Column Anita Nanhoe – Aflevering 10: Dewki – ‘Wat moest, dat moest!’

In de loop der jaren heb ik vaak het voorrecht gehad om mensen uitgebreid te spreken over hun levensloop. Al deze mensen zijn in de gesprekken erg open geweest, velen ook over hun seksualiteitsbeleving. Een interessant vraagstuk vind ik de plaats van seksualiteit in de levens van verschillende generaties. Een rode draad daarin is wel dat de beleving van een relatie sterk samenhangt met de seksualiteitsbeleving. De komende maanden wil ik u meenemen naar de seksualiteitsbeleving van (geanonimiseerde) vrouwen en mannen van verschillende generaties. In de verhalen tracht ik de beleving van de persoon weer te geven. Dit eerste verhaal gaat over Dewki.

Dewki heeft een respectabele leeftijd bereikt, tegen de tachtig. Ik mocht haar in ons gesprek alles vragen. Ze was ook blij dat iemand geïnteresseerd was in haar en haar leven, dus vertelde ze er heel graag over. Na de uitgebreide kennismaking vroeg ik haar: ‘Hoe was uw man? Was hij lief voor u?’ Zij keek mij gepijnigd aan en schudde lichtjes met haar hoofd: ‘Je neemt het leven zoals het komt, je kon het toch niet veranderen meisje, vroeger kon dat niet. Het was toen anders.’ Hier hoorde ik een grote opbrengst van migratie en tijdgerelateerde veranderingen: we hebben tegenwoordig meer ruimte voor zeggenschap, meer ruimte om de koers van ons leven zelf te bepalen. In beleidsterrein noemen we dat ‘meer ruimte voor zelfbeschikking’.

Trouwen
Op haar 13e regelden Dewki’s ouders haar huwelijk. Ze was ook 13 toen zij trouwde. Haar huwelijksnacht beschrijft ze als een verkrachting in een donkere kamer. Ze keek me twijfelachtig aan toen ze dat uitsprak. Ze begreep dat het zo hoorde, vertelde ze mij, maar ze wist van tevoren niet wat er zou gebeuren, had daarover ook geen gesprek of voorbereiding gekregen. Zij en haar man hadden nog nooit een woord met elkaar uitgewisseld toen hij haar op hun huwelijksnacht nam. Zelfs de dag na het huwelijk spraken ze niet met elkaar. Zij wist niet wat ze kon zeggen, waar ze het over moest hebben, hoe het in haar schoonfamilie zou bevallen als ze sprak. Ze wist ook niet wie nu eigenlijk wie was in haar schoonfamilie. De mannen (inclusief haar man) zaten bij elkaar op het erf en de vrouwen zaten bij elkaar in de keuken. Ze zou langzaam aan leren wie wie was en wat haar plaats in deze familie was.

Het leven bij haar schoonfamilie beschrijft ze als zwaar, vooral gedurende de eerste paar jaren. Ze was gehoorzaam en dienstbaar. Ze leerde haar mening voor zich te houden. Eigenlijk leerde ze dat ze niets had aan een mening, niets dan ellende. Ze had er geen recht op. De eerste keer dat ze ergens haar mening over gaf, werd deze door haar man beloond met een klap in haar gezicht. Dat vond ze wel meevallen, ook al was het waar iedereen het kon zien. Ze wist in ieder geval wat van haar verwacht werd en wat niet. Ze vond haar man in die tijd een goede man, want hij dronk geen alcohol. Dat hij haar sloeg veranderde niets aan dat beeld, dat deden al die mannen vroeger, wist zij me te vertellen.

Een nieuwe fase
Na vier jaren en inmiddels twee kinderen rijker verhuisde haar kerngezin naar een nieuwe woning, met een winkeltje, waarin zij haar man hielp met de verkoop. Het was een grote stap voor het gezin. Zij voedde de kinderen op, deed het huishouden en hielp hem zoveel mogelijk in de winkel. Haar man had het zwaar met de nieuwe verantwoordelijkheden, die hij nu zonder zijn broers moest dragen. De situatie in het gezin verslechterde, omdat hij zijn stress en agressie botvierde op haar. In de grootfamilie was hij minder vaak en minder ernstig fysiek agressief geweest. Nu sloeg hij haar met vuisten, hij trapte en gooide haar alle kanten op. De kinderen raakte hij niet aan, daar schreeuwde hij alleen tegen. Het geweld naar haar toe was erg zwaar. Het was ook steeds minder te verbergen voor de buurt. Iedereen zag de ontbrekende tanden. Naar haar weten was ze drie kinderen verloren aan het geweld. De andere miskramen waren vroeg in de zwangerschapsperiode, maar deze drie miskramen waren in de tweede helft van de zwangerschap. Het laatste kind is overleden na een geweldsescalatie tijdens de zevende of achtste maand. Daarna is ze niet meer zwanger geraakt: ‘Hamaar dehi toetgail’ (Mijn lichaam was kapot).

In bed
Heeft u ooit in deze relatie warmte gekend? Hebben jullie elkaar ooit aangekeken, aangeraakt en geborgenheid gevoeld?
Beti tu konchi puchhe hai? (Kind, wat vraag je toch?) Dat bestond toen niet. Dat is misschien van de moderne tijd. Niet van mijn tijd. Wij moesten gewoon doen wat we moesten doen. En het werd ook niet gezegd, wat je moest doen. Je merkte het wanneer je iets verkeerd deed. Dan gromde hij, commandeerde of sloeg hij.
En liefde? Seks? Heeft u daarvan ooit genoten?
Ik weet niet wat je bedoeld. Wat bedoel je?
Heeft u het ooit fijn gevonden als hij u aanraakte?
Je moest gewoon klaarliggen. Hij doet wat hij nodig heeft en dan ben je klaar. Zo ging het altijd. Dan moet je weer verder met poetsen, koken en voor de kinderen zorgen.
Hoe ging het dan in bed? Wat gebeurde er?
Ja, wat zal ik zeggen? Je ging liggen. Dan komt hij op je liggen tot hij klaar is. Dan moet je alles schoonmaken en gaan slapen. Dat is alles.

Andere mannen
Ik vroeg haar of ze ooit seksueel contact had gehad met een ander? Nee, dat was nooit gebeurd. Dat zou misschien haar redding zijn geweest, zei ze. Want dan had ze haar kinderen kunnen pakken en weg kunnen lopen. Maar zover is het nooit gekomen.
Of ze ooit verliefd is geweest?
Ze vond een buurman in Nederland wel leuk. Wat jaartjes voor het interview. Maar ze wist niet wat ze moest zeggen tegen hem, wist zich geen houding aan te nemen in zijn buurt en ontweek hem daarom. Daar is nooit iets uit voortgekomen. Volgens haar zeggen had ze eigenlijk al heel lang geen behoefte aan een man, meer aan gezelschap.

De tijdgeest
Terwijl ik dit interview nabeluisterde, bekroop mij een pijnlijk gevoel. Deze vrouw – en waarschijnlijk ook haar man – heeft een levensloop gehad waarin veel moest en veel minder kon dan tegenwoordig. Warmte was zeldzaam in Dewki’s leven. Het bestond meer uit hard werken en gehoorzamen. Gold dat voor veel mensen in het Suriname van die tijd?