Rieshma Badloe: Mandirs hebben het financieel zwaar

In september berichtte het NOS over de financiële gevolgen van Corona voor gebedshuizen. Hoe groot de financiële impact is voor gebedshuizen van diverse religieuze denominaties is niet bekend. In deze bijdrage worden de financiële gevolgen besproken voor mandirs binnen de Hindoegemeenschap in Nederland. Een inventarisatie langs een aantal mandirs bevestigt het idee dat er zorgen zijn over de financiën. De forse terugloop in het bezoekersaantal ten gevolge van de Coronarichtlijnen voor bijeenkomsten leidt tot een forse daling in inkomsten, terwijl de vaste lasten vrijwel gelijk blijven. Besturen van mandirs zijn pessimistisch gestemd voor de toekomst. Sommigen spreken inmiddels hun reserves aan en anderen vrezen hetzelfde lot. Voor mandirs geldt dat er een causaal verband is tussen het aantal bezoekers en de inkomsten die worden genereerd. Hoewel sinds 1 juni de deuren weer zijn geopend voor een beperkt aantal mensen (eerst 30 toen 100 en nu weer 30) in combinatie met de anderhalve meter maatregel, is optimale benutting van de capaciteit niet aan de orde.  Zelfs het aantal van 30 wordt vaak om uiteenlopende redenen nauwelijks gehaald. Zo is er een groep die het vanwege het Coronavirus niet durft te komen. Vooraf reserveren vindt men ook lastig. Intussen zijn de wekelijkse diensten ook online te volgen. Dit gemak maakt dat men steeds minder de moeite neemt om fysiek aanwezig te zijn in de mandirs.

Mandirs in Nederland                                                                                                           

Schattingen van het aantal Hindoes in Nederland lopen uiteen van 160.000 tot 215.000. Met Hindoes wordt de groep Hindoestanen bedoeld die tevens het Hindoeïsme als religie hebben. Deze grove schatting van het aantal Hindoes komt omdat het CBS niet registreert op etnische afkomst maar op land van herkomst. De groep mensen uit Suriname is zeer divers. Het aantal Hindoes in Nederland bestaat dus niet enkel uit mensen uit Suriname, maar ook uit andere landen zoals India, Sri Lanka etc. Het aantal Hindoes met Surinaamse roots vormt wel de grootste groep. De meeste mandirs in Nederland zijn dan ook gerelateerd aan deze groep en zijn vooral in de grote steden te vinden, waarbij resp. Den Haag en Rotterdam uitschieters zijn. Niet vreemd, in Den Haag wonen immers de meeste Hindoestanen(+/- 48.000) die Hindoe zijn. Volgens een telling uit 2018 zijn er rond de 44  mandirs in Nederland. Niet altijd is sprake van een eigen gebouw, soms gaat het om een gehuurd pand welke voor religieuze activiteiten wordt gebruikt of initiatieven van families in klein verband. Aannemelijk is dat de financiële impact van Corona met name de grote mandirs met een eigen pand betreft.                     

Inkomstenbronnen van mandirs

Een inventarisatie onder mandirs laat zien dat er over het algemeen een aantal identieke inkomstbronnen zijn:

  1. Donaties bij mandir bezoek (veelal eenmalig)
  2. Contributie in geval van de rechtsvorm vereniging
  3. Verhuur ruimte (huwelijk, verjaardagen etc.)
  4. Inkomsten uit cursussen en trainingen
  5. Overige activiteiten (bv. fundraising)

Voor vrijwel alle genoemde bronnen geldt; geen publiek is geen inkomen, tenzij er sprake is van een vereniging. Leden betalen in deze rechtsvorm een contributie. De inkomsten uit contributie zijn over het algemeen op jaarbasis niet lastendekkend. Extra activiteiten gedurende het jaar zijn noodzakelijk om voldoende liquide te zijn.

Financiële ondersteuning voor mandirs is nodig?  

Vanuit de overheid zijn er momenteel geen regelingen waar mandirs een beroep op kunnen doen voor een financiële ondersteuning. Dit is opmerkelijk gelet op het feit dat veel kosten zoals gemeentelijke belastingen, elektra, water en gas op basis van bedrijfstarifering plaatsvindt.  Vraag is of dit terecht is, immers een gebedshuis is geen bedrijf met winstoogmerk. Het zou schelen in de kosten indien gemeenten en nutsbedrijven een lager tarief zouden hanteren voor mandirs en vergelijkbare organisaties.

Een financiële ondersteuning is gewenst. Uit een steekproef onder mandirs blijkt dat zij voor een aanzienlijk deel van hun inkomsten afhankelijk zijn van donaties van een relatief kleine gemeenschap in Nederland. Een financieel beroep doen op hen is daarom nu geen optie. Mogelijke oplossingen van meer duurzamere aard zijn ook aangedragen. Gepleit wordt voor een aparte categorisering van mandirs inzake belastingen en tarieven van nutsbedrijven. Een ander voorstel is het creëren van een fiscale faciliteit waarbij bijvoorbeeld donaties fiscaal aantrekkelijker worden gemaakt.                                                                                     

Toekomst

Gebedshuizen, mandirs hebben een meervoudige functie, behalve een religieuze dienen zij ook een belangrijk sociaalmaatschappelijk doel waarbij participatie en inclusie centraal staan. Ze zorgen voor veel meer dan uitsluitend geloofsbeleving, ze fungeren als buurthuis en (multi)cultureel trefcentrum. Door middel van overdracht van waarden en normen, inburgering, scholing en allerlei projecten rond actuele thema’s  hebben gebedshuizen een belangrijke rol in de informatieoverdracht en bewustwording aan groepen in de samenleving. Door Corona staat die sociaalmaatschappelijke functie van mandirs zwaar onder druk. De sociale binding in de achterban heeft eronder te lijden, zo laten de mandirs zelf weten. Immers naast de wekelijkse diensten met een beperkt aantal bezoekers zijn er geen andere activiteiten waar men elkaar treft. Besturen vragen zich af hoe lang zij financieel het hoofd nog boven water kunnen houden. Financiële ondersteuning zou in elk geval voor iets meer lucht zorgen, enerzijds om na te denken over alternatieve werkwijzen om in de behoeften van de achterban te voorzien en anderzijds over nieuwe verdienmodellen. Hoewel enkele mandirs in gezamenlijkheid bezig zijn de mogelijkheden voor financiële ondersteuning te onderzoeken, ligt er nog veel huiswerk en is de toekomst ongewis.