Farma zussen: het verhaal van Anu

Door Amar K. Soekhlal

In de Hindostaanse gemeenschap is er een blinde obsessie met het zogenaamde gebrek aan zichtbaarheid. Ik hoor op de radio en in allerlei gezelschappen dat “we” zichtbaarder moeten worden. Bij mij borrelt dan de neiging op om heel hard te schreeuwen: “Doe je ogen open”. Maar dat is niet fatsoenlijk in een gezelschap. Bij deze obsessie ligt de onderliggende gedachte dat je pas succesvol bent als je zichtbaar bent in de media en de sport. Dit impliceert alsof zichtbaarheid een doel op zich zelf is. Ik zal de komende periode regelmatig interviews plaatsen met Hindostanen en andere migranten kinderen die door hard werken, het optimaal benutten van hun talenten, en een groot doorzettingsvermogen een mooie carrière hebben opgebouwd. In deze reeks interviews het verhaal van de Farma-zussen: Anu(radha), Arti, Filize  en Shanti. Vier apothekers. Een vriendschap die ontstond in 1990 op de universiteit in Utrecht en nog steeds zeer hecht is. Vier dames die een migratie achtergrond delen en hun talent optimaal hebben benut. Zichtbaarheid is daarom in mijn ogen een non issue. In deze bijdrage het verhaal van Anu over onder andere het sluiten van vriendschappen met niet-autochtone studenten. Veel leesplezier!

Anu Pherai

Even voorstellen. Anu Pherai, aangenaam kennis te maken. Eigenlijk Anuradha Pherai, maar niemand noemt mij zo.

Bijna 49 jaar geleden geboren op een druilerige zondagochtend in november in Den Haag, als oudste dochter van mijn hindoestaanse migranten-ouders. Geheel volgens traditie was mijn vader enigszins teleurgesteld dat ik geen zoon was, en ook niet licht van kleur. Gelukkig voor hem, kwamen die licht gekleurde kinderen er later wel, waarvan 1, hoera! een zoon. Gelukkig voor mij, was ik slim en bijdehand, maar nog belangrijker, 4 jaar lang enig kind. Hij kon niet anders dan mij uiteindelijk toch geweldig vinden.

Dit verhaal gaat over vriendschap. Over ‘sisterhood’ en het belang ervan in mijn leven.

Daar was ik dan, tijdens de kennismakingsdagen Farmacie op de Universiteit van Utrecht. Stil, gereserveerd, niet echt contact zoekend met de anderen. Ik was niet geïnteresseerd in ‘het studentenleven’. Ik kwam hier om iets te leren, meer niet. Altijd de brave, verantwoordelijke dochter, het goede voorbeeld. En toen kwam ik er nog 1 tegen. Een ‘goede voorbeeld’-dochter van hindoestaanse afkomst. Ze bleek zelfs hetzelfde sterrenbeeld te hebben. Gelukkig wel een ander type Schorpioen, meer open en extravert. Anders waren we nooit aan de praat geraakt. Arti heette ze (zo heet ze trouwens nog steeds). We waren vanaf dag 1 vriendinnen.

Al snel raakten wij bevriend met andere, niet-autochtone farmaciestudenten. Het is cliché maar waar, je trekt toch naar elkaar toe. Met 2 andere meiden, Filiz en Shanti, zouden Arti en ik uiteindelijk een viertal vormen dat tot op de dag van vandaag lief en leed met elkaar deelt.

Ik kan een heel epistel schrijven over wat we samen allemaal hebben meegemaakt. Turkse pizza maken bij de ouders van Filiz, Arti’s vrijgezellen dag, Shanti’s memorabele verjaardagsfeesten. Ontelbare stedentripjes, allemaal perfect gebalanceerde combinaties van melige nonsens en diepgaande gesprekken. De lijst is veel te lang voor 1 A4-tje.

Waar het eigenlijk om gaat, is het bijzondere van onze vriendschap. Ondanks de overeenkomsten in onze achtergronden, zijn we 4 heel verschillende individuen. Arti is altijd opgewekt en vriendelijk. Hip, modern en helemaal 21st-century aan de ene kant, en traditioneel hindoestaans familiemens aan de andere kant. Filiz is onze Koerdische adoptie-hindoestaan. Zij is de doorzetter met de ambities die ze allemaal waar maakt. Powervrouw nummer 1, met een verrassend gevoel voor humor. Shanti was vele jaren onze feestende vrijgezel, very well-connected in de Surinaamse gemeenschap, maar wel met een serieus en plichtsgetrouw karakter. En ik, ik ben wellicht de afwijking in ons gezelschap. De enige apotheker die niet in de apotheek ging werken, maar een carrière wilde opbouwen in het bedrijfsleven. Niet de hele dag op 20 m2 met een groep vrouwen een eigen toko runnen, maar jezelf stukje bij beetje, elle bogen – ontduikend naar boven worstelen in corporate Pharma. What was I thinking!

Naar mijn mening hebben juist onze verschillen ervoor gezorgd dat we, ondanks onze drukke levens met werk, gezin en (schoon)familie, toch een hechte sisterhood hebben opgebouwd. Vooral bij belangrijke beslissingen en de moeilijke momenten in het leven, heb je veel aan opvattingen en adviezen vanuit verschillende gezichtspunten. Het verbreedt je horizon, je ziet meerdere opties en het leert je te relativeren. En ja, dat leidt ook meer dan eens tot meningsverschillen. Gandhi zei hier dit over: “Honest disagreement is often a good sign of progress”. In onze vriendschap heb ik gedeeld wanneer ik alles voor mezelf wilde houden, veel gelachen om niets bijzonders, steun gekregen wanneer ik dat nodig had, en bovenal, in spiegels gekeken die ik anders niet zou hebben gezien. Als dat geen ‘progress’ is…