Amar K. Soekhlal: De prijs van geluk (deel 1)

Vorig jaar september verscheen een roman getiteld De Prijs van Geluk (Uitgeverij Aspekt). De titel is opmerkelijk, maar nog bijzonder is dat de auteur, Ruben Gowricharn, hoogleraar Hindostaanse Diaspora Studies, is aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Nu, een jaar later, gaat Sarnámihuis in gesprek met de auteur over dit boek. In drie afleveringen komen de volgende vragen aan de orde:

  1. Wat is het belang van dit boek?
  2. Waarom schrijft een hoogleraar, die aardig wat wetenschappelijke publicaties – overigens over uiteenlopende onderwerpen op z’n naam heeft staan (zie https://www.promotiekamer.nl/wp-content/uploads/CV_RG2020.pdf) – op het idee om een roman te schrijven?
  3. Hoe is dit boek ontvangen?

Vandaag hebben we het eerste vraaggesprek: Waar gaat dit boek over en heeft het boek thema een bijzondere betekenis?

AS: Ruben, ik heb dit boek vorig jaar gelezen en in de afgelopen vakantie herlezen. Ik blijf het een aangrijpend boek vinden.

RG: Wat vindt jij aangrijpend?

AS: Even wachten, ik stel de vragen en jij reageert. Maar om kort op jouw vraag te antwoorden, ik vind het aangrijpend om te lezen welke gevolgen migratie kan hebben voor personen, voor een gezin, met name de vervreemding van leden van hetzelfde gezin. Het is een confrontatie met je zelf.

AS: Waar gaat dit boek over?

RG: Dit boek gaat over Boyke en Kamla, een echtpaar uit het district Commewijne, dat met hun kinderen naar Nederland emigreren tegen de achtergrond van de naderende onafhankelijkheid van Suriname. Na omzwervingen via opvangcentra belanden ze uiteindelijk in Den Haag. Ik beschrijf het integratie proces van dit gezin, met name het proces van worteling, de ambitie van de ouders, de jeugdcultuur waarin de kinderen opgroeien, het Hindostaanse leven in Den Haag, de verhollandsing van kinderen en moeder, de relaties die zij onderhouden met Suriname en dat de volwassen kinderen op een gegeven moment hun eigen weg gaan. De kinderen Harry, Surén, Bea (allen geboren in Suriname) en Moenna (geboren in Nederland) studeren en realiseren elk op hun eigen manier de ambities van de ouders: ze voltooien allemaal een hogere opleiding. Maar juist daardoor krijgen ze een druk leven en raken ze los van de ouders. En niet alleen dat: ze vervreemden ook cultureel van de ouders. Ze zijn onmerkbaar gaan leven in een andere, verhollandste wereld, waardoor het contact tussen ouders en kinderen schraal werd. Die verschraling is alleen te begrijpen uit het succes van de ouders en van de kinderen. Je zou kunnen zeggen dat de ouders hun kinderen kwijtraken omdat zij succes hebben. Dus succes heeft een keerzijde, een prijs. Daar gaat dit boek over.

AS: Heeft dit boek een groter thema?

RG: Ja, het thema is de vervreemding tussen ouders en kinderen als gevolg van succesvolle integratie. Dat is een paradox, maar het kenmerkt de meeste migranten. De vervreemding leidt tot vereenzaming van ouders, het gevoel dat dat je je kinderen kwijt bent, al ben je als ouder trots op hen. Het grotere thema is dat dit verhaal niet alleen voor immigranten opgaat. Ook binnenlandse migranten, zoals Marijke in het boek die uit de Achterhoek komt, en autochtone Nederlanders uit lagere klassen, hebben met deze vervreemding te maken. Het is een wereldwijd verschijnsel, de keerzijde van elke vorm van sociale mobiliteit.

AS: Hoe zou je dat thema willen omschrijven?

RG: Ik zou het thema willen omschrijven als vervreemding. Je raakt als ouder los van je eigen kinderen die een soort vreemdeling worden. Het verhaal geldt voor alle ouders wier kinderen een opwaartse stijging op de maatschappelijke ladder hebben meegemaakt. Het is een proces dat kinderen individualiseert, de ouders vereenzaamt en een gemeenschap intern losser maakt. Op gezinsniveau kwam ik dit proces tegen in een proefschrift over Nederlandse arbeiderskinderen die naar de universiteit gingen en promoveerden. Zij voelden zich niet thuis in het nieuwe milieu, maar als ze bij ouders op bezoek gingen, voelden ze zich daar ook niet meer thuis. Ze waren dus nergens niet meer thuis. Maar er is wel een verschil tussen kinderen van autochtonen en immigranten: bij autochtonen is er een vloeiende overgang van het ene milieu naar het andere, al was het omdat zij dezelfde taal gebruiken, dezelfde gedragsnormen kennen, en het klimaat en de omgeving normaal vinden. Bij immigranten is er zelden sprake van een vloeiende overgang, eerder van een breuk met deze zaken. Er ontstaat dus een kloof tussen de eerste en tweede generatie migranten. Dat verschilt wel per kind, maar vooral laaggeschoolde ouders zijn niet goed in staat om het contact met sociaal gestegen kinderen te onderhouden. Dit leed is weinig opgemerkt. Het is een tragische gebeurtenis waar in de wetenschap, politiek en hulpverlening weinig aandacht voor is geweest.

AS: Het boek gaat over Hindostanen. Is er geen spanning tussen het grotere thema en de focus op Hindostanen en Den Haag?

RG: Nee, want je moet de Hindostanen zien als een model van een groter proces. Ik heb een Hindostaans gezin gekozen als model om het proces te beschrijven en omdat ik die gemeenschap het beste ken. Het zou net zo makkelijk een Turks of Marokkaans gezin kunnen zijn, omdat het namelijk een universeel proces is. In het boek is Marijke, de Hollandse buurvrouw, ook verhuisd vanuit de Achterhoek naar Den Haag. Ook dat is een vorm van migratie, en ook zij krijgt te maken met dezelfde gevoelens van vervreemding. Alleen beleefd zij het minder als een verlies omdat veel zaken voor haar een vloeiende overgang is. Maar hoe je als ouders de vervreemding beleefd is afhankelijk van de culturele afstand tussen ouders en kinderen. Bij autochtonen is die afstand kleiner, maar niet afwezig.

AS: Een kritiek van een recensent is dat het verhaal de stereotypische geslaagde Hindostaan beschrijft. Hoe kijk je tegen dat verwijt aan?

RG: Het stereotypische zou zijn dat alle Hindostanen geslaagd zijn. We weten dat het niet zo is. De reden dat ik voor een harmonieus gezin en geslaagde kinderen heb gekozen is om juist het succes in beeld te brengen. Ik kon ook kiezen voor een gezin dat te maken heeft met drugs en criminaliteit, maar dan zou ik het thema van vervreemding niet goed over het voetlicht brengen, dat zou het verhaal complex en minder scherp maken. Door te kiezen voor een harmonieus en succesvol gezin , kon ik de prijs van het succes het beste tot uiting laten komen. De keuze was dus methodologisch bepaald.

AS: Het boek bevat veel kritiek op Hindostanen (in de personage van Bea) en op autochtone Nederlanders (in de personage van Boyke). Is het thema ook bedoeld als kritiek?

RG: Ja zeker. Bea is zeer verhollandst en heeft kritiek op de vele aspecten van de Hindostanen, zoals het registreren van de cadeaus die men elkaar op huwelijken geeft, dat zij schulden maken om op vakantie te gaan of de bemoeizucht van de familie. Maar ik laat ook zien dat niet alle kinderen uit een gezin dezelfde zijn.

Daarentegen heeft Boyke, de vader, een sterk anti-Nederlands sentiment, dat typisch is voor de eerste generatie Surinamers in Nederland. Die generatie is een beetje nationalistisch georiënteerd. Als je een gemeenschap wil portretteren dan moet je ook de verschillen tussen de generaties laten zien.

AS: Spelen de kinderen een bijzondere rol in dit verhaal?

RG: Ja, de kinderen spelen zeker een belangrijke rol. Ik wil laten zal zien dat tussen de kinderen binnen één gezin een grote variatie is. Harry zou je kunnen omschrijven als de klassieke oudste zoon. Moenna, de jongste ontwikkelt, zich tot een ware opportunist. Bea heeft inderdaad veel kritiek, maar is het meest liefdevolle en attente kind in moeilijke tijden. De kinderen zijn daarnaast verschillend in partnerkeuze, karakter, binding met de ouders, interesses en dergelijke. En ook belangrijk: ouders kunnen teleurgesteld raken in kinderen. Dat is ook een taboe, maar een veelvoorkomend verschijnsel in het leven.

AS: Kamla blijft aan het eind alleen achter. Is dat einde een onverbiddelijke uitkomst? Kon het ook anders eindigen?

RG: Ja, het zou anders kunnen eindigen. Kamla komt uit oorspronkelijk uit Commewijne en is laag opgeleid. Ze kon niet meedoen met de gesprekken van haar kinderen, ze viel dus ongewild en onbedoeld buiten de wereld van haar kinderen voor wie ze al jaren geleefd had. Bij hoogopgeleide ouders zal dat minder het geval zijn. Maar ook zij hebben te maken met het losraken van hun kinderen. Succesvolle integratie is dus een zegen en een vloek.

De prijs van geluk is uitgegeven door Uitgeverij Aspekt en kost €22,50. Het is ook online te verkrijgen via diverse boekhandels.