Amar K. Soekhlal: Selfie met een koe! En dan?

Harie is een buitengewoon gezellige man, altijd in voor een lolletje. Maar tegelijkertijd een harde werker met de handelsgeest van een Indiër. Geen wonder dat hij de hele Indiase gemeenschap in Suriname en daarbuiten kent en liefhebber is van tandoori-chicken, een van oorsprong Oezbeeks gerecht. Hij is ook een zeer “matige” drinker. Harie reist de wereld rond om zijn Indiase vrienden te ontmoeten. Zo kreeg hij een uitnodiging voor een huwelijk in Miami van één van zijn Indiase vrienden. Nou dat was dan twee vliegen in een klap! Zijn vrouw kon  shoppen en hij een beetje uitrusten van alle hectiek. Zijn vrouw had een koffer vol merkspullen gekocht en lag naast het bed, open, klaar voor vertrek naar Suriname.

Selfie met een koe. Foto: Ashok Soekhlal

Na de nautá zouden ze gelijk terugvliegen. Op het huwelijk was iedereen gestoken in Indiase kleren. Harie niet. Die was in een driedelig pak. Bij elke Indiër die hij ontmoette hoorde hij: “Arre Hariebhái áp bhi yahá? Achá is khusi par ek peg ho jái ye”. En ze sloegen een shot whisky achter over. Na een paar minuten volgde een andere Indiase dost en weer: Arre Hariebhái ketná khush huwe áp se milkar. Ek peg ho jáye. En weer sloeg Harie een shot whisky achter de kiezen. Maar na de tiende peg begon hij zijn das los te knopen. Zijn vrouw zag het tafereel en snelde naar hem toe  en vroeg aan hem: “Harie wat doe je”? Ondertussen begon hij ook zijn overhemd uit te doen. “Hari, doe je overhemd aan, de mensen lachen je uit”. “En dan!” bulderde hij. De Indiërs verstonden geen Nederlands, dus vroeg één van hen wat hij zei. “Misschien moet hij verse koeienmelk drinken, dat is goed tegen dronkenschap” opperde een van zijn Indiase vrienden. Hoewel Hari redelijk aan de kachel was verstond hij het wel. “Mijn broer is een khetihar en hij heeft koeien” zei hij. Khetihar, een prachtig mooi Sarnámi woord dat landbouwer betekent.  Op de middelbare school in Nederland moest ik steevast uitleggen dat in Suriname een boer landbouwer wordt genoemd.

Kippen op het erf. Foto: Ashok Soekhlal

Mijn ouders waren landbouwers, maar ze hadden geen tractoren om de grond te bewerken of een melkmachine om de koeien te melken. We deden alles zelf, met de hand. Het bewerken van de grond gebeurde aanvankelijk met een forku (vork om te spitten) en sabbal (spade) en later huurden mijn ouders een tractor voor de grondbewerking. “Dus jullie waren keuterboeren” vroeg Rob één van mijn klasgenootjes. Ik had nog nooit van een keuterboer gehoord, maar het voelde als een hobbyboer. Naast de landbouw deden mijn ouders aan veeteelt en hadden wij ook pluimvee. Volgens de Surinaamse norm waren mijn ouders grootlandbouwers. Vanwege de landbouw konden mijn ouders niet alleen mijn ouders, maar velen op Kwatta, een groot huis bouwen, auto’s kopen, op vakantie gaan naar Nederland en de kinderen laten studeren. Op Kwatta werd er eindjaren zestig van de vorige eeuw landbouwtentoonstellingen gehouden, er is nog steeds een ministerie van Landbouw, in de Surinaamse literatuur wordt er nog altijd gesproken over landbouwers. In de tweede Jit Narain lezing heeft de keynote speaker Dr. L. Gobardhan-Rambocus ook over landbouwers. Ik merk echter dat Surinamers in Nederland met name de zestigers het niet meer hebben over landbouwers, maar over boeren. Ook zij kwalificeren mijn ouders als keuterboeren. En dit is toch echt niet waar! Hamme dukh lage hai. Kwatta en omstreken is, volgens de landbouwdeskundige heer Van Ommeren de gruntu djari van Suriname en dat word je niet als je een beetje gaat hobbyen. En uiteraard moet je het plaatsen in de Surinaamse context. In de internationale literatuur wordt over de landbouwers in de Indiase diaspora ook gesproken over peasant. Ook hier zou ik ervoor willen pleiten om ook in dat verband te kiezen voor het mooie Sarnámi woord khetihar en die te omschrijven. Straks is diváli en we zullen elkaar subh diváli toewensen. Ik hoop van harte niet dat we elkaar happy diváli gaan toewensen. Onze Sarnámi cultuur staat al onder druk en de Indiase invloeden moeten wij buiten houden. In dat opzicht is Harie een cultuur patriot. Te midden van veel Indiërs sprak hij het mooie woord khetihar uit, dat zo de identiteit is van de familie Soekhlal. En Harie? Die is uiteindelijk in zijn hotel kamer beland. Om half vijf in de ochtend, nog onvast op zijn benen en mistig in de ogen, moest hij naar het toilet. Gelukkig kon zijn vrouw nog op tijd de koffer dicht gooien, anders moest zij al die Michael Kors spullen ontluchten.

Ik wens u alvast een subh diváli toe. Maak er wat moois van.

Manáw diváli ke khusyáli

Ghar aur prási safá kar

Dher se divali bár

Khusi ke git apne man me gáw

Aur sabkoi ke sát subh diváli manáw

Foto: Ramadhar Soekhlal