Muziek is meer dan geluid. Het is ook een gevoel, een herinnering, een gedachte. Muziek verbindt de wereld. Zo was dat ook voor een Hindoestaanse jongen uit Suriname die in 1974 de oceaan overstak en zicht in Nederland vestigde. In de Hollandse kou vond hij de verbinding met zijn thuis in muziek. In die tijd traden er een paar Hindostaanse bandjes op in Nederland. In de zoektocht naar mijn thuis reisde ik door heel Nederland achter ze aan. In verschillende steden had je muziekformaties met bekende zangers en zangeressen. Deze bands droegen bij door alle Hindostaanse immigranten dat thuisgevoel te geven. Deze muzikanten hebben bijgedragen aan behoud en ontwikkeling van het culturele erfgoed van Hindostanen in Nederland. Eén van die muzikanten is John Mokamsingh, de vertolker van de dard bhari git, de broken heart-songs van de legendarische Mukesh uit India.
Jeugd
Ik heb John heel vaak op een podium horen zingen. Hij heeft een unieke pose, een pose die hem definieert, net zoals bij Shah Rukh Khan, die wereldberoemd is om zijn romantische act met wijd gespreide armen en een beetje door zijn knieën. Bij de aanvang van een nummer staat ook John met wijd gespreide armen ter hoogte van zijn schouders. Hoewel John beroemd is om zijn imitatie van liedjes van Mukesh was dit niet het geval in zijn jeugdjaren. John is geboren in het district Commewijne in Suriname, maar heeft zijn jeugd doorgebracht in Paramaribo, aan de Gemenelandsweg. Een gemende volkswijk die gekenmerkt werd door rijk sociaal leven. Reeds in zijn jeugd was John gefascineerd door de radio, de enige luxe die de familie zich kon permitteren. De radio was vaak afgestemd op de Hindoestaanse zenders en hij kende bijna alle liedjes op de radio uit zijn hoofd. Het was zo bijzonder, dat bij de aanvang van een liedje hij van zijn ouders moest raden welk liedje op dat moment op de radio was en meestal had John aan het rechte eind. In zijn familie zijn er geen muzikanten, hoewel zijn moeder wel eens thuis zong.
De start van een glorieuze zang carrière
“Ik kende toen al veel liedjes uit mijn hoofd, vooral van Mohamed Rafi. Op de Beatrixschool (in Paramaribo) moest ik regelmatig voor de klas zingen. Mijn klasseonderwijzer, de heer Jacob Sieuwpersad, vroeg een keer aan mij om een liedje van Mukesh te zingen. In de klas voor een publiek van dertig jongens en meisjes zong ik het liedje Koi buláye aur koi áye phir koi muskuráyá, uit de film Apne huye paraye. Ik heb het blijkbaar toen zo goed gezongen, dat mijn leraar tegen mij zei:”John voortaan moet je alleen maar Mukesh-liedjes zingen”. En aldus geschied”.
Op zestienjarige leeftijd vroeg John aan de heer Robby Pierkan, de bandleider van Sangeeta Orchestra, of hij in zijn band mee mocht zingen. De heer Pierkhan keek hem aan en zei: “Acchá tijdens het eerst volgende optreden van ons, het is een biyáh (huwelijk), mag je komen zingen”. Hoewel John erg blij was met deze uitnodiging had hij het gevoel dat de heer Pierkhan hem beleefdheidshalve had uitgenodigd voor deze heel bijzondere auditie. Op het
afgesproken tijdstip melde John zich aan. “Ik vond het spannend en was ook een beetje zenuwachtig. Als eerste zong ik het liedje Kahin door jab din dhaljaye en vervolgens Pyáse panchi. Het was een geweldig gevoel om met een band te zingen”. Hier, op de biyáh aan de Kosterstraat in Paramaribo in 1970 nam de zangcarrière van John een vogelvlucht aan. De Sangeeta Orchestra bestond toentertijd uit: Jaswant Sharma, Robby Sharma, Fens Sharma, Robby Pierkhan, George Dasrath, Mahinder Dasrath en Benny Dasrath. “Door het vertrek van George Dasrath, hij kreeg een baan aangeboden bij de politie, nam ik zijn plaats in, in de Sangeeta Orchestra”. Maar er was een klein probleem dat ik niet had zien aankomen, ik mocht van mijn moeder niet gaan zingen in een band. Ik zat op het lyceum en dat vond zij belangrijker. Dat begreep ik wel, omdat het haar droom was, dat ik een beroemd gynaecoloog zou worden. Hoewel ik de droom van mijn moeder niet heb kunnen waarmaken was mijn moeder erg trots op mijn zangcarrière. Tot op zeer hoge leeftijd bezocht mijn moeder alle concerten van mij en die herinneringen zijn mij dierbaar”.
“In de bands van de jaren zeventig in Suriname traden er geen vrouwen op behalve Roosje Akkal en Hilda Kanhai. Roosje Akkal zong in Indian Melodie Stars onder leiding van Kumar Baccha. Het bijzondere van Indian Melodie Stars was dat zij de Indiase liedjes een calypso beat gaven. Met name geïnspireerd door liedjes van Hary Belafonte. Zo kon er gedanst worden. Indian Melodie Stars speelden zelfs in Torarica. Een ander unicum was dat zij beschikten over boxen die huurden ze bij Mahinder Malhoe. Andere bandjes maakten gebruik van een hoorn”.
Aankomst in Nederland
In januari 1974 vertrok John naar Nederland. Vanwege zijn grote bekendheid in Suriname als Mukesh-zanger werd hij binnen een paar weken gevraagd door Barik Wagid Hosein om te komen zingen bij Indian Rockets. Deze bestond uit: Barik Wagid Hosein, Kries Madarie, Henk Malikadien (drummer) en Kenneth Torilal. “Nadat de Indian Rockets in 1978 ophielden te bestaan, vroegen de leiders van de Indian Combo, de gebroeders Kasi, aan mij om zanger te worden bij de Indian Combo, en dat heb ik met veel plezier gedaan”.
Oprichting Indian Eagles
“In 1981 besloot ik een eigen band op te richten, ondanks het feit, dat ik wist dat je hiervoor tenminste f 30.000 nodig hebt. Je moet namelijk alle muziekinstrumenten kopen. Dit weerhield mij echter niet om mijn droom te verwezenlijken en het lukte mij om het benodigde geld bijeen te harken. Vervolgens moesten wij een naam verzinnen voor de band die moest beginnen met Indian. Want in die tijd begon de naam van bijna alle bandjes met het woordje Indian, dit ter bevestiging dat wij Indiase muziek speelden. Wij zaten te overleggen over de naamgeving van de band. Sommigen zeiden Indian Tiger. Mijn nicht Sonja Thakur, die toevallig ook aanwezig was, riep uit de keuken:“John waarom kies je niet voor de naam Indian Eagles?”. Zo heeft Indian Eagles het licht gezien. De leden van de Indian Eagles waren toen: Arun Jitbadoer, Roy Jitbahadoer, Duda Basdew, Kries Jhoeloer, Faizal Habib, Glen Soedhoe en Paul Bechoe. In hun enthousiasme werden er flyers gedrukt voor het eerste optreden. Die flyers werden verspreid in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Toen kreeg John een telefoontje van een advocaat uit Amsterdam.
“Die advocaat bleek de vertegenwoordiger te zijn van de wereldberoemde muziekformatie The Eagles uit Amerika. We werden gesommeerd om binnen enkele weken alle flyers weg te halen en deze fout niet meer te maken op straffe een flinke geldboete. We schrokken ons rot en die fout hebben wij nooit meer gemaakt”. De start van de Indian Eagles ging niet van een leien dakje. Er was een veelheid van muziekgroepen en dat maakte het nog lastiger. “Het repertoire was Hindoestaanse muziek, maar het was een moeilijke periode om te overleveren. Ik besloot in 1985 om door de Indian Eagles, enigszins genoodzaakt door de concurrentie van de vele bandjes, een breder repertoire te laten spelen. Om mijn doel te bereiken, moest ik buiten mijn eigen kring gaan kijken. Onder Hindoestanen was er een groot gebrek aan blazers ( saxofoon, trompet en fluit) en van mensen die muziek hadden gestudeerd. Mede door de komst van Oscar van Leeuwaarden, Erwin Poeder, Kenneth Westerborgh, Frits Heijmans en Frans van der Kroft verbreedde het oeuvre en kwam de grote doorbraak. Wat ook erg belangrijk was, is dat ik Mukesh-liedjes bleef zingen. Andere bandjes hadden geen Mukesh zanger en het publiek waardeerde het zeer. Deze verandering gaf een extra impuls aan de Indian Eagles. De populariteit nam enorm toe want naast Hindoestaanse liedjes, kon het publiek nu ook “getrakteerd” worden op Engelstalige liedjes. Het was een gouden periode, zeker door de opkomst door de zalen Doelari en Hooiberg”.
Naast optreden in de bovengenoemde zalen, bleef het verzoek om op te treden op de vele biyáhs (huwelijken) binnenkomen. “Dit heb ik altijd erg leuk gevonden. Wij passen ons ook aan, aan het publiek. We beginnen altijd met een bhajan en op islamitische bijeenkomst met een nát. Wat wij de laatste tijd meemaken, is hartverwarmend. Wij spelen nu op huwelijken van kinderen, van wie wij ook op het huwelijk van hun ouders hebben gespeeld, en het echtpaar danst ook op hetzelfde openingsnummer”.
Dertig jarig bestaan van Indian Eagles
“In 2011 bestond Indian Eagles dertig jaar en ik wilde een mooi gebaar maken naar een aantal zangers toe. Het dertigjarig bestaan is toch een mijlpaal en niet veel bandjes kunnen terugzien op een onafgebroken periode van bestaan van dertig jaar. In 2021 bestaan wij al veertig jaar en dit zouden wij ook groots herdenken, maar helaas kan het niet doorgaan vanwege corona. In 2011 hebben we in de Anton Philipszaal een groot feest georganiseerd, waarbij wij aan een aantal zangers een aandenken hebben gegeven voor hun verdiensten voor de muzikale wereld. Het is een Life time achievement award en uitgereikt aan: Hans Jagbandhan, Edgar Burgos (Bugru), Oemar Wagid Hosein, Indra Ramcharan, Rammurti Lachman en Edgard Panday.
Indian Eagles in de prijzen gevallen en Mukesh teri yaad mein
In de afgelopen veertig jaren is de Indian Eagles en dan met name John heel vaak in de prijzen gevallen. Hoewel John trots is op de vele erkenningen blijft hij een bescheiden man. De diverse erkenningen zijn de onverwachte zoete vruchten van zijn passie om bezig te zijn met muziek en plezier hebben met zijn doston (vrienden). Zonder plezier te scheppen in het maken van muziek hou je het natuurlijk niet zo lang vol. Zo heeft de Indian Eagles vijfentwintig jaar achterelkaar opgetreden op het Milan festival in het Zuiderpark in Den Haag. “Ik kijk er met heel veel plezier op terug. De optredens waren altijd gezellig en het publiek genoot er zichtbaar van. Zo heeft John de Erasmusspeld ontvangen van de gemeente Rotterdam. Door de Surinaamse overheid is hij in 2018 benoemd tot Ridder en de hierbij behorende versierselen ontvangen. Door de gemeente Den Haag is John onderscheiden met de Stadspenning. Bovendien heeft hij een kast vol met bekers die de Indian Eagles hebben gekregen. Waar de Indian Eagles ook heel erg bekend om is geworden zijn de optredens tijdens Mukesh terie yaad mein. Een initiatief van de heer Gandhy Poeran. De eerste keer was het op 18 januari 1986 in de zaal Amicitia in Den Haag. Met een kleine onderbreking is het een jaarlijkse evenement geworden, dat volle zalen trekt. “In het jaar 2000 hebben wij ook opgetreden op Koninginnenach en dat was voor Indian Eagles”.
Tot slot
Ik ken John als de artiest die de prachtige liedjes van Mukesh covered, en toen ik hem benaderde voor het interview was hij erg enthousiast. Ik mocht gelijk thuis bij hem komen en we hebben samen uren gesproken. Wij hebben het niet alleen gehad over zijn hartstocht voor muziek, maar ook over het leven en zijn geloofsovertuiging. Ik heb veel van hem opgestoken. In de afgelopen veertig jaar als leider van Indian Eagles heeft hij een geweldige tijd gehad, maar ook minder leuke ervaringen. Het is voorgekomen, dat hij na een optreden niet uitbetaald werd maar wat hem zichtbaar zwaar valt, is dat een aantal van zijn vrienden hem zijn komen te ontvallen. John is nu een pensionado, maar gaat na de corona-periode gewoon door met musiceren. Wat voor mij een openbaring was is dat John zo geweldig kan koken. Hij is in de familie en vriendenkring beroemd om zijn specialiteit om zalm klaar te maken. Het bovenstaande is een weergave van het gesprek tussen ons beiden. Alle foto’s zijn afkomstig uit zijn privé archief.