Herdenkingsmars 150 jaar Hindostaanse Immigratie

Op maandag 5 juni vond naar aanleiding van 150 jaar Hindostaanse Immigratie een Herdenkingsmars plaats in het centrum van Den Haag. Meer dan 150 Hindostanen liepen in een stille tocht van de Algemene Hindoe Basisschool naar het Spuiplein als eerbetoon aan hun voorouders en de opofferingen die ze hebben gebracht ten tijde van Hindostaanse dwangcontractarbeid. De mars werd geleid door Hindostaanse vrouwen van verschillende generaties die vlaggen droegen met de namen van de 31 verzetsstrijders die zijn vermoord tijdens de opstanden op plantages Zorg en Hoop in 1884 en Mariënburg in 1902. De vlaggen waren gemaakt door de Indo-Trinidadiaanse kunstenares Renluka Maharaj, die speciaal voor deze mars naar Nederland kwam en ook meeliep.

 

Na de mars hielden verschillende sprekers uit de Hindostaanse gemeenschap toespraken over waarom Hindostaanse Immigratie wordt herdacht. Zo sprak Pravini Baboeram, organisator van de Herdenkingsmars vanuit het Sarnámihuis, over waarom Hindostaanse Immigratie moet worden herdacht:

“Lange tijd hebben we het moment van 5 juni 1873 in de Hindostaanse gemeenschap gevierd. Vanuit het idee dat we de vooruitgang die onze voorouders hebben geboekt en de cultuur die ze hierin hebben weten te behouden moesten vieren. Maar wat we niet moeten vergeten, is dat er voor die vooruitgang een hoge prijs is betaald. Laten we niet vergeten dat ondanks de vooruitgang die is geboekt deze koloniale geschiedenis een pijn en verdriet heeft veroorzaakt, wat onze voorouders nooit hebben kunnen verwerken. Het is dan ook aan ons om die pijn en dat leed een plek te geven, zodat onze voorouders in vrede kunnen rusten.”

Onder begeleiding van de moderator Anima Jhagroe-Ruissen werd ook een collectief herdenkingsritueel gehouden. Het ritueel stond symbool voor het herstellen van de verbinding met het land van de voorouders.

 

Naast de uiteenzetting van de historische context van contractarbeid gingen verschillende sprekers ook in op de doorwerking van het koloniaal verleden in het heden en de specifieke positie van Hindostanen in Nederland. Zo sprak Eduard Mangal, Raadscommissielid bij DENK Amsterdam, over zijn initiatiefvoorstel om contractarbeid mee te nemen in het herdenkingsjaar van het slavernijverleden en waarom hij dit voorstel heeft ingediend. Wedica Premchand, oprichtster van Hindostaans & Queer, ging in op de impact van koloniale geschiedenis op de Hindostaanse queer gemeenschap. Ondernemer Shaif Basier stond stil bij de impact van het koloniaal verleden op de relatie tussen verschillende generaties Hindostanen en het behoud van cultuur. Spoken word artiest Rubaina Bhikhie deelde een poëtische voordracht over haar relatie met haar voorouders. Tot slot deelde Rishma Khubsing, initiatiefnemer van de nationale inclusieve herdenking op 3 mei, welke invloed koloniale narratieven hebben gehad op de positie van de Hindostaanse gemeenschap in de Nederlandse samenleving.