Column Amar K. Soekhlal – Aflevering 46: Bindrában me carlá gaiyá

Reacties zijn gesloten

Bindravan (in het Sarnámi Bindrában) betekent “basilicumwoud” en de lokale mythe zegt, dat de godin Bindra zich daar terugtrok toen Vishnu haar tot ontrouw had verleid. Bindra was gehuwd met Jalandhara, maar verspreidde zo’n lieflijke geur dat Vishnu het stof van haar voeten aanbad, als was hij een bij, brooddronken van het stuifmeel van de lotussen van haar voeten. Bindra was echter haar echtgenoot trouw, de kracht van haar deugden. In de roes van verliefdheid schiep Vishnu een lijk met het uiterlijk van Jalandhara en Vishnu liet een troep apen haar het dode lichaam van haar echtgenoot zien. Gebroken zocht Bindra troost in Vishnu’s brede armen. Ze rustte aan de lieflijke haartjes van zijn borst, die als ze uitvallen op aarde als grote wijzen incarneren. Toen de echte Jalandhara opdook en Bindra Vishnu’s bedrog bemerkte, vervloekte ze Vishnu: ook hij zou ooit zonder zijn geliefde leven, apen zouden zijn dienaren zijn. Bindra trok zich terug in het woud dat sedertdien Bindravan heet[1].

Binnen het hindoeïsme is Bindrában een heilige plaats. Krishna is hier opgegroeid en waar hij zijn ráslilá danst met Radha en andere  herderinnetjes, die de heilige koeien lieten grazen.

Dit lied (zie titel) van Ramdew Chaitoe tart je moreel als (gelovige) hindoe. Het benadrukt  de dubbelhartigheid. Maar beschrijft ook de niet te bevatten harteloosheid van de koper, de kasái. Maatschappij kritische liedjes zijn er niet veel, maar deze is één die je hart raakt. Hij maakt een zeer gevoelige combinatie van deze twee heilige iconen (de koe en Bindrában) in dit tragische lied en schetst ook een scherp moreel dilemma.

Koeien op Kwatta

In Suriname hadden wij meer dan tien koeien. Elke ochtend werden ze gemolken door mijn moeder. De melk werd geleverd aan de melkcentrale in aluminium melkbussen. De koeien werden met de grootste zorg behandeld. Er was een mooie stal met een ondervloer van cement. Elke ochtend schraapte ik de mest op een stapel.  De vloer werd ook bestrooid met oud gras. Elke week kocht mijn vader twee zakken zemel en werd er verse gras van heinde en ver gehaald. Het was zwaar werk, maar mijn ouders zeiden altijd: “Cawwá ke mooi se cáhi sorgu kare ke”. De koeien hadden ook namen. Maar het gebeurde ook dat een koe nadat zij klaar was met melk geven of ziek werd, de kasái langskwam en de koe meenam. Ik heb gezien dat mijn moeder en mijn zusters huilden toen de kasái met de koe wegreed met een onbekende bestemming. Ze hadden een grote liefde voor de koe en hadden ook een band met deze dieren. En deze tragiek speelde zich af bij mijn dádá, káká op eigenlijk heel Kwatta. Maar ook in Kandál, Hansu, Nickerie, Sarmakká. Ik geloof niet dat zij zich bewust waren van het religieuze dilemma, maar er hing wel een melancholische sfeer bij de aankomst van de kasái. In het lied is Bindrában een metafoor voor al deze plaatsen.

Het lied

Klik hier om het lied te beluisteren.

Bindrában me carlá gaiyá arre kasaiyá mol re (2x)

Bindrában aji Bindrában

Bindrában aji Bindrában

Bindrában me carlá gaiyá arre kasaiyá mol re

Bindrában me carlá gaiyá

Áge áge cale kasaiyá piche se gaiyá rowat ját.( 2x)

Arre gossaiyá toke dayá ná lági,

peth me gaiyá dussaiyá?

Bindrában me carlá gaiyá arre kasaiyá mol re

Dudh more piye, dahi more kháye.

Bece másh more páwe rupaiyá

Apne badan ke sewá kare.

Bece másh more páwe rupaiyá

Bindrában me carlá gaiyá arre kasaiyá mol re

Táng more tánge más more káte biná taráju taul kar 2x

Kahe Kabir suno bhái sádhu badlá leli kasaiyá (2x)

Bindrában tak Bindrában

Bindrában aji Bindrá

Bindrában me carlá gaiyá arre kasaiyá mol re

Bindrában me

Bindrában aji Bindrában

Bindrában aji Bindrában

Bindrában aji Bindrában

Bindrában me carlá gaiyá arre kasaiyá mol re

Bindrában me carlá gaiyá arre kasaiyá

Mijn interpretatie

Op het heilige gras van Bindrában is de koe klaar met grazen.

Zeg slager (kasai) wat is hij nog waard, vraagt de harteloze herder?

Voorop loopt de kasai, zonder gewetenswroeging, de koe sjokt huilend achter hem aan.

Arre koeherder, heb je geen hart, heb je geen medelijden; in mijn buik heb ik nog

een kalf zegt de koe vol smart. ( Gossáin betekent ook sadhu of sanyási).

Je hebt mijn melk gedronken en mijn yoghurt gegeten.

Een nu ga je mijn vlees (lichaam) verkopen en zonder wroeging cashen

om vervolgens voor je eigen lichaam te zorgen.

Aan mijn poten heb je mij opgehangen en mijn vlees zonder na te denken verpatst.

Kabir ( de stichter van de Kabir panthi, een religieuze stroming)  had het al voorspeld, dit is de wraak van de kasai

De heer Chaitoe schreeuwt het uit in zijn lied, over het onrecht dat plaatsvindt op de heilige plaats Bindrában. Hij bespeelt zijn harmuniá zo gevoelig dat je daarin het doordringende gehuil van de koe hoort. In de dholak hoor je het bonzende hart van de heilige koe. Op weg… waarnaar toe?

Bindrában aji Bindrában

Bindrában aji Bindrában

Bindrában aji Bindrában

Bindrában me carlá gaiyá arre kasaiyá mol re

Bindrában me carlá gaiyá arre kasaiyá

[1] Paul van de Velde, Tatoeage van de Ziel, pagina 166

Reacties zijn gesloten.