Lastiggevallen worden omdat je je uitspreekt

Reacties zijn gesloten

Twee Hindostaanse journalisten vertellen hun ervaringen

Een tijdje geleden besloot ik naar de Indiase film ‘Kashmir Files’ te gaan. De film gaat over de uitdrijving van pandits uit Kashmir in de jaren ’90. Volgens het narratief dat de filmmaker schetst zouden Kashmiri moslims achter de uitdrijving van de pandits zitten. In Indiase bioscopen heeft de film voor veel ophef gezorgd; beelden die online zijn verschenen tonen mannen die het bioscoop publiek aan spreken en oproepen om moslims aan te vallen. In de bioscoop aangekomen, postte ik een story op mijn Instagram profiel waarin ik vermeldde dat ik de film als aanleiding zou gebruiken om het onderwerp islamofobie in de Surinaams-Hindostaanse gemeenschap aan te snijden. Hier zou ik dan een column over schrijven. Blijkbaar had ik met deze boodschap een gevoelige snaar bij sommigen geraakt. Want ik kreeg al boze berichtjes van onbekenden binnen, toen ik nog in de bioscoop zat. Ik had het artikel dus nog niet eens geschreven!

De berichten heb ik maar gelijk verwijderd. Tegenwoordig ga ik met niemand meer in discussie, daar is het leven te kort voor. Ik dacht dat na het verwijderen van de berichten, de kous af zou zijn. Want als ik niet zou reageren, zouden zij uit zichzelf afdruipen. Dat dacht ik althans. In diezelfde week viel het mij op dat mijn LinkedIN profiel meermaals in een privémodus was bekeken en ook door personen die ik helemaal niet kon plaatsen. Maar in mijn kinderlijk onschuld, dacht ik dat een artikel van mij misschien viral was gegaan en dat nieuwsgierige personen daarom mijn profiel hadden bekeken.

Totdat ik Shawintala Banwarie sprak, die journalist is bij De Kanttekening. Ze me vertelde dat ook zij online was lastiggevallen na het publiceren van een artikel over de film Kashmir Files in de Volkskrant. Zij had intimiderende berichten gekregen en werd verweten haat tegen de hindoegemeenschap te hebben. Sommigen gingen zelfs zo ver om haar Marokkaanse vriend erbij te betrekken. Maar bij haar waren deze personen een stapje verder gegaan door opzoek te gaan naar haar voormalig werkgever en haar privégegevens. Daarna viel het kwartje pas bij me. De personen die mijn LinkedIN profiel hadden bekeken, waren helemaal geen onschuldige mensen die nieuwsgierig waren naar mijn artikelen of iets dergelijks: ze waren ook bij mij opzoek naar privégegevens. Ik ben dus niet de enige die ze online hebben opgezocht. Misschien zal na dit artikel blijken dat er meerdere vrouwen die zich hebben uitgesproken, zijn lastiggevallen.

Ik heb me vaker ergens over uitgesproken en heb hierdoor ook eerder nare ervaringen gehad in de gemeenschap. Maar dat raakte me niet. De keren ervoor bleef het gelukkig bij mijn Facebook profiel bezoeken, het eerste bericht liken en de like daarna direct ongedaan maken. Dat klinkt onschuldig, tot je je bedenkt dat ze je hiermee duidelijk willen maken dat ze je profiel hebben bezocht, weten hoe je eruitziet en je als het ware in de gaten houden. Dit keer zijn personen actief bezig geweest om mijn privégegevens te vinden. Het zal maar net iemand zijn, die je daarna daadwerkelijk komt op zoeken. Ditmaal schrok ik dus wel een beetje.

Zulke acties zorgen ervoor dat de Hindostaanse gemeenschap geen veilige plek is voor vrouwelijke journalisten, die zich kritisch durven op te stellen. Want het maakt blijkbaar niet uit wat je aankaart, wraak zal er toch wel genomen worden. Shawintala en ik vinden het jammer dat zulke personen niet begrijpen dat je sommige onderwerpen juist bespreekbaar moet maken, omdat je ze anders niet kunt aanpakken. De gehele gemeenschap zal hier uiteindelijk beter van worden, mits er mensen zijn die zich blijven uitspreken. Ons wordt het werk gedwarsboomd en dat zou niet mogen. Het kan toch niet zo zijn dat twee vrouwelijke journalisten in een land met een racistisch klimaat leven, maar naast (extreem)-rechts ook moeten vrezen voor de mannen in hun eigen gemeenschap? Shawintala en ik hebben daarom besloten om dit publiekelijk te maken.

Santoecha Rangai en Shawintala Banwarie

Van links naar rechts: Shawintala Banwarie en Santoecha Rangai