Column Sebieren Hassenmahomed – Aflevering 14: Farieda: “Heeft een visueel gehandicapte recht op een gezin?”

Ik vraag aan Farieda om te vertellen over het gezin waarin ze is opgegroeid.

Sebieren Hassenmahomed“We hebben veel vrijheid gehad waardoor we al vroeg – langer dan ik dacht – verantwoording voor onszelf hebben leren dragen. Momenteel staan we allebei op eigen benen. Ik begrijp niet hoe anderen opgevoed zijn om een puinhoop van hun leven te maken; het is alsof het zelfstandig denken bij hen ontbreekt. Ik heb mijn huidige man moeten leren dat wij, de kinderen en ik bij hem horen en samen een gezin zijn. Vanaf mijn geboorte tot mijn huwelijk heb ik in een grote warme familie gewoond, dat waren mijn Nanie en Nana, Mamoe’s en Khala’s en ons gezin. Mijn moeder en vader hebben twee kinderen gehad, het begon als volgt tussen die twee: Toen een oudere zus van mijn moeder, tante Kemroen uit elkaar was met haar man, kwam ze weer bij Nanie en Nana inwonen. In deze periode kwam de ex man op visite om de kinderen te bezoeken. Bij deze bezoekjes waren alle grote mensen rijst aan het planten; mijn moeder bleef thuis om op de kinderen te passen. Er ontstond een relatie tussen moeder en haar ex-zwager, ze gingen met elkaar naar bed. Ergens maakten mijn vader en tante Kemroen het weer goed. Mijn moeder en vader bleven contact houden met elkaar omdat ze immers verliefd waren”.

Toen Nanie bij de arts kwam met haar dochter, die slechtziend was, dat is 75% gezichtsverlies, was ze al in verwachting. Nanie besprak met de arts dat het niet handig en verstandig was dat haar visueel gehandicapte dochter kinderen zou krijgen. De arts was bereid om zijn medewerking te verlenen bij de onderbreking van de zwangerschap en ook om te steriliseren, vertelt Farieda. Maar de 20 jarige Lailoen zei volgens Farieda: “Nee, ik wil geen abortus en ook geen sterilisatie”.

Volgens Farieda was haar moeder ook bang dat ze het niet zou redden bij ingrepen aan haar lijf. Farieda zegt dat haar moeder de anderen sowieso minder vertrouwde, omdat ze het heel gewoon vonden om over haar te praten terwijl ze erbij was. Haar moeder had gezegd: “Ik zag slecht, maar ik was niet dom of gek”.

Farieda is heel trots op haar moeder die hen met eigen geld heeft gevoed, verzorgd en naar school gestuurd. Moeder werkte ondanks haar handicap keihard in de landbouw samen met haar ouders. Nanie bracht de producten naar de markt die voldoende opleverden voor aankopen en schoolkosten. Farieda zegt dat zij “haraam” werden genoemd,(=niet uit een huwelijk geboren). Zij baalt ervan dat Moeder hen niet heeft beschermd tegen deze lelijke verwijten waaraan zij niets konden doen. De enige reactie van moeder was volgens Farieda : “Laat ze toch kletsen.” Toen een nichtje van degene die hen haraam noemde plotseling een kind ter wereld bracht, heette het dat de zwangerschap niet door het genot van sex of een romance met de buurman was ontstaan. Farieda en haar broer werden in de vakanties door hun vader opgehaald om tijd door te brengen in zijn andere gezin. Daar ging het goed. Tante Kemroen zorgde voor hen, en deed ook de was voor iedereen. Een andere khala kocht leuke spullen voor ze. Er is momenteel geen band tussen de kinderen van beide gezinnen. Als ze elkaar ontmoeten of bij ziekte en overlijden is er wel wat contact. Haar vader was verder regelmatig aanwezig in hun leven. Hij heeft zijn bijdrage geleverd zoals andere vaders dat deden.

Over Nana en Nanie zegt ze: “Die twee waren tot hun dood verliefd op elkaar. Hun huwelijk is niet via een koppelaar gearrangeerd zoals in hun tijd de gewoonte was. De ouders van Nanie lieten het aan Nanie over als zij met zo’n donkere jongen wilde zijn. Ze mocht vertrekken, dus vertrok ze!” Farieda zegt dat Nanie thuis de baas was. Ze beschermde ook hen als mensen over hen klaagden. Nana aanbad Nanie tot zijn dood.

Na de middelbare school voltooid te hebben trad Farieda in het huwelijk met haar zelf gekozen partner . Jammer genoeg heeft dit huwelijk niet lang stand gehouden omdat haar man vreemd ging. Farieda pikte dit niet. Ze gingen in harmonie uit elkaar precies zoals ze begonnen waren. Ze ging weer bij haar ouders wonen. Haar baan had ze behouden. Een poos na de scheiding kwam er een aanzoek van iemand uit een goede familie, die in Nederland woonde. Toen ze hier aankwam ontdekte ze een puinhoop van jewelste waartegen ze alweer “Nee!” zei. Daar zat ze dan met een verblijfsvergunning bij de gratie van een echtgenoot bij wie ze absoluut niet wilde zijn. In die periode werkte ze op een school en paste ook privé op de kinderen als hun ouders ’s avonds en in de weekenden een activiteit hadden. Het waren toevallig ouders die haar de juiste weg in Nederland wezen en waar nodig hielpen met huisvesting en juridische zaken. Ze was vlot gescheiden en vroeg ook een Nederlands paspoort aan. Niets stond haar meer in de weg om een eigen bestaan op te bouwen. De ex vond haar ondankbaar, had verwacht dat ze na vertrek bij hem, niets meer te zoeken had in Nederland. Maar haar baan in Suriname had ze opgezegd voor hem! Hij was niet bereid om in Suriname te wonen! En ze had haar familie verlaten, die ze stuk voor stuk allemaal miste.

Ik vraag mij af of het normaal is om van Farieda te verwachten dat zij zich moet opofferen omdat iemand haar naar Nederland haalt. Er is zogenaamd in haar geïnvesteerd en dat mag wat opbrengen ongeacht wat zij voelt en vindt van de puinhoop waarin zij zou moeten leven. Was zij een goede echtgenote geweest als ze net als een boel andere vrouwen een leven lang slachtoffer had gespeeld met de bekende opstelling: “waar moest ik heen”.

“Ik werkte veel, verdiende goed, had het leuk, zat goed in mijn vel. Ging ook met collega’s en vriendinnen uit, zoals ik in het ouderlijk huis gewend was.” Dit onafhankelijke vrijgezellen leven van Farieda was volgens haar, aanleiding voor een familielid om het volgende tegen haar te zeggen: “Jij bent goed voor een ijzeren stang tussen je benen”.

“Deze opmerking op een moment dat ik trots was dat ik het in een vreemd land, voor elkaar had om op eigen benen te staan, kwam heel hard aan. Het was echt vernederend. Ik heb mij een hele tijd gruwelijk gekwetst gevoeld. Het was ook opvallend dat ik in die vrijgezellen periode minder werd uitgenodigd door familie.”

Toen ik bovenstaande opmerking hoorde viel mijn mond letterlijk open. Hoe durft iemand een ander zodanig te vernederen. De persoon zal die macht en kracht uit iets groters geput moeten hebben. Iets moet dat steunen anders komt zoiets gruwelijks waarvoor iemand heel veel lef nodig heeft niet over de lippen. Farieda zegt dat ze heeft gezwegen, ook naderhand is ze niet erop teruggekomen. Misschien omdat er niets nuttigs te verwachten viel, denk ik; we zijn gewend om met elkaar uit te praten. Maar als je achter een ezel staat mag je een knal verwachten. Misschien dacht de persoon dat Farieda na twee scheidingen niets meer waard was vanwege dat ene beruchte motto “waar je getrouwd bent, daar moet je blijven.” Ik maak een diepe buiging voor iedere vrouw die haar lot in eigen hand durft nemen, dus petje af voor alle Farieda ‘s. En het is logisch dat zij bij zo’n allemachtig kwetsende opmerking in haar schulp kruipt om zich te beschermen, gelijk een slak en een schildpad dat ook plachten te doen. Misschien wilde de persoon werkelijk zijn eigen frustratie afreageren of projecteren zoals farieda toen de indruk had gekregen. Zou de persoon iets mankeren tussen de benen? Het leven ging gelukkig voor iedereen lekker gezellig door, ook voor Farieda. Op een dag rinkelde de telefoon van haar huidige Lief t.w.: “Ik ben….., heb je telefoon nummer van ……… gekregen. Zeg het maar, ik ben met de auto. Als je wil kom ik nu”!.

Farieda zegt dat ze elkaar een keer gezien hadden, ze kenden elkaars familie, het voelde goed. Hij kwam, er sprong een vonk over, ze werden verliefd op elkaar. Een poos heeft hij bij haar gewoond, maar het was duidelijk niet zijn stad. Hij miste zijn familie en zijn kinderen die regelmatig bij hem over de vloer kwamen. Hij en zijn ex hadden een bezoekregeling. Farieda kan over de ontvangst bij de schoonfamilie niet veel zeggen. Ze zijn niet warm maar ook niet lastig. Uitnodigingen van die kant komen maar sporadisch. Zij is ook kritisch op hetgeen ze bij hun ziet. Bij de opvoeding van haar kinderen vindt men haar streng zegt ze, zoals: “Ik wil duidelijke regels en afspraken in mijn huis, ik ben degene die de grenzen aangeeft!. Welke pad ze na hun achttiende kiezen is hun verantwoordelijkheid. Gelukkig staan mijn Lief en ik op dat gebied op dezelfde lijn. Reken maar dat het goed zit tussen ons, er is passie in deze relatie van bijna vijftien jaar. Ik snap mensen met een eeuwig kibbelende relatie niet, zelfs bij het kopen van een patatje, eerst een partij op elkaar katten over wie het wel wil en wie het betalen mag”.
Als de moeder van Farieda nu en hier twintig zou zijn zou ze kunnen zeggen: “Niet alleen mijn visuele beperking maar ook het feit dat men mij niet helemaal serieus neemt, daagt mij uit”. Ze zou niet alias de slechtziende zijn maar alias de uitgedaagde.