Pravini Baboeram: Werkende moeders

Reacties zijn gesloten

Naast de vele identiteiten die ik al 35 jaar lang met mij meedraag, heb ik onlangs een nieuwe dimensie aan mijn identiteit mogen toevoegen: moeder. Op 14 december 2020 kwam mijn lieve dochter Diya Tetary Mahes ter wereld. In de voorbereiding op en het proces na haar geboorte was ik enorm zoekende naar hoe ik invulling wilde geven aan het moederschap, vanuit een zelfbewuste identiteit als Hindostaanse vrouw anno 2021. In deze reeks columns deel ik mijn ervaringen, uitdagingen en inspiratie.

“Wat? Nee! Dat kan toch niet?!”

Dit was de reactie toen we mijn zwager in Suriname vertelden dat onze dochter naar de kinderopvang zou gaan. Ze was drie maanden oud toen mijn verlof erop zat en ik weer aan het werk zou gaan.

“Maar dat kan toch niet, ze is nog zo jong! Nee man, laat die opvang. Ik ga familie regelen uit Suriname die voor haar komen zorgen.”

Mijn zwager wilde niets van de kinderopvang weten. Ik begreep hem wel. Het idee van kinderopvang is natuurlijk mooi, maar wat wij in Nederland “kinderopvang” noemen, wordt in Suriname vaak gewoon “familie” genoemd. “It takes a village to raise child” is ook in onze gemeenschap van toepassing.

“Ga gewoon minder werken, is toch beter!” zei mijn tante, die de kinderopvang ook niet zag zitten. En hoewel het voor mij een gegeven was dat ik net zoveel zou blijven werken, het idee om mijn kleine lieveling achter te laten bij vreemden is ook voor mijn moederhart moeilijk te bevatten. Het is een dilemma van veel werkende moeders.

Het deed mij denken aan mijn moeder, die met twee jonge kinderen een studie Rechten deed aan de Universiteit Leiden, allemaal naast haar baan. Ik kan me de wetboeken herinneren op haar bureau in de studeerkamer. Dikke pillen die zij doornam, nadat ze ons naar bed had gebracht. Voor mij was het normaal, een werkende moeder die studeerde en een vader die haar daarin ondersteunde. Pas nu realiseer ik mij hoe knap het is geweest dat ze die studie heeft afgerond en dat heeft kunnen combineren met een gezin.

Toch was ik me er op die jonge leeftijd van bewust hoe belangrijk die studie was voor mijn moeder. Ik kan me herinneren dat haar afstudeerceremonie op dezelfde dag viel als mijn schoolreis. Hoewel ik altijd uitkeek naar zo’n uitstapje met school, wist ik dat ik dit moment met mijn moeder niet mocht missen. Hoewel ik nog niet goed begreep wat haar studie precies inhield, wist ik wel dat zij een prestatie had geleverd waar we trots op mochten zijn. Nu ik zelf moeder ben, begrijp ik hoe bijzonder het ook voor haar moet zijn geweest om op latere leeftijd af te studeren en dat moment met jouw gezin te kunnen vieren.

Mijn moeder was ook actief in de vrouwenbeweging. Ze was mede-oprichter van het feministisch vrouwenblad Ashanti en verzorgde empowerment trainingen voor Hindostaanse vrouwen. Ook was ze betrokken bij het theaterstuk “En dan ineens zoeken ze een man voor je!”. Het komt regelmatig voor dat ze door vrouwen wordt aangesproken die haar met enthousiasme groeten en bedanken. “Je hebt mij echt goed geholpen toen, heb zoveel gehad aan de trainingen die je toen hebt gegeven!” Vaak werpen ze dan ook een blik op mij en vervolgen: “Ben jij de dochter van Sitla? Wow! Je kent mij niet meer hè? Je was nog klein toen jouw moeder met ons werkte.”

Moederschap, werken en maatschappelijk betrokken zijn, het vergt balans en support van het thuisfront. Ik ben blij dat ik met mijn moeder van dichtbij heb ervaren dat het mogelijk is. Ik kan me weinig herinneren van haar drukke schema. Wat mij vooral is bijgebleven is dat ze een vrolijke moeder was die ons liefde, warmte en wijze lessen meegaf. Want ook al kost het allemaal tijd, het geeft vooral energie. En dat is wat kinderen uiteindelijk nodig hebben. Een blije moeder maakt een blij kind.