Column Aniel Pahladsingh – Aflevering 1: Werken voor een EU instelling: de ervaringen als expat in het buitenland

Voor de komende 6 maanden ben ik werkzaam als referendaris in het kabinet van de Nederlandse rechter bij het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg. Het Hof van Justitie van de Europese Unie ziet erop dat instellingen van de Europese Unie en de lidstaten het recht van de Europese Unie op de juiste manier toepassen. Het Hof is de hoogste rechterlijke instantie van de EU. Als het Hof uitspraak doet, dan is dat altijd bindend. Bij het Hof is per lidstaat 1 rechter benoemd (dus in totaal zijn er 28 rechters). De rechters werven hun medewerkers rechtstreeks aan om hun kabinetten te vormen. Deze bestaan uit 3 tot 4 referendarissen en 2 tot 3 secretaressen. De referendarissen ondersteunen de rechters bij de voorbereiding van de zittingen, het doen van onderzoeken, het maken van verslagen en schrijven de concept uitspraken.

Het eerste wat opvalt is de locatie waar het Hof is gelegen. Het Hof ligt in de Europese wijk in Luxemburg stad, genaamd de Kirchberg. Een wijk waar meer EU instellingen zijn gevestigd in hele grote gebouwen. Inmiddels lijkt het erop dat Luxemburg het hart van Europa vormt, daar waar Brussel het vroeger was. Het Hof zelf bestaat uit twee grote gebouwen met daarbij nog twee grote extra torens met 24 verdiepingen. De eerste week is het nog een zoektocht om iemand te vinden in deze grote gebouwen.

Verder valt de Franse cultuur op die er is bij het Hof: de procestaal intern bij het Hof is Frans. Alle vergaderingen vinden plaats in het Frans en alle stukken worden opgesteld in het Frans. Als je het Frans niet beheerst, dan is het niet mogelijk om hier te werken. Hoewel ik goed voorbereid ben gegaan naar het Hof (ruime periode privélessen Frans juridisch gevolgd), is het in het begin enorm wennen om de hele dag door bezig te zijn in de Franse taal. Gelukkig zijn er in het Nederlandse kabinet ook nog klussen in het Nederlands en Engels. Ook opvallend is dat op de Nederlandstalige plekken bij het Hof met name Belgen werken. Zij beheersen zowel het Nederlands als het Frans. In dat opzicht is er een trend dat Nederland de laatste jaren veel plekken heeft verloren aan België en ben ik vereerd met mijn werkplek. Het was op verzoek van de Nederlandse rechter die de binding met Nederland probeert te behouden. Ook in het Nederlands kabinet werken er meer Belgen dan Nederlanders. Het verschil is er wel. Nederlanders zijn directer en openlijker dan de Belgen en verder leer je snel een aantal Vlaamse woorden: ‘een tas koffie’ is ‘een kop koffie’.

De Franse cultuur blijkt ook uit de hoffelijkheid die er heerst, als ik de ingang binnenkom en naar mijn kantoor loop dan is het continu groeten naar een ieder die je ziet met ‘bonjour’. De lunchpauze is anders dan in Nederland, geen broodjes, maar uitgebreide en diverse warme maaltijden met wijn; geen half uur pauze, maar anderhalf tot twee uur. Verder is er ook de Franse hiërarchie: eerst informeel onderhandelen met andere kabinetten en als dat niet lukt formeel per nota. Je loopt niet zomaar een ander kabinet binnen.
Doordat Frans de officiële werktaal is bij het Hof blijkt dat ruim 50% van de mensen afkomstig is uit Frankrijk of België. Wel valt op dat uit alle 28 EU lidstaten er juristen werken met allemaal hetzelfde doel: het EU recht uniform uitleggen. Een mooie internationale en multiculturele setting. Maar alleen nog niet in de juiste verhouding: Het aantal Nederlanders dat bij het Hof werkt is verhoudingsgewijs laag, om maar niet te spreken over het aantal gekleurde mensen die er werken (die zijn echt op 2 handen te tellen), daar valt nog echt wat in te verbeteren.

Ook apart is dat bij de grootste rechterlijke instantie er meer vertalers werken dan juristen. Hoe komt dat ? Door de meertaligheid binnen de EU moeten de uitspraken beschikbaar zijn in de 24 officiële talen van de EU. Dit vormt een essentiële bijdrage aan de uniforme uitleg van het EU recht.

Als je als expat in Luxemburg bent, dan is het zaak om snel je weg te vinden in dit kleine land. Dat is voor mij niet heel moeilijk als EU burger, de verschillen tussen deze Europese landen zijn voor mij niet groot. Ik spreek zowel het Frans als Duits (de talen hier in Luxemburg). Maar er zijn andere verschillen waardoor ik mij al heel snel thuis voel in Luxemburg: ik heb bewust gekozen voor een woning (appartement) vlakbij het centrum in de hoofdstad en niet voor een dorp, de wijk Merl is levendig met leuke faciliteiten in de buurt. Luxemburg heeft minder dan 600.000 inwoners waarvan de meesten wonen in de hoofdstad. Meer dan 80 % van de inwoners komt uit een ander land en dat geeft een fijn gevoel in de stad. Luxemburg is groener en schoner dan Nederland en ligt tussen de bergen in, dat levert mooie plaatjes op. Ook is Luxemburg beter georganiseerd dan Nederland, er is een goede infrastructuur (goede busverbinding en goede wegen), veel sportfaciliteiten, leuke winkelcentra’s en een mooie stad met moderne en klassieke delen. Verder is het hier druk, maar kent het niet de hectiek die ik voel in Nederland. Ook zijn de mensen hier vriendelijker, dat merk je in de winkels en in het openbaar vervoer. Met flinke dagen sneeuw hier, wordt alles gelijk schoon gemaakt en worden de wegen regelmatig gestrooid.

Ik heb zelf ook via collega’s en kennissen al snel contact gekregen met de hechte Nederlandse gemeenschap waardoor je snel wegwijs wordt gemaakt in Luxemburg. Zo is er maandelijks een lunch met Nederlanders die werken voor EU instellingen. Mijn dochter zit op de Europese school (het recht die je toekomt als je werkt voor een EU instelling), zij heeft les in het Nederlands en elke dag een half uur Engels (dat is een geweldige ervaring voor een 7-jarige). De klas bestaat uit 16 kinderen met ook weer een hechte groep ouders waarmee wij beiden snel en leuk contact hebben. Zo zijn er voor de Nederlandse kinderen, via de Nederlandse vereniging, regelmatig activiteiten zoals de knutselmiddagen en de filmmiddagen.

Lastiger leek het om de Hindoestaanse cultuur te vinden. Er zijn geen Surinamers. Toch heb ik ook daar ook een weg in gevonden. Er blijkt namelijk een groeiende Indiase gemeenschap te zijn; een Indiase vereniging die zichtbaar is op feestdagen als Divali en Holi. Ook relatief veel Indiase restauranten, lekker eten en gelijk ook goed contact met de eigenaren die mij beschouwen als Indiër. Ook via de Europese school ben ik snel in contact geraakt met Indiase ouders waarvan de kinderen zitten in de Engelse sectie. En natuurlijk is er internet om af en toe de radio te beluisteren en blijft er contact met familie en vrienden in Nederland.
Mijn eerste indrukken zijn zeer positief: het is geweldig en eervol om te mogen werken voor een EU instelling waarbij ik nu zelf werk aan de rechtspraak die gaat gelden voor alle 28 EU lidstaten in een internationale omgeving met verschillende culturen en ook zo hun eigenaardigheden, maar wel allemaal met hetzelfde doel.