Column Aniel Pahladsingh – Aflevering 15: De kogel is door de kerk: meer gaan inzetten voor mensenrechten

Reacties zijn gesloten

Inmiddels is bekend geworden dat de ministerraad mij heeft voorgedragen als plaatsvervangend lid van het College voor de rechten van de Mens. Naast mij zijn er nog andere leden en plv leden benoemd. Zoals in het persbericht staat vermeld zijn deze voordrachten een bijzonder moment voor het College. De nieuwe samenstelling van de leden zal de komende jaren het gezicht en werk van het College in belangrijke mate bepalen. De selectiecommissie bestond uit vertegenwoordigers van de Raad van Advies en het College. Diversiteit was en is een belangrijk aandachtspunt voor het College.

Het College beschermt, bewaakt, belicht en bevordert de mensenrechten in Nederland door onderzoek, advies, voorlichting en het individueel oordelen in het geval van discriminatie. Het College is door Nederland ingesteld op basis van een internationale aanbeveling vanuit de Verenigde Naties.

Het College heeft twee afdelingen: adviseren richting Nederlandse regering en geschillenbeslechting. Gelet op mijn rechterlijke ervaring ga ik mij bezig houden met de geschillenbeslechting. Wat houdt dat precies in ?

Het College oordeelt in individuele gevallen of iemand gediscrimineerd is op het werk, in het onderwijs of als consument op basis van internationale en nationale gelijke behandelingswetgeving. Een aantal recente voorbeelden geven een indruk van de vragen die aan bod komen en waarover een oordeel moet worden gegeven.

  • Albert Heijn B.V. discrimineert op grond van leeftijd door de manier  waarop zij personeel werft op haar website.
  • Friesland College discrimineerde een leerling door hem vanwege zijn handicap niet toe te laten tot een mbo-opleiding op niveau 4.
  • Centraal Orgaan opvang asielzoekers discrimineerde een zwangere vrouw door geen arbeidsverhouding met haar aan te gaan.

Deze recente voorbeelden geven een goed beeld van de maatschappelijk impact die de oordelen hebben van het College voor onze samenleving. Het is een eer voor mij en een mooi moment in mijn leven om mij meer bezig te gaan houden met deze zaken. Het is nog niet duidelijk hoeveel zittingen ik per jaar ga doen, maar dat zullen er 6 tot 8 per jaar zijn. Het betekent in ieder geval dat er drukke tijden opkomst zijn. Toch is het een eer om mijn bijdrage te kunnen leveren aan onze samenleving waarin de mensenrechten worden bewaakt.

De benoemingen bij het College geven ook aan dat gekozen is voor diversiteit in de samenstelling. Er zijn een aantal personen met een migrantenafkomst benoemd en deze voordrachten zijn ook overgenomen door de ministerraad. Er waren meer dan 100 kandidaten voor deze plekken en kwaliteit heeft steeds voorop gestaan in deze ronde. De concurrentie was dus stevig en toch is het een aantal personen met een migrantenafkomst gelukt om door deze selectie heen te komen. Dat geeft toch aan dat er kwaliteit aanwezig is onder deze groep en dat een belangrijke adviesorgaan en de Nederlandse regering toch bewust durven te kiezen voor diversiteit. Dit voorbeeld maakt toch duidelijk dat er mogelijkheden zijn in de Nederlandse samenleving en het loont dus zeker om daarvoor te knokken en te vechten voor je ambities. Ik ben daarom ook niet treurig gestemd over items als tweedeling in de samenleving. Maar we zullen daar wel aan moeten werken met z’n allen. Er zijn mogelijkheden en de weg is niet makkelijk, maar het kan wel. Kijkt u eens naar andere grotere successen van personen met een Indiase afkomst in de publieke sector. Ik noem een aantal voorbeelden waaruit wij ook weer inspiratie uit kunnen putten. Ministers in Canada van Indiase afkomst. In de VS is onder de Trump de VN ambassadeur een dame die van Indiase afkomst is. In de VS en het Verenigd Koninkrijk zijn er verschillende parlementariers van Indiase afkomst. Ik realiseer mij wel dat diversiteit in de Nederlandse top nog moeizaam verloopt. Kijkt u maar eens naar de kamerleden in de Eerste Kamer en de Tweede Kamer of de samenstelling van het huidige kabinet. Verder is er ook nog weinig diversiteit te bespeuren bij andere adviesorganen. Dat doet dan toch de vraag rijzen waar dit aan ligt. Het antwoord op deze vraag niet makkelijk te beantwoorden en hangt ook af van verschillende factoren. Allereerst is kwaliteit een punt van aandacht. Het gaat om de topposities waarbij de concurrentie groot is. Verder zijn netwerken van belang en moet men toch zichtbaar zijn in het veld. Je zult dus moeten weten welke normen er gelden en hoe je daar naar toe kunt werken. Ook de informele contacten zijn heel belangrijk. En wat zijn de informele settings: ga je ook wel eens naar een klassiek concert en een museum of beperk je je tot de feesten in de eigen kring. Welke sport beoefen je en bij welke club en wie kom je in die informele contacten tegen. Ook is de keuze publieke of private weg een belangrijke evenals de vraag of een bepaalde functie op dat moment ook past in je leven. Het eigen referentiekader is voor de selecteurs vaak het uitgangspunt en dat is op zichzelf niet gek, maar mensen die daar dus van afwijken staan wel achter in een procedure. De integratie moet in dat op zicht van beide partijen komen. En soms moet je net het momentum mee hebben. Ik ben daarom nog altijd positief gestemd en hoopvol naar de toekomst toe. En na het afronden van deze column zal ik zo een champagne fles ontkurken en nog even nagenieten van dit moment.

De persberichten voeg ik in mijn column toe voor degenen die dit willen lezen.

https://www.mensenrechten.nl/berichten/nieuwe-leden-college-voor-de-rechten-van-de-mens   en https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2017/04/26/nieuwe-ondervoorzitters-college-voor-de-rechten-van-de-mens