Farma zussen: het verhaal van Shanti

Reacties zijn gesloten

Door Amar K. Soekhlal

In de Hindostaanse gemeenschap is er een blinde obsessie met het zogenaamde gebrek aan zichtbaarheid. Ik hoor op de radio en in allerlei gezelschappen dat “we” zichtbaarder moeten worden. Bij mij borrelt dan de neiging op om heel hard te schreeuwen: “Doe je ogen open”. Maar dat is niet fatsoenlijk in een gezelschap. Bij deze obsessie ligt de onderliggende gedachte dat je pas succesvol bent als je zichtbaar bent in de media en de sport. Dit impliceert alsof zichtbaarheid een doel op zich zelf is. Ik zal de komende periode regelmatig interviews plaatsen met Hindostanen en andere migranten kinderen die door hard werken, het optimaal benutten van hun talenten, en een groot doorzettingsvermogen een mooie carrière hebben opgebouwd. In deze reeks interviews het verhaal van de Farma-zussen: Anu(radha), Arti, Filize  en Shanti. Vier apothekers. Een vriendschap die ontstond in 1990 op de universiteit in Utrecht en nog steeds zeer hecht is. Vier dames die een migratie achtergrond delen en hun talent optimaal hebben benut. Zichtbaarheid is daarom in mijn ogen een non issue. In deze bijdrage het verhaal van Shanti die onder andere deelt zich verloren te hebben gevoeld in een collegezaal met 150 studenten. Veel leesplezier!

Shanti Jairam-Ramcharan

Even voorstellen : Shanti Jairam-Ramcharan, geboren in Suriname, sinds 1990 woonachtig in Nederland en apotheker van beroep. Ik ben de jongste uit een gezin van 5 dochters en zoals men het noemt “een nakomertje”. Mijn ouders hebben gezorgd voor een warm nest en als zussen onderling hebben we een hechte band. De roerige politieke tijd in ’82-’83 in Suriname heeft mijn ouders doen besluiten hun 3 middelste dochters in Nederland hun studie te laten vervolgen. Mijn oudste zus en haar gezin vertrokken kort daarna ook naar Nederland. Groot was het verdriet van mijn ouders dat hun gezin op deze manier uiteen gevallen was, althans zo voelde het voor hen. Ik had mij voorgenomen dat ik nimmer mijn ouders zou verlaten, ik zou in Suriname blijven!

Na de middelbare school koos ik voor de studie Geneeskunde, ondanks dat arts worden niet mijn voorkeur had. Ik wilde graag apotheker worden, mensen helpen/genezen maar zonder fysiek contact. Al na de eerste anatomie les waarbij we op geprepareerde mensenlichamen spieren en vezels moesten benoemen, wist ik dat dit niet de studie voor mij was. Ik wilde een exacte studie volgen en haakte na een half jaar geneeskunde af om (toch) in Nederland Farmacie te gaan studeren. Het was moeilijk voor mijn ouders om ook hun jongste te laten gaan, maar ze gunden mij mijn droomstudie. Hun voorwaarde was wel dat ik bij familie zou inwonen en niet in een studentenkamer…….dat was in de ogen van mijn zorgzame vader not-done. Enkele jaren later zijn mijn ouders ook verhuisd naar Nederland.

In 1990 maakte ik dus de oversteek naar Nederland. Ik heb het voorrecht gehad bij mijn zus Sharda en zwager Moenná te kunnen wonen; een voorrecht omdat ik dankzij hun, een zorgeloze studietijd had. Immers ik begon in mijn ogen aan een avontuur in een witte wereld : dagelijks met OV naar de universiteit (in Suriname werd ik met de auto overal heen gereden), wennen aan het Nederlands accent van docenten, wennen aan een collegezaal met 150 overwegend blanke medestudenten. Ik voelde me in het begin best verloren in de massa, contact leggen was niet mijn sterkste kant. Het was Arti die al gauw aan de praat raakte met mij en via wie ik ook Anu en Filiz leerde kennen : de basis voor een hele lange vriendschap was gelegd.

Wij hebben allen een verschillend karakter, vullen elkaar aan en laten ieder in haar waarde. We waren hele serieuze studenten en hebben vlot de studie afgerond. We wilden immers allen carrière maken. Behalve hard studeren hebben we in onze schaarse vrije tijd leuke dingen samen ondernomen.

Filiz is onze moderne Koerdische vriendin die helemaal geïntegreerd is in de hindoestaanse cultuur…jawel ze maakt bárá’s en draagt af en toe sári op onze feesten. Filiz zorgt met haar humor ervoor dat het nooit saai is.

Arti is onze immer vrolijke babbelkous, familiemens en de meest georganiseerde van ons vieren. Als we gezamenlijk iets willen ondernemen, overleggen we als eerste met Arti want zij heeft de drukste agenda.

Anu is de meest geduldige en minst impulsieve van ons allen; zij zal altijd wikken en wegen alvorens een besluit te nemen.

Ik kan doorgaan met onze karakters beschrijven maar hou het hierbij.  We hebben in de afgelopen 30 jaar veel lief en leed gedeeld en zijn betrokken bij elkaars life events. Het belangrijkste aan onze vriendschap is mijns inziens dat we elkaar in onze waarde laten al zijn we het niet altijd eens met elkaar. We kunnen lachen en huilen met elkaar. Als ik de behoefte voel een geheimpje te delen, zal dat met mijn 3 farma-zussen zijn omdat ik me veilig voel bij ze. Ondanks dat we verspreid over het land wonen, een ieder succesvolle ondernemer is en een gezinsleven heeft, investeren we in onze vriendschap omdat we van elkaar houden.  Wij hebben dit jaar ons 30-jarig vriendschap gevierd en ik weet zeker dat onze warme liefdevolle band blijft bestaan till the end !

Shanti