Ik sport drie keer in de week, doe mijn boodschappen op de fiets of lopend, maar desondanks zit mijn overhemd strak tegen mijn buik aan. De knopen staan op spanning en dit kan gevaarlijk voor de persoon die tegenover mij in de trein of bus zit. Als een van mijn knopen losschiet, kan het die persoon ernstig letsel toebrengen. Ik was een groot gebruiker van zuivel en at elke dag twee vruchten: een banaan en een kiwi. Elke dag – tijdens de lunch – dronk ik een halve liter karnemelk en bij het avondeten Franse kwark. Ik was heel gezond bezig, maar als ik langs een spiegel liep, dan schrok ik van mijn buikomvang. Per toeval kwam ik Prem Adhien tegen een Rotterdamse apotheker tegen, en hij gaf mij geweldige tips die voor mij een eyeopener waren. Zo attendeerde hij mij erop, dat in zuivel lactose zit en dat lactose gewoon suiker is, evenals in vruchten en dat overtollige suiker in je lichaam wordt omgezet in vet. Hij wees mij op een boek waaraan hij samen met zijn echtgenote Nandita Paltantewari eveneens apotheker, heeft geschreven speciaal voor Hindostanen met diabetes type 2. Hoewel ik geen diabetes heb, is dat boek een goudmijn voor mensen die hun leefstijl willen aanpassen en diabetes type 2 kunnen voorkomen. Daarnaast staan in dit boek ook tips voor mensen die wel diabetes type 2 hebben en deze zonder medicatie onder controle willen krijgen en zelfs hun medicatie kunnen verminderen. Het boek is erg goed gedocumenteerd en voorzien van lekkere recepten. Ik ben er al aan begonnen. En het resultaat?
Onderstaand ziet u het interview dat ik had met Prem Adhien(PA).
AS: Diabetes bij Hindoestaanse mensen. Hoe vaak komt het voor?
PA: Diabetes type 2 komt heel vaak voor bij Hindoestanen. De HELIUS studie (2017, Prof Karin Stronk) onderzocht hoe vaak het voorkomt onder verschillende etnische groepen in Nederland. Op jonge leeftijd (onder 50 jaar) komt diabetes type 2 ongeveer tien keer meer voor bij Hindoestanen dan bij blanke Nederlanders. Boven de 60 jaar heeft meer dan de helft van de Hindoestaanse mannen en bijna de helft van de vrouwen diabetes type 2, vier tot vijf maal vaker dan blanke Nederlandse mensen van dezelfde leeftijd.
AS: Hoe komt het, dat Hindoestanen zo vaak diabetes type 2 hebben?
PA: De wetenschap kan deze vraag nog niet met zekerheid beantwoorden. Maar er zijn wel vermoedens. In de eerste plaats erfelijke aanleg. We denken dat diabetes type 2ontstaat door onze manier van leven in combinatie met bepaalde genen. Alleen de mensen die erfelijke aanleg hebben om diabetes type 2 te krijgen, worden ziek. Diabetesgenen komen meer voor bij Hindoestanen. Maar ze kunnen het grote verschil met blanke Nederlanders niet volledig verklaren.
Lichaamsbouw
Hindoestanen zijn gemiddeld kleiner dan blanke Nederlanders. Dat geldt niet alleen voor hun lichaamslengte, maar ook voor hun organen. De alvleesklier is een van die organen. Een kleine alvleesklier heeft minder cellen die insuline kunnen maken. Insuline zorgt er voor dat glucose vanuit het bloed naar de spieren en de lever wordt getransporteerd. Met minder insuline kan glucose dus niet goed uit het bloed weg en dat maakt de kans op diabetes groter.
Hindostanen hebben gemiddeld minder spieren en meer vet. Spieren gebruiken heel veel glucose, dus als je minder spieren hebt raak je jouw glucose niet goed kwijt. Vet maakt stoffen die de werking van insuline belemmeren. Meer vet betekent dus minder goed werkende insuline. Je maakt als Hindoestaan dus niet alleen minder insuline, het werkt ook nog minder goed en er zijn minder spieren om de glucose in kwijt te kunnen. Alles bij elkaar maakt de lichaamsbouw van Hindoestanen de verwerking van glucose moeilijk.
Waarom zijn Hindoestaanse mensen anders gebouwd dan blanke Nederlanders?
PA: Ook op deze vraag heeft de wetenschap nog geen zeker antwoord. Het heeft waarschijnlijk te maken met een te-kort aan voeding, na komst van de landbouw nu ongeveer 10.000 jaar geleden. Voedselschaarste was in Zuid-Azië, waar Hindoestanen oorspronkelijk vandaan komen, altijd een groter probleem geweest dan in Europa. Baby’s groeiden niet goed in de baarmoeder door onvolwaardige voeding tijdens de zwangerschap. En kinderen groeiden niet goed als ze te weinig of onvolwaardig te eten kregen. Voedselschaarste leidde tot kleine mensen. Als je opgroeit in een omgeving met weinig eten, dan past het lichaam zich aan. Het ontwikkelt manieren om zo veel mogelijk vet op te slaan als er onvoldoende voedsel is.
Tegenwoordig is er natuurlijk voor de meeste mensen meer dan genoeg voedsel, ook in Zuid-Azië en overal waar Hindoestanen wonen. Het Hindoestaanse lichaam heeft zich nog niet aan die nieuwe situatie aangepast: het stapelt al het overdadig voedsel heel efficiënt op als vet. Overigens worden Hindoestanen wel steeds langer doordat er nu voldoende voedsel beschikbaar is.
AS: Wat kunnen wij doen om deze ziekte te voorkomen?
PA: Hoe het ook zij, door onze genen en onze lichaamsbouw kunnen Hindoestanen minder goed glucose uit hun bloed weg krijgen naar de spieren en de lever. En ze maken makkelijk vet aan. Het merendeel van de glucose in bloed komt uit het eten. Zetmeel en suiker zijn de belangrijkste bronnen van glucose in onze voeding. Het is dus van groot belang om minder zetmeel en suiker te eten als je suikerziekte hebt. Daarnaast is regelmatige, lichamelijke activiteit van groot belang. Daardoor kweek je spieren, waar glucose naar toe kan. Bovendien gaat insuline beter werken als je regelmatig beweegt. Stress en slaap zijn ook belangrijke factoren.
AS: Jullie hebben meegewerkt aan een prachtige boek: Diabetes type 2? Maak jezelf beter
PA: Dit boek, geschreven door Karine Hoenderdos en Hanno Pijl, probeert Hindoestaanse mensen met diabetes type 2 te helpen bij de leefstijlaanpassingen die nodig zijn om hun diabetes aan te pakken. Je kunt zelf heel veel doen! Je mag wel zeggen: zonder zelf maatregelen te nemen is diabetes type 2 een heel moeilijk behandelbare ziekte. Het is voor iedereen echter heel moeilijk om leefgewoontes te veranderen in een cultuur die voortdurend verleidt tot keuzes, die bij ziekte vaak niet de juiste zijn. Onze voeding is bijvoorbeeld erg rijk aan zetmeel en suiker. Vaak eten wij een combinatie van witte rijst en dál, álu (aardappel) met soms roti erbij. Alle drie voedingsmiddelen zijn zeer rijk aan zetmeel en suiker. Ook komt regelmatig veel zoetigheid op tafel en eten wij te weinig groenten. Daarnaast bewegen wij over het algemeen te weinig. Al deze factoren maken dat de hoeveelheid glucose (suiker) in ons bloed stijgt. We hebben in samenspraak met Karine en Hanno de tekst van hun eerdere boek over leefstijl bij diabetes type 2 zo veel mogelijk aangepast aan de Hindoestaanse cultuur met zetmeel- en suikerarme recepten, waarbij seizoengroenten op de voorgrond staan. Naast dat ze goedkoop zijn op de markt of in de supermarkt, behouden ze hun vitamines in tegenstelling tot groente soorten, bijvoorbeeld uit Suriname worden ingevoerd.
We hopen dat met het boek Diabetes type 2? Maak jezelf beter, de Hindoestaanse editie met ISBN-nummer 9789059564053 u uw diabetes beter onder controle krijgt of u voorkomt dat u diabetes ontwikkelt.