patrilineaire lijnen samen uitgevoerd. Dit blijkt het geval te zijn bij de Dimas Kachari gemeenschappen in het noordoosten van India. De kinderen, hierna te noemen de jongens en meisjes, erven respectievelijk dat deel van de eigendommen dat toebehoort aan de vader en de moeder. De jongens hebben geen recht op de eigendommen van de moeder, terwijl de meisjes evenzo geen recht hebben op de eigendommen van de vader. Ondanks het feit dat zij een patrilineaire lijn volgen. Bij het huwelijk van de dochters krijgen de ouders bruid prijs van de aanstaande schoonzoon en zijn ouders. Het huwelijk wordt uitgevoerd door middel van onderhandelingen. Het betreft hier het betalen van de bruid prijs*, hetwelk afhankelijk is van de economische situatie van de bruidegom en de “kwaliteit” van de bruid. Hier ontlenen de schoonzonen of de mannen geen rechten op de eigendommen van de vrouw en omgekeerd ook niet.

(*Bruid prijs: een betaling die door of in opdracht van een toekomstige echtgenoot aan familie van de bruid wordt gegeven. De hoogte van de bruid prijs wordt bepaald door onderhandelingen tussen de twee families; bruidsschat: Een bruidsschat of bruidsgift is een gift dat een meisje of bruid mee krijgt als ze in het huwelijk treedt).

Een merkwaardigheid zien wij bij de Regmá Nág gemeenschappen van de Nágaland. Hier moet de aanstaande schoonzoon een jaar lang arbeiden op de boerderij (en) van zijn aanstaande schoonouders, eer hij zal gaan trouwen met hun dochter. Deze gemeenschappen zijn (kunnen zowel) monogaam als polygaam zijn.

Een opvallende relatie zien wij ook bij de Garos (families van Tibetaanse afkomst) in India, die voornamelijk Christenen zijn. Zij volgen de matrilineaire lijn, waarbij de moeder van de kinderen aan het hoofd van het gezin staat. De vader speelt in feite geen belangrijke rol in het gezin. Wanneer een dochter trouwt, moet de schoonzoon inwonen bij zijn schoonfamilie. Erg interessant is het om te weten dat de schoonzoon de schoonmoeder als echtgenote neemt, in geval de schoonvader komt te ontvallen.

De Khasis gemeenschappen hebben als basis een matrilineaire lijn. In deze gemeenschappen heeft de vrouw het meest te vertellen over de rijkdommen van de familie. De vader van de kinderen is belast met de opvoeding. Na het huwelijk van een van de dochters verblijft de schoonzoon bij haar in huis.

Een andere merkwaardigheid is te zien bij de bevolking van Assam, de Rabhá gemeenschappen. Zij hebben als basis een patrilineaire lijn. Alles wat de vader heeft, wordt geërfd door de jongens, of er moet een afspraak gemaakt worden met de dochters voor hun aandeel. De structuur van de Rabhá gemeenschappen is gebaseerd op Pandulipis of de het plaatselijke gewoonte recht. Het plaatselijke gewoonte recht of de Pandulipis werd samengesteld op basis van de gewoonten, gebruiken, de tradities en religieuze overtuigingen. Wanneer de oudere broer komt te ontvallen kan de jongere broer trouwen met zijn weduwe.

De karbis: bij deze gemeenschap is de instemming van het meisje bij het huwelijk van essentieel belang. Na het huwelijk maakt het meisje of de bruid gebruik van de achternaam van haar vader, terwijl haar kinderen de familienaam dragen van haar echtgenoot. De plaats van de vrouw is hetzelfde als van de man. In deze gemeenschappen helpen de vrouwen hun echtgenoten bij elke stap die de echtgenoten nemen in het leven, ondanks dat zij een patriarchale verwantschapsrelatie kennen.

De Barmans van Cachar: in weer andere gemeenschappen heerst de patrilineaire lijn met twee (2) clans, te weten, de vadersclan en de moedersclan. De zonen erven van de kant van de vaders, zoals geld, wapens enzovoorts. Terwijl de dochters de sieraden en andere kostbare spullen erven van de moeder.

De khasi gemeenschap: Deze gemeenschappen wonen in het gebied Meghalaya. Zij kennen een matrilineaire familie verband. De vrouw des huizes is een bepalende factor. De vrouw erft al het onroerend goed van de familie. De man draagt zorg voor de opvoeding van de kinderen en hij heeft verder niets te zeggen. In het gezin heeft een dochter veel meer vrijheden dan de zoon.

De Mech gemeenschappen: De Meches volgen de patrilineaire systeem in de familiestructuur. Huwelijken worden geregeld door de moeder en andere oudere vrouwen uit de familie. Bruidsschat genaamd ‘Jan’ wordt betaald in contanten en het is gevarieerd, afhankelijk van de prestige en de schoonheid van het meisje. De huwelijksceremonie is zeer eenvoudig en het is vergelijkbaar met de huwelijken uit de deelstaten Rajasthan en Gujrat. Weduwe huwelijk is mogelijk en is gangbaar onder hen. De weduwe van de oudere broer kan met de ongehuwde jongere broer trouwen. Maar de weduwe van de jongere broer kan niet trouwen met een oudere broer van de overledene.

Manipur: In deze gemeenschappen betalen zij ook een bruid prijs. Op sommige momenten kiest een vrouw een jongen en trouwt met hem. Hij gaat dan bij haar inwonen. Het is in deze gemeenschappen ook toegestaan dat de jongens, de meisjes schaken met (latere) goedkeuring van de ouders.

India’s noordoosten is een mengeling van tradities, etniciteit en cultureel erfgoed. In de volksmond staan de steden uit de Noord – Indiase deelstaten bekend als de Zeven Zusters (Assam, Meghalaya, Nagaland, Mizoram, Tripur, Manipur, Arunachal en Sikkim. Deze steden kennen een mix van rassen en rituelen. Elke staat op het Indiase continent heeft haar eigen opvallende en onderscheidende kenmerken. Een van de staten met een unieke eigenschap is Meghalaya met zijn historie van matrilineaire samenleving, een erfgoed dat zich onderscheid van alle andere staten, maar ook van het hele land India. De vrouwen uit de genoemde gebieden zijn veel veiliger dan in de overige staten van India, voor wat betreft verkrachtingen en ander soortige criminaliteiten.

De bruid prijs, bruidsschat en de matrilineaire lijnen in de Surinaamse situatie.

Bij het Hindu huwelijk kennen wij een soortgelijk geval als het betalen van bruid prijs. Echter gebeurt dit op een bijna niet merkbare wijze. De bruidegom is traditiegetrouw ‘verplicht’ een aantal kostbare spullen voor de bruid te brengen. Deze spullen bestaan uit onder andere: 5 sets sieraden, kledingstukken voor de vader van de bruid, de moeder en de naaste familieleden en kledingstukken voor de bruid. Deze spullen worden genoteerd in het bijzijn van beide families, terwijl de priester als intermediair  en ‘getuige’ optreedt.

Hetzelfde geldt bij huwelijken voor de relatie van de broer van de moeder bij zowel de jongen als het meisje. De broer van de moeder beschermt zijn zus. Dit wordt traditioneel bevestigd door de heilige koord, de Rakshá (bandhan). De relatie wordt verbroken door Imli ghontái (De rol van de mámá (de oom van moederszijde) gaat terug naar de relatie, waarbij de oom, zijn zus belooft om haar altijd bij te staan met raad en daad. Zijn zus nodigt hem uit voor deelname aan het huwelijk en het is deze oom, die, de imli ghontái activiteiten uitvoert. Hij had haar zus plechtig beloofd om haar altijd bij te staan en ook de zorg over haar kinderen te delen, wanneer zij daartoe een beroep op hem zou doen. Met de imli ghontái eindigt de zorg van de broer van de moeder over haar kind (eren) wanneer hij/zij in het huwelijk treed(t) (en). De beëindiging van de zorg wordt symbolisch verbroken. Dit is in feite de imli ghontái ritueel/ceremonie, geanalyseerd uit de verwantschapsrelatie).

In Indonesië blijkt ook wel dat de matrilineaire – als de patrilineaire lijnen gehanteerd worden bij huwelijksvormen (P. A. F. BLOM. 1914, KENTREKKEN van bet Verwantschaps-, Familie en Erfrecht bij de Volken van Indonesië).

Bij de Islám kennen wij de Mahr als de symbolische bruidsschat.