Inmiddels ben ik weer terug in Nederland en is het weer aanpassen en terugkomen in het Nederlandse ritme. Dat gaat weer snel en waarbij je met een ervaring rijker al snel weer meedraait als van ouds. Inmiddels ben ik terug in Nederland en zit het avontuur in Luxemburg erop. Na een korte vakantie in de maand augustus ben ik sinds 1 september weer vol aan het werk in Nederland. Je merkt de verschillen tussen Nederland en Luxemburg direct, maar het aanpassen in Nederland gaat snel. Op het werk bij de Raad van State en de rechtbank Rotterdam is het hectisch en druk. De lunchtijden zijn stukken korter dan in Luxemburg. Verder is het leven en het verkeer in Nederland drukker dan in Luxemburg. Het relaxte en veilige Luxemburg mis ik daarom soms wel.
In deze maand heb ik met verschillende personen gesprekken gevoerd over het werk in Luxemburg en het leven daar. Mijn werkervaring en kennis heb ik al gedeeld met staatsraden, rechters, de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak en met de vice-president van de Raad van State (dhr Donner). Het gesprek met de vice-president was in die zin heel leuk, omdat het niet alleen ging over de inhoud van het werk en de werkwijze van het Hof van Justitie, maar ook over de leefomgeving in Luxemburg en de Europese school in Luxemburg. Hij heeft namelijk ook een groot deel van zijn jeugd gewoond in Luxemburg aangezien zijn vader bij het Hof van Justitie de Nederlandse rechter was in de periode 1958-1979. Het was in die tijd allemaal kleinschaliger en er waren zes landen lid van de Europese Unie. De eerste uitbreiding was er in 1973 met drie nieuwe landen die erbij kwamen. Inmiddels hebben we 28 landen in de Europese Unie (EU) en is de stad Luxemburg een internationale stad met veel expats en grote Europese instellingen. De Europese instellingen, zoals het Hof van Justitie, zijn heel groot geworden. Bij het Hof werken nu ruim 2000 mensen. In totaal zijn er 40.000 mensen in Europa die voor een EU instelling werken. En ook de Europese school (schola Europa) in Luxemburg is door de tijd heen veranderd. Donner had op deze school als tweede taal Frans. Ishita had als tweede taal Engels. Engels als tweede taal was in de jaren zestig niet mogelijk, omdat Engeland toen nog geen lid was van de EU. Engeland is sinds 1973 lid van de EU. Tegenwoordig is de school veel groter en kent het meer aanbod in talen door de toename van lidstaten.
In september heb ik op een zondagavond een lezing gegeven bij Sociëteit De Waterkant in Den Haag over mijn werkperiode bij het Hof van Justitie. Deze sociëteit heeft als doel: “het bevorderen van de culturele pluriformiteit tussen Surinamers en degenen die affiniteit hebben met Suriname en het tot stand brengen en bevorderen van contacten tussen mensen afkomstig uit Suriname en autochtone Nederlanders”. Dit doel tracht zij te verwezenlijken door activiteiten te organiseren zoals bijvoorbeeld het houden van lezingen. Mijn lezing had als titel: ‘De wisselwerking tussen Nederland en de Europese Unie: een blik op het Hof van Justitie in Luxemburg’. Tijdens deze lezing heb ik uitgelegd uit welke instanties het Hof van Justitie bestaat en hoe deze instelling zich in het licht van de geschiedenis heeft ontwikkeld. Ook ben ik ingegaan op de procedures bij het Hof, de werkwijze en de ervaringen van de inleider bij zijn werkzaamheden bij het Hof. Om het levendig te maken heb ik enkele Nederlandse zaken uit de praktijk behandeld en heb ik verduidelijkt op welke wijze de EU in aanraking komt met de overzeese Nederlandse eilanden en Suriname. Doordat ik met concrete voorbeelden werkte, kwamen er veel vragen vanuit het publiek en dat zorgde voor veel dynamiek en interactie. De lezing is uitstekend verlopen waarbij een gezellige Surinaamse sfeer heerste. Er waren ook veel vragen over de actuele problemen in de EU zoals de economische en financiële crisis en de toestroom van vluchtelingen. En dan merk je toch dat de EU op politiek niveau niet goed werkt en de EU niet snel kan handelen. Het oplossen van de vluchtelingenproblematiek is iets wat op EU niveau moet gebeuren, maar solidariteit is een rekbaar begrip. Heel simpel gezegd: het probleem van Duitsland en Nederland is een ander probleem dan die van Hongarije of Griekenland. En dat maakt het moeilijk om te komen tot snelle oplossingen. Ook in Nederland is de toestroom van vluchtelingen een probleem en beheerst dit onderwerp dagelijks het nieuws. Dat de EU steeds belangrijker is voor Nederland is een feit. Meer dan 60% van de wetten die in Nederland gelden, worden gemaakt door de EU. Anders gezegd: het is Brussel (EU) die de regels maakt en niet Den Haag (Nederland). Helaas wordt dat niet altijd goed duidelijk gemaakt door de politici in Nederland en dat leidt vaak tot onvrede over de EU. In ieder geval was het fijn om te merken dat er veel belangstelling was onder de genodigden voor een onderwerp als de EU en ben ik blij dat Sociëteit De Waterkant interesse heeft getoond in mijn verhaal vanuit mijn Luxemburgse werkervaring.
In de maand september heb ik ook cursussen gegeven aan rechters en advocaten die actief zijn in het vreemdelingenrecht. En van advocaten kreeg ik toch door dat het asielrecht niet meer leuk is in deze tijden. De asielzoekers uit Syrië of Irak krijgen binnen een paar dagen een vergunning en mogen blijven in Nederland. En asielzoekers uit andere landen zijn daar boos op en voelen zich gediscrimineerd door Nederland ten opzichte van de Syriërs en Irakezen. Zij moeten soms meer dan een half jaar wachten op een procedure. De advocaten worden gezien als een onderdeel van de Nederlandse staat die hun discrimineren en dat maakt het moeilijk om het vertrouwen te winnen van deze mensen. Lastige problemen en genoeg uitdagingen de komende tijd in Nederland.