Aanleiding
Na ruim 45 jaar onderwijs in Suriname en Nederland, ben ik in november 2023 met pensioen gegaan. Dit was reden voor mij om mezelf en mijn partner te trakteren op een niet-standaard buitenlandse reis. Na enige twijfels is onze keus op Gambia gevallen, hetgeen onze eerste kennismaking met het Afrikaanse vasteland zou worden.
Mijn reisgezelschap bestond uit 4 personen m.n. mijn zussen Indrawatie, Tarawatie en mijn partner Meenakumarie. Mijn vrienden verklaarden mij voor gek, dat ik naar Gambia ging waar ik niks te zoeken had en bovendien ging ik reizen in een gezelschap van drie vrouwen.
“Gambia, ook wel bekend als “The Smiling Coast of Africa”, is het kleinste land in (West-)Afrika. Met zijn prachtige stranden, azuurblauwe zee, rijke cultuur en vriendelijke bevolking is het een populaire bestemming voor vakantiegangers, die op zoek zijn naar een ontspannen en avontuurlijke vakantie”.
Althans, het voorgaande las ik op de sites van de reisorganisaties. Of wij het ook zo hebben ervaren,
valt af te leiden uit mijn reisverslag van 6 dagen Gambia en een dag Senegal. Hieronder volgt mijn reisverslag.
Dag 1: Onze kennismaking met Gambia begon al tijdens de rit van de luchthaven van de hoofdstad Banjul naar ons resort ergens aan de Kololi Beach. We moesten gebruikmaken van een ventweg, omdat de hoofdweg (de highway) werd verbreed en geasfalteerd. Dit was een zware reis van ruim een uur over een weg vol gaten en zig-zag rijdende auto’s.
Een vrouw, die leed aan reisziekte, begon halverwege de route over te geven. De eerste indruk van Gambia was niet positief. Langs de wegen stonden er honderden karkassen van Europese auto’s, veel vuil o.a. plastic op de bermen, slecht en schaars geklede kinderen en mannen, hutten met golfplaten, die deden mij denken aan de hutten van onze kalkatiyá´s tijdens hun contractperiode.
Het was een hele opluchting voor ons toen we op onze vakantiebestemming aankwamen. Het was een prachtig resort, schoon en lag midden in een mooi park. Bovendien lag het aan de Atlantische Oceaan met haar azuurblauwe water, een mooi zandstrand, palmbomen en hutten die afgedekt waren met palmbladeren.
In de avond was het erg levendig in de nabije omgeving met restaurants uit alle windstreken op de welbekende strip in de toeristische badplaats Kololi. Er was voldoende keus tussen de traditionele Gambiaanse, Indiase, Italiaanse, Chinese, Libanese keuken en een paar onbekende fastfoodrestaurants. We maakten in de avond kennis met de overheerlijke Gambiaanse keuken (rijst, kip met pindasaus). Opvallend was dat alle in die buurt supermarkten een Indiase eigenaar hadden.
Dag 2: Op deze dag reisden wij, op advies van een reisgenoot die jarenlang Gambia bezoekt, met een lokale gids naar de hoofdstad Banjul, een bruisende stad vol kleurrijke markten en straatverkopers. We dwaalden door de smalle steegjes van de Albert Market, waar allerlei souvenirs en spullen van de lokale ambachten te koop werden geboden. Het was zeker een goede keus om met een lokale gids deze reis te maken. Hij onderhandelde ook namens ons, maar pikte ook een graantje mee als de deal doorging. De lokale bevolking was erg vriendelijk en gastvrij, altijd bereid om een praatje te maken en intussen te onderhandelen over de prijzen. Ook bij de 35 meter hoge triomfboog Arch 22 konden we mooie foto’s maken. Dit monument is in 1996 gebouwd om de (bloedige) militaire staatsgreep van 1994 te herdenken.
Bij het ontbijt in het resort hadden we kennis gemaakt met een Surinaams-Hindoestaans echtpaar uit Wolvega en een Nederlandse man uit Brabant. De laatste vroeg ons, of we zin hadden in een safari in Senegal. Dit moest de volgende dag al plaatsvinden en we konden een eigen groep van 7 man samenstellen. Met het lokale reisbureau konden we per persoon €70,00 besparen en bovendien hadden we veel inbreng in het programma.
Dag 3: Op deze dag vertrokken we stipt op de afgesproken tijd om 07:30 uur naar Banjul aan de Gambiarivier om vandaar een oversteek te maken met een veerboot om vervolgens door te rijden naar Senegal. De weg naar Banjul was vreselijk slecht en erg druk. De hoofdweg was afgesloten, omdat de president daar langs zou rijden. Hierdoor kwamen we bijna te laat bij de veerboot aan. Met de hulp van een paar Gambianen hebben we de veerboot op het nippertje gehaald.
Deze oversteek, die ruim 35 minuten duurde, deed me denken aan de veerboot van de jaren 70 van de vorige eeuw van Paramaribo naar Meerzorg.
Het ging erg chaotisch aan toe en ik vermoedde dat er i.p.v. het maximum van 350 passagiers het dubbele was toegelaten. Op de veerboot werden allerlei (etens)waren aan de man gebracht o.m. water, frisdrank, kokosnoten, hapjes, sigaretten en telefoonaccessoires.
Bij de grenscontrole, konden we vrij vlot doorrijden, omdat de lokale gids in de paspoorten van ons iets ‘’lekkers” had toegestopt voor de douanier. We waren hierna binnen een kwartier in het Fathala Wildpark. We hebben volgens de gids die dag erg veel geluk gehad dat we alle ”grote” dieren z.a. giraffen, zebra’s, antilopen van heel dichtbij konden bewonderen; zelfs de enige neushoorn van dit park konden we op 10 meter afstand aanschouwen. Aan het einde van de rit door het park, kwam het spannende moment om aan te geven wie mee wilde (tegen extra betaling van €40,-) voor een wandeling met loslopende leeuwen. Voor mij was tot nu toe dit het hoogtepunt van onze reis, om op de foto te gaan met het loslopende koningspaar om daarna ook een wandeling van ruim 7 minuten met hen te maken. Mijn reisgezelschap voelde minder op haar gemak toen ik dit besluit nam. Net toen we zouden vertrekken, kwam een grote groep van ruim 15 toeristen aangelopen, die ook meewilden.
We zouden aanvankelijk met 5 man gaan en zouden na maximaal 45 minuten terug zijn bij de anderen, die achtergebleven waren.
Mijn zussen en Meena werden ongerust toen ze ons na ruim 2,5 uur nog niet terug zagen komen.
Ik werd bij terugkeer als een leeuwenkoning onthaald en pas veel later begreep ik het waarom hiervan. Na uren wachten, waren ze gewoon erg blij mij heelhuids terug te zien lopen. Ik was letterlijk uit de hol van een leeuw gekropen. Ik stuurde wat foto’s van mij samen met de leeuwen naar vrienden en familie in Nederland. Had ik niet moeten doen, want ik kreeg alleen maar commentaar als: ”Ze waren gedrogeerd, of ze waren speelgoedleeuwen en hun bekken waren dichtgenaaid”. Ik kon wel lachen om hun fantasie. Mooiste vond ik de reactie van mijn kleindochter, mijn heldin Ayshaniya, die haar náná erg stoer vond en dat hij twee leeuwen had getemd. Ik reageerde kort: ‘’ Wat thuis al die jaren niet gelukt is, heb ik daar binnen een paar minuten klaargespeeld”.
Dag 4: Ik was geveld door de beruchte Bangul Belly, een darmstoornis waarvan je een paar dagen erg veel last hebt van diarree en die gepaard gaat met overgeven. Ook onze vriend uit Wolvega had het zwaar te verduren. Onze trip naar James Island, een symbool van de slavenhandel vanuit Gambia, ging helaas niet door. Voor de rest werd het een verplichte stranddag voor mij onder een strandtent dichtbij de toiletten, terwijl de groep een wandeling in de tuin van het resort maakte en verder ook in het resort ging lunchen. De arts kwam wel voor mijn vriend uit Wolvega, omdat hij ook steken in zijn hartstreek voelde. Hij kwam tot de diagnose Bangul Belly. Hij gaf hem 5 soorten tabletten (o.a. tegen misselijkheid, diarree en maakte hem met een consult van 10 minuten €160,- armer.
Dag 5: We vertrokken met de groep van 6 naar Serekunda, de grootste stad in Gambia voor een rondrit en een bezoek aan een van de bekendste markten in Gambia. Je zag nog meer hutjes van alleen golfplaten, zandwegen met diepe kuilen waardoor de misselijkheid weer opkwam bij een van de passagiers. Er kwam veel armoe voor. Maar je zag ook kleurig en vrolijk geklede vrouwen en blije kinderen die soms achter onze bus renden in de hoop iets te kunnen bemachtigen van een van de toeristen. Na een uur rondgereden te hebben in deze stad kwamen we aan in de ongekend grote niet- overdekte Serekundamarkt.
Gelukkig hadden we onze lokale gids, die ons goed heeft begeleid en ons goed heeft kunnen loodsen door een wirwar van honderden straten.
Op de terugweg gingen we naar het huis van onze gids, want dit was van te voren al geregeld. Ze verwachten wel iets van de gasten. Op zijn advies hebben we een zak rijst van 50 kg gedoneerd aan het gezin. Een van de kinderen heeft tenslotte ook gedanst en een lied voor ons gezongen.
‘s Avonds bij het zoeken naar een plek om te dineren, werd ik door diverse bumsters aangesproken, dat ze me gisteren gemist hadden. Ik was intussen bij een aantal van hen bekend als Narendre Modi. Dit is een manier van contacten leggen met toeristen.
Dag 6: Op deze dag stond het vissersdorp Tanji, één van de mooiste stranden en een deel van het binnenland op het programma..
De zandweg naar Tanji was vreselijk slecht en soms moest er stapvoets gereden worden. De sfeer was heel vriendelijk en we konden met de mensen praten en ook de taferelen meemaken van tientallen vrouwen die vers gevangen vis uit de kleine gekleurde vissersboten aan land brachten. Deze werden meteen in de emmers aan de man gebracht waarbij er druk werd onderhandeld over de prijs. Dit was ook een bijzondere happening voor ons om het mee te maken. We bleven niet lang daar vanwege de geur van rottend vis.
Hierna bezochten we één van de vele prachtige stranden van Gambia n.l. de Sanyang of Paradise Beach. Het strand was rustig en vredig met prachtige palmbomen en azuurblauw water. We genoten daar van de lokale keuken, zoals gegrilde vis en rijstgerechten. Het zeewater was erg aangenaam.
Na onze strandervaring reisden we naar het binnenland van Gambia, waar we de kans kregen om enkele van de traditionele dorpen te bezoeken en meer te leren over de lokale cultuur van de desbetreffende stam. Er leven in Gambia 11 verschillende stammen. We werden hartelijk verwelkomd door de dorpsbewoners en kregen de mogelijkheid om het dagelijkse leven van hen te ervaren. We maakten kennis met hun traditionele huizen, en de lokale ambachten zoals, houtsnijwerk, pottenbakken en weven. De dorpsbewoners waren heel erg blij met elke donatie die ze kregen van de aanwezige toeristen.
Dag 7: Deze dag besloten we te zwemmen en te relaxen bij een van de drie zwembaden van ons resort. De bediening was goed en het personeel was erg vriendelijk en behulpzaam.
Dag 8: Na het ontbijt werden we in een paar grote bussen afgehaald en vervoerd naar de luchthaven van Banjul. Jammer dat we verspreid zaten in het vliegtuig, terwijl er voldoende lege plekken waren om ons vieren bij elkaar van een zitplaats te voorzien. Na een goede vlucht, met een tussenstop op Tenerife, waren we in de avond op Schiphol geland.
Tot slot
Al met al was mijn reis naar Gambia een onvergetelijke ervaring. Ik werd geraakt door de schoonheid van de natuur, de vriendelijkheid van de mensen ondanks hun armoe. Dit is een groot verschil met mensen uit mijn geboorteland. We hebben weinig gemerkt van het sekstoerisme; net enkele witte oudjes met jonge Gambiaanse scharrels. Aarzel niet om wat te doneren als je naar een compound of een school gaat. Al zijn het potloden, pennen en schriften. Gambia heeft veel te bieden aan avonturiers die willen overnachten in de natuur zonder elektriciteit.
De cikni’s en cikná’s (mensen die niet van viezigheid houden) adviseer ik om niet naar Gambia af te reizen, want het is werkelijk een vies en vuil land m.n. langs de straten en in de steden en dorpjes.
Als je toch besluit om te gaan, dan moet je de dagen doorbrengen op de stranden, want het zijn echt beauty’s.
Verder vond ik het irritant om telkens aangesproken te worden door de z.g. bumsters, die reizen verkochten of een restaurant aanprezen. Mocht je tijdens een strandwandeling de aandacht van de bumsters even moe zijn, ga met je voeten in de zee lopen. De bumsters zijn gek op hun mooie sportschoenen en laten deze echt niet nat en vies worden.
De leeuwen heb ik overleefd en daag nu mijn vrienden uit om in mijn voetsporen te treden. Ik ben benieuwd naar onze volgende vakantiebestemming als mijn partner met pensioen gaat. Dan komt er hopelijk weer een vakantieverslag in ons maandblad.