Column Amar K. Soekhlal – Aflevering 58: When They See Us, Netfilx als zwaard van gerechtigheid

Reacties zijn gesloten

Voor mijn verjaardag kreeg ik van mijn dochter een abonnement op Netflix. Ik zei tegen mijn dochter: “Nee beti, zonde van je geld, ik heb nog zoveel boeken om te lezen. Ik heb amper tijd”. “Ze hebben ook Bollywood films, Pa” zei ze , om mij enigszins over mijn aarzeling heen te helpen. Nu ben ik verslaafd aan Netflix. Ik kijk graag naar series die op waarheid zijn gebaseerd. Een zeer aangrijpende serie in deze genre is When They See Us. Het is het hartverscheurende verhaal van vijf zwarte jongens die ten onrechte veroordeeld worden voor verkrachting. Op 19 april 1989 wordt een jonge witte vrouw tijdens het joggen in Central Park op gruwelijke wijze verkracht en voor dood achtergelaten. New York wordt in die jaren geplaagd door extreme criminaliteit; politie en justitie hebben met deze zaak iets te bewijzen. Er moet iemand boeten. Een paar zwarte jongens van 14 tot 16 jaar, die avond toevallig in het park aanwezig, worden dagenlang onafgebroken verhoord – zonder advocaat, ouders, eten of slaap – en zo onder druk gezet dat ze bekentenissen afleggen. Hoewel ze zowel elkaar als de feiten uit het politieonderzoek tegenspreken, wordt het vijftal meedogenloos veroordeeld. Door politie, justitie en later de jury. En door de media, die de tieners afschilderen als “beesten” en een “wolvenbende”. Een rijke vastgoedmakelaar betaalt 85.000 dollar om in paginagrote krantenadvertenties op te roepen tot de doodstraf. Weet u wie deze rijke vastgoedmakelaar was? Inderdaad de huidige president van de VS. Hij heeft nog steeds zijn excuses niet aangeboden, zelfs niet nadat justitie toegaf dat de veroordeling van de vijf onjuist was, hen vrijsprak en smartengeld betaalde. In de serie is op dramatische wijze te zien hoe de veroordeling het leven verwoestte van vijf onschuldige tieners en ook die van hun familie en naasten. De carrières van de openbaar aanklagers die, in het volste besef van het gebrek aan bewijs op de veroordeling aanstuurden, hadden er niet onder te lijden. Maar nu, dankzij de serie eindelijk wel. Het waren cynische en zeer racistische openbare aanklagers.

In de biografie van Michelle Obama lees je ook hoe zij opgesloten zat in een zwarte volkswijk. Al haar vriendinnen en vrienden waren zwart en de families hadden het financieel niet breed. Ze koesterden een diep gewortelde argwaan tegen blanken. Een gehandicapte vader die zijn ziekte MS bagatelliseerde om niet naar de dokter te gaan om zo geld uit te sparen voor de school van zijn kinderen. Maar nog meer, om niet op een hooghartige toon aangesproken hoeven te worden  door een witte arts. Op High School, raakte Michelle Obama bevriend met de dochter va Jesse Jackson, de vermaarde burgerrechtenactivist en ze was stom verbaasd dat er ook een zwarte elite bestond. Maar ook deze zwarte elite had het niet makkelijk. Naar aanleiding van de zeer aanbevelenswaardige boek Negroland van Margo Jefferson, die al een paar generaties tot de zwarte elite behoort, stond een interview in de Volkskrant.   Voor een dochter van de zwarte elite was (het streven naar) perfectie geen optie maar een gebod. „We konden onze fouten, gebreken en onzekerheden niet in het openbaar bespreken. Hoe klein het vergrijp ook was, het zou tegen ons worden gebruikt als ras. De meeste blanken lieten geen ruimte voor de doctrine ‘menselijk, al te menselijk’: onze tekortkomingen waren (bewijs voor) onze onmenselijkheid of voorwaardelijke menselijkheid.” En dus werd van haar verwacht dat ze uitblonk – op school, in haar werk en vooral in het kweken van een aangename persoonlijkheid. Alles onder controle.

Figuur 1: Siddhant met zijn Surinaams Haïtiaanse dost Jozef. Foto Harriepersad Soekhlal

Depressie was geen optie. Bevrijding is er pas op latere leeftijd, als zij toegeeft aan haar voorliefde voor populaire cultuur, van zwart én blank. Hebben migranten ook deze ervaring in Nederland? Dat je geen individu bent, maar representant van een hele gemeenschap. Als ik uit mijn eigen ervaring put, dan heb ik lange tijd  geleden onder deze druk. Als er in Suriname iets naars gebeurde, en er gebeurde daar nog wel eens wat, dan werd ik erop aangesproken. Het was zeer vermoeiend. Maar ik heb de staat van bevrijding inmiddels bereikt, maar het betekent niet dat je er ongevoelig voor wordt. Ik gebruik mijn kennis en ervaring voor een hoger doel. In het algemeen belang. Mijn keuzes, mijn oordelen wordt gewaardeerd.

Maar het gaat bij mij niet alleen om de ervaring in Nederland. Ook in Suriname. In een prachtig artikel De koelie: het spook van de stadshindoestaan, in het boek Sarnámi Sanskirti 2, heeft professor Ruben Gowricharn een aspect van discriminatie beschreven die tot nu toe nog zwaar onderbelicht was, namelijk de verhouding tussen de boiti-koelie en foto-koelie. Het was een moreel wapen van de laatsten tegen de boiti-koelie, tegen mij. Dat artikel is een aanklacht, een j’accuse tegen de foto-koelie. In de ogen van de foto-koelie was ik een landbouwerszoon, een khetihar, traditioneel, niet ontwikkeld, geen smaak en zeker geen cultuur. Ik herken de drive van Margo Jefferson, maar in de relatie met de foto-koeli heb ik die staat van bevrijding nog niet bereikt. Ik wacht op Netflix totdat een serie over dit onderwerp wordt gemaakt.