Prof. dr. Ruben Gowricharn: ‘En de Moslims maken veel kinderen!’

Reacties zijn gesloten

Vóór de uitbraak van corona hoorde ik een Hindostaanse academicus in Suriname het anti-moslimbeleid van de Modiregering verdedigen met het argument ‘de Moslims maken veel kinderen’. Ik was op dat moment zo perplex van het onzingehalte, dat ik niet wist hoe te reageren. De man suggereerde dat Moslims veel kinderen maakten om de Hindoes qua bevolkingsaantal te overvleugelen. Vorig jaar vertelde ik dit verhaal aan enkele Hindostaanse vrijwilligers in een mandir in Zoetermeer. ‘Die man deed alsof Moslims elke avond seks hebben met de intentie om als religieuze groep straks even groot of nog groter te zijn dan de rest van de Indiase bevolking’, vertelde ik in al m’n naïviteit. Waarop één van de aanwezigen, een lid van een bekende brahmaanse familie, in alle ernst verklaarde: ‘Dat doen ze ook, ik weet het zeker!’ En weer was ik met stomheid geslagen. Zoveel onzin had ik niet vaak gehoord. Waarom is dit onzin?

Laten we eerst stilstaan bij de feiten. In 2021 telden de verschillende Moslimgemeenschappen in India 209 miljoen leden oftewel 14,6%, dus een zevende deel, van de Indiase bevolking die geschat werd op 1,35 miljard. Moslims moeten dus heel veel kinderen maken om een serieus tegenwicht te vormen tegen de totale Indiase bevolking. En dat zal vele generaties duren, zelfs bij de inderdaad hogere bevolkingsgroei onder Moslims. Maar de redenering is merkwaardig. Want het is één ding om vast te stellen dat de bevolkingsgroei onder een bepaalde groep hoog is, het is iets anders om te zeggen dat er een politieke reden is om veel kinderen te maken.

We kennen deze hogere groei ook in Suriname. Hindostanen waren ongeveer een eeuw etnisch in de minderheid, maar na de volkstelling van 1972 bleek dat zij de grootste etnische groep waren geworden. Dat kon alleen maar gebeuren doordat het kindertal bij hen groter was, een verschijnsel dat vanaf het begin van de twintigste eeuw bekend was. Zouden dezelfde verkondigers van ‘de Moslims maken veel kinderen’ ook willen zeggen dat Hindostanen veel kinderen maakten omdat zij de grootste groep wilden worden? Wie daar iets van gemerkt heeft, mag het zeggen.

Ik blijf nog even dicht bij huis. De Marrons kennen ook een hoge bevolkingsgroei. Dat was al langer zo en daarom is het onwaarschijnlijk dat hun hoge bevolkingsgroei te verklaren is uit een politieke motivatie om uit te groeien tot de grootste etnische groep. Ik kan me wel voorstellen dat andere etnische groepen het knijpen omdat ze denken dat alle Marrons op dezelfde Marronpartij zullen stemmen, precies zoals Hindutva-aanhangers vrezen dat alle Moslims een onverdeelde religieuze eenheid vormen en op één en dezelfde politieke (Islamitische partij) zullen stemmen. Maar deze vooronderstelling is niet te handhaven. Naarmate een groep groter wordt, raakt zij intern verdeeld. Zo heb je in India moslims die zeer orthodox en zeer liberaal zijn, moslims die orthodox zijn en Moslims die ingebed zijn in de Hindoewereld.

De scheiding tussen Hindoes en Moslims wordt zwaar overdreven. Misschien is er historisch altijd enige spanning geweest, zoals die ook bestaat tussen verschillende kasten, tussen de Sanatan Dharm en de Arya Samaj of tussen Hindoes en Moslims enerzijds en Christenen anderzijds, maar de menging tussen al deze godsdiensten is altijd veel groter geweest dan Hindutva-aanhangers willen doen geloven. Dat is onder andere goed te merken in Indiase films die vaak een menging van Christendom, Islam en Hindoeïsme (in taal, eten, naamgeving en symbolen) laten zien. Maar de menging blijkt ook uit andere bronnen. Uit recente studies blijkt dat in sommige delen van India Moslims aspecten van de Hindoecultuur (zelfs delen van het kastenstelsel!) hadden overgenomen. Omgekeerd namen ook Hindoes elementen van Moslims in hun leefcultuur op, met name muziek, eten en kleding. Dergelijke ontwikkelingen van culturele uitwisseling kennen we ook in Suriname: ga maar na hoeveel Hindostanen van Creolen hebben overgenomen, met name op terreinen als eten, taal, muziek, dansstijlen, kleding, mentaliteit enzovoorts. Het zwart-wit beeld van Hindoes versus Moslims is door haar kinderlijke eenvoud in de complexe Indiase maatschappij niet te handhaven.

Maar terug naar seks en kinderen maken. Als het hoge kindertal niet te verklaren is vanuit politieke motieven, waaruit dan wel? Het antwoord op deze vraag is zeer oud en ook in India bekend. Officiële websites geven als belangrijkste oorzaak aan dat Moslims in India armer en minder geletterd zijn dan de rest van de bevolking. Dat verband tussen armoede en lage geletterdheid enerzijds en hoge kindertal anderzijds is ook bekend van andere werelddelen. Tot het einde van de 18e eeuw maakten armoede en onderwijs niet zoveel uit voor de bevolkingsgroei omdat de sterfte ook hoog was. Door de vooruitgang van de medische wetenschap slaagden overheden erin om de sterfte te verminderen waardoor er meer mensen bleven leven. Armoede en lage geletterdheid, in combinatie met verbeterde medische zorg, hebben overal ter wereld geleid tot minder sterfte en hoge bevolkingsgroei. Als er een angst was voor deze bevolkingsgroei was dat niet religieus of politiek, maar economisch. De vrees bestond dat er onvoldoende voedsel zou zijn voor de vele monden. Die vrees heeft ondertussen plaatsgemaakt voor het streven om de consumptie te verlagen of te verduurzamen om de milieuschade te beperken.

Bevolkingsgroei wordt ook bepaald door wat men de vruchtbaarheid van de vrouw noemt. Daarmee bedoelen wetenschappers: het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt. Nu zijn vrouwen niet dezelfde: vrouwen op het platteland krijgen gemiddeld meer kinderen dan vrouwen in de stad, vrouwen in de lagere klassen van de steden krijgen ook meer kinderen dan die in de hogere klassen. Meer kinderen betekent ook dat de bevolking jonger is. En als er in die bevolkingsgroep jonger getrouwd wordt, komen er dus eerder kinderen waardoor de groei van de desbetreffende groep hoger wordt. Dat was vroeger bij Surinaamse Hindostanen ook het geval. Dat is nog steeds het geval bij Indiase vrouwen. En het is nog steeds zo dat Indiase moslimvrouwen iets vroeger trouwen dan de overige vrouwen.

Nu kan men redeneren: meer kinderen betekent meer zorgen, vooral als je arm bent en weinig sociale vooruitzichten hebt. Dat kan je verdedigen, al heb ik vaak arme mensen horen zeggen dat hun vele kinderen de grootste rijkdom vertegenwoordigen. In verschillende ontwikkelingslanden, vooral in India en Pakistan, hebben regeringen soms drastische maatregelen doorgevoerd, zoals castraties, om de geboortes te beperken. Dat heette family-planning. Drie ontwikkelingen zijn in dit verband interessant. De eerste is dat naarmate de welvaart in een land stijgt, het aantal kinderen afneemt. De afname begint in de hogere klassen en sijpelt als het waren door naar de lagere regionen van de samenleving. Deze afname heeft zich overal in de wereld voorgedaan, behalve in China waar de vermindering van het kindertal niet door de welvaart ontstond, maar door overheidsbeleid.

De tweede ontwikkeling heeft te maken met de emancipatie van vrouwen: hoe hoger hun opleidingsniveau, hoe meer vrouwen werken, hoe meer zij participeren in andere domeinen van het leven. Door die hogere welvaart willen ouders hun kinderen ook van alles geven. Dat betekent: sportlessen, muziek, speelgoed, vakanties, modieuze kleren en allerlei zaken die  kinderen van rijke ouders hebben. De combinatie van veel kinderen en werkende ouders is erg belastend. Waar vroeger grootouders en anderen de zorg en toezicht van kinderen overnamen, of in grote gezinnen de oudere kinderen zorgden voor de jongere, worden zorg en toezicht steeds vaker uitbesteed aan crèches. Het is dus onmogelijk om veel kinderen te combineren met het moderne leven, vooral voor vrouwen. De combinatie van kleine gezinnen en grotere welvaart is daardoor een kenmerk geworden van het moderne leven, ook in ontwikkelingslanden.

Tenslotte, family planning is geen favoriet instrument gebleken in bepaalde religieuze groepen. Moslims staan daar bekend om, maar diverse religieuze groepen, zoals Christenen en Hindoes, kennen ook stromingen die family planning afwijzen. Minder bekende geloofsovertuigingen en leefstijlen, zoals te vinden in Afrika, Azië en Zuid-Amerika, staan vaak niet bepaald open voor de vreemde gedachte om het gezin te plannen.

De Indiase economie groeit met grote sprongen. De hongersnoden en armoede van voorheen is niet meer tekenend voor het beeld van het land, de welvaart wordt groter en ook moslims delen daarin. De verwachting is dan dat het kindertal ook bij hen zal afnemen. Een soortgelijke ontwikkeling hebben we in Nederland van de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw gekend. Toen was het hoge kindertal van Moslims een zorg, maar bij de tweede generatie, die een hoger welvaartsniveau heeft bereikt, is het gemiddeld kindertal sterk afgenomen. Dat is een onverbiddelijk sociaaleconomisch effect. Het geloof dat Moslims meer kinderen maken om politieke redenen is het zoveelste onjuiste verhaal van Hindutva-aanhangers. Zolang zij hun leesvoer beperken tot simpele teksten op internet, zullen ze het nooit weten!