Siela Ardjosemito-Jethoe: een lichte voorkeur voor donker – #identiteit #blm #colorism #ZWART

Introductie

Karia, Kala, Blacka, Black, Schwartz, Noir, Niger, Zwart, welke verbinding leggen we met deze kleur en waarom? Hoe verhouden wij er ons toe, welke betekenis krijgt het en welke context speelt mee? Ik heb er de afgelopen dagen veel gesprekken over gevoerd. Deze gesprekken centreerden zich soms rond identiteit en herkenning en in andere gevallen ook rond verbazing en verwondering. Een mooi moment dus om mijn lichte voorkeur voor donker eens te verkennen.

Niet zwart, toch zwart

Dichter Stokely Dichtman bracht met zijn gedicht ‘Zwarte Victorie’ een ode aan de kleur zwart.  Het was mooi en krachtig, ik vond er herkenning in. Mijn eigen huid is donkerder dan veel ‘zwarte’ mensen die ik ken, toch weet ik dat ik mijzelf niet zwart kan noemen in die context. Ik heb immers geen gedeelde historie wanneer het gaat om het koloniale slavernij verleden. Mijn geschiedenis, cultuur, taal, religie, tradities, gewoontes en gebruiken zijn mij niet op die manier ontzegd, afgenomen, tenietgedaan, uitgewist en afgebroken. Dus in die context ben ik niet zwart.

Voor vele witten Nederlanders is het een moeilijk begrip, want ik ben volgens hen toch zeker ‘ook’ zwart. En in hun context, voor hen, is dat misschien ook wel zo. Een oud collega van Surinaamse komaf maar met ‘dubbelbloed’ (die er beduidend niet zwart uitziet) noemde ‘ons’ wel zwarte vrouwen. Ze benoemde het in verbindende zin, in de context van institutioneel achtergesteld worden als ‘zwarte’ vrouw. In deze twee laatste voorbeelden ken ik wel institutionele uitsluiting, racisme, discriminatie en andere vormen van uitsluiting op basis van kleur. In dat opzicht, met een dubbele koloniaal verleden, een dubbele migratie achtergrond en de geïnternaliseerde onderdrukkingsmechanismen ben ik misschien wel zwart.

Als ik even verder terug ga zie ik in mijn jeugd, toen ik opgroeide in de  jaren ‘80/’90, veel zwarte rolmodellen op de televisie. Gerda Havertong was denk ik de eerste Creoolse die ik op tv zag. Een dame van kleur en dat vond ik zo klein als ik was, fijn. De voetbalhelden zoals Ruud Gullit en Frank Rijkaard mogen hier niet ontbreken. Ik ging ‘los’ op Thriller van Michael Jackson en playbackte Whitney Houston’s I wanna dance with some body en Neneh Cherry’s Man Child (inclusief een babypop op mijn arm). Ik maakte danspasjes met mijn broer op Nice and Smooth uit de Hip Hop Scene, keek naar de familie Huxtable en The FreshPrins. Hier waren ze dan, de mensen waar ik mij op TV in kon herkennen, ik kan je vertellen er zat geen Hindostaan bij. In het kleine witte dorpje waar ik in Friesland op groeide was ik ‘gewoon’ zwart. Zwartje, pietje, aap, het heeft allemaal de revue gepasseerd, dus zwart ja. Het gaf mij ook zekerheid, ze waren denk ik bang voor ons, voor mij en mijn familie. Een gekke vorm van zekerheid, maar zekerheid desalniettemin.

Triggerend contrast

Een collega van mij haalt een herinnering op tijdens een informeel overleg. Ze heeft in een ververleden met haar ouders in een land in Afrika gewoond. Ze wil uitleggen dat haar ouders daar met een patriarchale attitude (ik zou zeggen met een white savior complex) aan een project mee werkten. Haar uitleg luidt als volgt: “Mijn ouders zouden die ‘zwartjes’ wel gaan leren hoe het beter moest.” Op het moment dat ze deze woorden uitspreekt voel ik een steek in mijn hart. Waarom deed ze niet haar best om iets meer genuanceerde woorden te gebruiken? Er zijn genoeg manieren te bedenken om duidelijk te maken wat ze bedoelde, ze is hoogopgeleid en heeft een uitgebreid vocabulaire tot haar beschikking. In de witte context, heeft ze er nog nooit over hoeven nadenken, nu ik er werk als enige collega zichtbaar van kleur, dus wel! Enfin, het woord ‘zwartje’ is een trigger woord voor me. Nog met pijn in mijn hart, duik ik het volgende overleg in. Later spreek ik haar er op aan, ze bedoelde het niet zo. Ze is er overstuur van en met tranen in haar ogen geeft ze aan dat ze er echt mee zit, white fragility. Zo goed als ik kan probeer ik bij mijn punt te blijven, ze maakt haar excuses en we gaan door.

Je zal wel denken, mens keek je geen Bollywoodfilms dan? Ja zeker die keek ik wel. Die werden door een slimme entrepreneur, op VHS tapes gezet, in een grote kofferbak gedaan en eens in de zoveel tijd verhuurd in het hoge noorden. Het waren mooie films, met vooral liefdesverhalen met prachtige en soms minder prachtige liedjes en reclames waar een bepaalde soort tandpasta, haar olie en zalf om je huid lichter te maken werd gepromoot. De liedjes verwezen vaak naar een lichte huid. Er zijn teveel liedjes om op te noemen waar ‘gorie’ (bleke/lichte) in voor komt. In de diaspora zijn we gelukkig het kastestelsel kwijtgeraakt helaas is colourism een hardnekkig uitsluitingsmechanisme wat is gebleven. Zelf ben ik ‘sawar’ (donker) en werd/word ik binnen de Hindostaanse gemeenschap hier best wel op aangesproken. Siela Tarawatie werd Siela Blacka Tara Nosso, ik werd uitgemaakt voor bhata (aubgergine/ boulangier) en ga zo maar door. Ik melde al eens eerder dat een phoewa (een nicht van mij vader) zich druk maakte omdat ik niet licht genoeg zou zijn om te kunnen huwen. Het mag duidelijk zijn woord ‘gorie’ is ook een trigger woord voor mij.

Dubbele standaarden

Deze ambiguïteit maakt het soms wat ongeloofwaardig als er hard #BLM wordt geroepen binnen de Hindostaanse gemeenschap of de Indiase Diaspora. Priyanka Chopra heeft hier een backlash over gehad, toen ze #blm twitterde. Totaal niet geloofwaardig natuurlijk als je zelf het zalfje Fair & Lovely voor skin bleaching promoot.

Anyway dat toe-eigenen van ‘zwart’ wanneer het zo uitkomt, dat is dus ook nog wel iets. Want ja, nu Kamala Harris vice-president wordt van Amerika is het natuurlijk maar wat fijn dat ze ook door ‘ons’ kan worden geclaimd. Zo doen niet alleen de Indiërs in India maar ook binnen de diaspora en dus ook Hindostanen in Nederland hieraan mee. In een post op Facebook hierover, zie ik een reactie van Shashi Roopram die schrijft het volgende: ‘Een relatie aangaan met een Jamaicaan is niet echt een punt van herkenning voor veel Hindoestanen…’ Ik ben het vaak niet met hem eens, in dit geval moet ik hem gelijk geven. We kunnen Kamala wel claimen, maar zullen we dan eerst bespreekbaar maken waarom relaties aangaan met Creolen nu nog steeds met zoveel weerzin wordt tegemoet getreden? Of waarom we een donkere huid, in ons eigen gemeenschap niet als mooi of vol kunnen waarderen? Wat is binnen onze gemeenschap het probleem eigenlijk met ‘zwart’? Of we nu willen of niet we hebben een gedeeld koloniaal verleden met ‘zwart.’

Zwart genoeg?

Afgelopen week wordt een danser afgezegd voor een klus, hij blijkt niet zwart genoeg voor het plaatje. Hij vraagt zich af wat zwart genoeg is. En hij vraagt zich af of er binnen het diversiteitsveld alleen nog maar zwart en wit bestaat? Er zijn nog zoveel meer kleuren, kleuren die ook uitsluiting en oppressie kennen, die weten hoe het is om op te klimmen in een dominant witte omgeving. Bovendien klinkt deze manier van het invullen van zwart, niet als een inclusieve basis maar een exclusieve window dressing en tokenisme. Waar staat zwart dan eigenlijk voor? Is het passen in het witte plaatje van wat zwart is?

Niet zwart genoeg voor het witte beeld van wat zwart is en niet zwart in de historische context. Twee keer niet zwart dus. In de reclames zien we vaak een eenzijdige invulling van zwart: licht gekleurde zwarte mensen met krullen (geen kroeshaar) en het liefst lichter haar, een beetje rossig in plaats van zwart. Dat is het zwart wat ‘makkelijker’ geaccepteerd kan worden in bijvoorbeeld de reclame wereld, met hier en daar een uitschieter naar een diverser palet.

Positief zwart

Goed een laatste dan! Ik ben ergens in oktober lid geworden van omroep ZWART. Omdat ik het prima vind om de connotatie met zwart anders te maken. Een andere invulling er aan te geven, een betekenis verandering, die niet gepaard gaat met een negatieve lading. De lading van zwart werk, zwart geld, zwartkijker, zwarte bladzijden, niet dat soort zwart. Maar het zwart van Black is Beautiful, het mooie zwarte jurkje, zwart van die glanzende huid ,het gekust zijn door de zon, het duidelijke van zwart op wit. En het zwart waar alles in past, wat warm en welkom is en staat voor ons. En dus ook een toevoeging aan het mediapalet dat wel wat kleur kon gebruiken. Want ja, daar was er lange tijd een overduidelijke voorkeur voor wit. Nu heb ik niks tegen wit, want ik hou nou een maal van veel verschillende kleuren, een rijk palet so to speak. Ik wil de reflectie in mijn spiegel, met een glimlach tegemoet te treden. Ik geef mijn kinderen mee wat mij moeder ooit aan mij mee gaf: “Je bent mooi zoals je bent.” Mijn kinderen die zich ‘van kleur’ en ‘zwart’ mogen noemen, ik hou van ze, zij zijn geboren uit de donkere schakeringen van het koloniale verleden. Ik kan niet anders zeggen, ik heb een lichte voorkeur voor donker.