Boekrecensie: De Rechteroever van de Saramaccarivier

Door Amar K. Soekhlal. Een fascinerend boek, zeker door de negentien mooi vertelde verhalen. Het boek geeft een fraaie inkijk in een samenleving in een afgelegen dorp De Volharding in het district Saramacca in Suriname. Het leven is hard en wordt geteisterd door armoede, de vele ontberingen, een verstikkende sociale controle, die helaas incest niet kon voorkomen. Hoewel, de schrijver Bish Ganga, ook deel uitmaakte van die samenleving neemt hij in het boek, de rechteroever van de Saramaccarivier, een dubbele positie in. Soms is hij onderdeel van een verhaal en soms kruipt hij in de rol van een buitenstaander. Als een scherpe observator van de dagelijkse gang van zaken. En dit levert hilarische maar ook tragische beschrijvingen op van de dagelijkse gang van zaken.

Lees verder

Column Bris Mahabier – Aflevering 17: Veertig jaar geleden: godsdienstkritiek toen en nu

Bij bestudering van de cultuurgeschiedenis van India zal elke student kunnen vaststellen, dat van oudsher een grote mate van verscheidenheid kenmerkend is voor de filosofie en de religie van dit subcontinent. Dit gaat terug tot eeuwen voor het begin van de christelijke jaartelling. De Hindoestaanse cultuur, in het bijzonder het hindoeisme, is geen monolithisch blok. Hindoe dharma wordt gekarakteriseerd door o.a. verscheidenheid, tegenstellingen, oppervlakkigheid, eenvoudige visualisering, diepgang, abstracte ideeën, geweldloosheid, verdraagzaamheid, echter ook voor die tijd ongekende gewelddadigheid. Bekend zijn bijvoorbeeld de sad darshans, de zes klassieke filosofische stelsels, waarvan enkele atheïstisch en materialistisch zijn. In mijn denken zijn rationaliteit, helaas is er in het dagelijkse religieuze leven van de hindoes weinig ervan te merken, en tolerantie van eminent belang. Verdraagzaamheid ten opzichte van individuen en groepen met een andere exclusieve Godsopvatting, ook al ligt hun oorsprong in het verre buitenland.

Lees verder

Column Jan S. Soebhag – Aflevering 15: De MAHANT Kewaldár Trilokináth Willem

Hij is geboren op 30 augustus 1938. De naam Trilokináth gaf de grootvader (ájá) aan hem. In het vervolg zal Kewaldár Trilokináth Willem bij zijn voornaam, Trilokináth, genoemd worden. Toen de vroedvrouw de naam ging opgeven bij de Burgerlijke Stand heeft zij de naam Willem toegevoegd uit blijdschap omdat op die dag de Náni van Trilokináth jarig was. Er was op die dag ook een grote activiteit in Suriname, namelijk de ‘konfriyári’ (koning friyári). Zijn vader heette Kewaldás en was geboren op 25 december 1909. Zijn moeder was geboren op 18 augustus 1912. De grootmoeder(áji) van Trilokináth was geboren tijdens de reis van India naar Suriname. De ouders van de grootmoeder waren eveneens afkomstig uit India. De ájá heette oorspronkelijk Hawaldár en tijdens het schrijven van de naam werd in  plaats daarvan Kewaldár geschreven. Trilokináth vertelde dat zijn ájá uit de plaats Gáighát en de Náná en Náni van de vader zijn afkomstig uit de plaats jilá Are bilauti Osáin gáon.

Lees verder

Column Amar K. Soekhlal – Aflevering 46: Bindrában me carlá gaiyá

Bindravan (in het Sarnámi Bindrában) betekent “basilicumwoud” en de lokale mythe zegt, dat de godin Bindra zich daar terugtrok toen Vishnu haar tot ontrouw had verleid. Bindra was gehuwd met Jalandhara, maar verspreidde zo’n lieflijke geur dat Vishnu het stof van haar voeten aanbad, als was hij een bij, brooddronken van het stuifmeel van de lotussen van haar voeten. Bindra was echter haar echtgenoot trouw, de kracht van haar deugden. In de roes van verliefdheid schiep Vishnu een lijk met het uiterlijk van Jalandhara en Vishnu liet een troep apen haar het dode lichaam van haar echtgenoot zien. Gebroken zocht Bindra troost in Vishnu’s brede armen. Ze rustte aan de lieflijke haartjes van zijn borst, die als ze uitvallen op aarde als grote wijzen incarneren. Toen de echte Jalandhara opdook en Bindra Vishnu’s bedrog bemerkte, vervloekte ze Vishnu: ook hij zou ooit zonder zijn geliefde leven, apen zouden zijn dienaren zijn. Bindra trok zich terug in het woud dat sedertdien Bindravan heet

Lees verder

Column Sebieren Hassenmahomed – Aflevering 38: Asha: Mijn tranen hebben in de masala gedruppeld

Via een vriendin in Nederland krijg ik begeleiding  om Asha, tweeëntachtig jaar, te interviewen. Middels de whatsapp en  telefoneren is er over en weer overleg gepleegd waardoor ik super snel  bij haar thuis terecht kon met twee familieleden van Asha. Asha heeft het hele verhaal lachend verteld, de begeleiders hielpen ook om de juiste vragen aan haar te stellen.  Zoals vaker kregen zij op hun beurt een beetje informatie die ze nog niet hadden en lieten ze haar  bepaalde anekdotes  vertellen. Asha vertelt dat zij als baby maar hele dagen in de hangmat lag. Van haar Aadjie hoefde niemand aandacht aan haar te besteden. Volgens de verhalen van mijn moeder was Aadjie onaardig tegen haar. Mijn Naanie had gevraagd om mij mee te nemen, maar dat mocht ook niet van Aadjie die de regie over ons had. Een keer was mijn moeder met mij op bezoek bij Naanie, toen heeft  mijn mamoe mij gehouden. 

Lees verder