Siela Ardjosemito-Jethoe: Trauma aan tafel

Reacties zijn gesloten

Inleiding

Het is een week vol reflectie en bezinning. Daar waar de Indian History Month afloopt start Keti Koti. Weten waar je vandaan komt zonder het gevraagd te krijgen, lijkt een centraal thema, naast weten op welke schouders je staat, om zelf ooit wellicht schouders te worden. Er zijn verschillende momenten, activiteiten, bijeenkomsten online en ook al weer een paar op locatie die in dit teken staan. Langzamerhand beginnen we een wereld op te starten waarin ontmoeting en elkaar recht in de ogen aankijken weer kunnen en dat is fijn en dat kan ook ongemakkelijk zijn.

Complexe geschiedenis

Vanuit de Indian History Month is er een online eindafsluiting georganiseerd waarin reflecties van die maand worden gedeeld. Mij is bijgebleven dat er uit een complexe historie die gepaard is gegaan met onderdrukking en onmacht ook ruimte kwam voor empowerment en emancipatie. Het leren kennen van een deel van de geschiedenis, is een deel van de grotere puzzel van identiteit kunnen leggen. We komen niet uit niets, strijdbaarheid is niet iets nieuws en het kent een langere traditie. We kunnen er op voortbouwen, om vervolgens het stokje weer door te kunnen geven. Onze route naar Nederland is er één die gaat over een dubbel koloniaal verleden. Een geschiedenis die voortkomt uit een gekoloniseerd ‘Brits-Indië’ en de gecontracteerde verscheping van mensen als handelsovereenkomst tussen twee koloniale machten. We weten uit die geschiedenis over het algemeen globaal te achterhalen waar onze voorouders vandaan komen, soms is die route nog niet zoveel generaties terug. In mijn geval gaat het om mijn eigen Aja die uit India kwam. Toch ontbreken delen van de puzzel, is het lastig om nog meer te vinden over de generatie daarvoor en soms houd de familielijn ineens op.

Excuses

Dat er een excuses voor het slavernijverleden en de koloniale geschiedenis op z’n plaats is, weten de nazaten van deze geschiedenis al lang. Jaarlijks wordt er een pleidooi gehouden om Keti Koti als nationale herdenkingsdag te waarderen. Keti Koti als gelijkwaardig onderdeel van de Nederlandse geschiedenis opnemen, lijkt een logische stap. Het biedt ruimte om niet naar elkaar te wijzen als slachtoffer of dader, maar juist ruimte te maken voor een meerstemmige vertelling van de geschiedenis. Een geschiedenis die er ontegenzeggelijk is en dat dit pijnlijk is, dat is zeker, maar niet minder waardevol om te leren kennen en leren begrijpen. Het is daarom prachtig dat Femke Halsema als Burgemeester van Amsterdam namens het college en haarzelf hier excuses voor heeft gemaakt, niet vanuit schuld of schaamte, maar vanuit politieke verantwoordelijkheid. Het is een historische gebeurtenis, het geeft zichtbare opluchting als ik de beelden bekijk. Ik hoop dat de Nationale politiek haar voorbeeld volgt, het zou passend zijn en recht doen aan waar we nu staan. We komen niet uit niets, we hebben een gedeeld verleden, hoe complex en pijnlijk ook, we zijn hier en we maken een onderdeel uit van Nederland. Ik zeg we omdat we een onderdeel van die geschiedenis uitmaken, zonder het slavernijverleden en de afschaffing van de slavernij waren er geen contractarbeiders naar Suriname gebracht. Het erkennen van de slavernijgeschiedenis en Keti Koti is daarmee ook een Javaanse en Hindostaanse zaak en bovenal een Nederlandse zaak.

Misvatting

In het maatschappelijke discours is het soms moeilijk het gesprek aan te gaan over herkenning en erkenning van het koloniale verleden. De slavernijgeschiedenis en de manier waarop de WIC en het VOC hebben huisgehouden in de rest van de wereld zowel in de Oost als in de West, dat is iets om onder ogen te komen. Dat er aan beide zijden van de wereld slavernij heeft plaatsgevonden, dat is iets waar bijna niet over wordt gesproken. Er is een soort van algemeen beeld dat het toch ook goed was en dat de kolonisatie ook voorspoed heeft gebracht op de koloniën. Een idee dat boekdelen spreekt over onwetendheid en superioriteit van de witte wereld. Alles wat ik, en vele uit deze complexe geschiedenis geboren met mij, weten over die geschiedenis, daar hebben we zelf onderzoek naar moeten doen. Het is niet verweven in ons onderwijssysteem, we moeten er zelf naar opzoek gaan. We leggen puzzels uit verhalen en putten uit familiegeschiedenis, boeken en werken uit archieven. Het is een extra inspanning die er gepleegd wordt, om de meerstemmige vertelling van de geschiedenis te kunnen voeden. Een opmerking die er veelvuldig gemaakt wordt luidt: “Waar maak je je druk om, het is al zo lang geleden.” En dat is een misvatting het is niet lang geleden. Mijn Adja kwam nog uit India, de overgrootmoeder van mijn man is nog slavernij geboren, zijn overgrootvader kwam nog uit Java. We hebben het niet over 10 generaties terug, maar over één, twee of drie generaties terug. Bovendien, maakt deze geschiedenis  een onderdeel uit van de Nederlandse geschiedenis, dus waarom zou deze niet verteld moeten worden?

Reproductie van trauma

Voor het eerst dit jaar neem ik deel aan een Keti Koti tafel, een tafel van dialoog en een gestructureerd gesprek dat zich totaal focust op dit koloniale verleden. Het initiatief en de vorm is het geesteskind van Mercedes Zandwijken, die in 2012 de tafel, die geïnspireerd is op de Joodse Seider Tafel, introduceerde. De bedoeling is dat men door het gesprek en de erkenning van de geschiedenis gezamenlijk dichter bij elkaar komt. Ik kom binnen en krijg de instructie aan de ene kant van de tafel zitten de zwarte mensen en aan de andere kant de witte mensen. Ik merk een dualiteit in mijzelf ontstaan en leg het voor aan de organisatie, want waar hoor ik in deze context bij. Aan de zwarte kant wordt er uit gesproken. Er zijn verschillende rituelen die de avond inluiden. Er komt het insmeren van polsen met kokosolie, het bijten op kwasi bita en het offeren van water aan de voorouders aan te pas. Het is mooi om rituelen hieraan te verbinden. Naar aanleiding van drie vragen gaan we met de andere kant, de ‘witte’ kant in gesprek. We spreken over familiegeschiedenis, het overdragen van gedachtengoed en waar we voor staan en strijden. Daar waar de ‘witte’ kant verhalen deelt die op interpersoonlijk niveau voor herkenning zorgen, deelt de zwarte kant intergenerationele trauma’s, die op hun beurt niet herkent worden. De reproductie van die trauma’s heeft iets ongemakkelijks, want je moet tenslotte zelf ook toegeven en uitspreken dat je uit dit trauma komt. Het trauma van niet precies weten waar je oorsprong ligt, van het verliezen van cultuur, van het ergens bij willen horen, van het niet geaccepteerd worden en van georganiseerde systemische uitsluiting.

Binnen mijn gezin hebben we vaker dit soort gesprekken. We proberen een beeld te geven van waar onze wortels uit zijn ontstaan en hoe die op hun beurt weer verweven zijn met 1 juli, 5 juni en 9 augustus. Ons gezin zou niet bestaan, zonder die geschiedenis, dus nee het is niet lang geleden, het is nu. Wij lopen hier rond en zijn hier omdat die geschiedenis er is. Een geschiedenis om niet te vergeten.