Door Amar K. Soekhlal
Een zeer goede vriendin stuurde mij een bericht uit Nu.nl waarin staat de gemeente Rotterdam straatnamen vernoemt naar strijders tegen slavernij. De nieuwe straatnamen luiden Tulastraat, Thicopad, Janey Tetarypad, Virginia Gaaipad en Bonipad. De indiener was erg blij dat de gemeente Rotterdam geluisterd heeft naar zijn suggestie. ”Het is goed dat het koloniale verleden zichtbaar is in Rotterdam. Niet alleen de kant van de overwinnaar, maar ook de kant van de mensen die streden tegen die overheerser. Dat zijn echte helden die verzet leverden. Een inspiratiebron voor iedereen in de stad. Ook in Amsterdam is een straatnaam naar Janey Tetary genoemd. De vriendin voegde in haar app bericht toe “en Den Haag?????”
Haagse politici hebben op podia waar Hindoestanen aanwezig zijn, de mond vol van dat Den Haag de grootste stad met Hindoestanen is op het Europese vasteland. Alsof het hun verdienste is? Maar goed denk ik dan verder, chórde. Maar inderdaad het wordt het hoogste tijd om naast de geschiedenis van de slavernij, ook aandacht te schenken aan de periode van de Hindoestaanse immigratie. In het verleden hebben Hindoestanen instituties en verenigingen genoemd naar namen van verzetshelden uit de periode van de immigratie. Denk aan het Kollektief Jumpa Raj Guru en Trefcentrum Mathura.
Radjinder Bhagwanbali heeft in zijn lezenswaardig boek Hindoestaanse migranten onder het indentured labour systeem naar Suriname, 1873-1916, 2010 uitgeverij Amrit) een beschrijving gegeven van de erbarmelijke situatie van de contractarbeiders in Suriname. De mentaliteit van de vroegere slavenhouders was niet veranderd ten opzichte van de immigranten. De huisvesting van de contractarbeiders vond plaats in de vroegere slavenbarakken. Ere wie ere toekomt, want het was wederom de heer Radjinder Bhagwanbali die Janey Tetary uit de archieven heeft opgespoord en haar heldendaad heeft beschreven. Het is een groot verdienste van vrijwilligers van het Sarnámihuis dat er nu een beeld van haar staat in Paramaribo en straten in Nederland die naar haar genoemd zijn.
In Den Haag heeft de nationale regering beslissingen genomen met grote gevolgen voor de slavernij en de immigratie. De slavernij was weliswaar in 1863 afgeschaft, maat door de periode van het Staatstoezicht materieel geëindigd in 1873. Dit geldt ook voor de Hindoestaanse contractperiode in Suriname. Weliswaar kwam het laatste schip S.S. Dewa op 24 mei 1916 aan in Paramaribo, maar de contractanten moesten nog een contract uitdienen tot 1921. In dit jaar eindigde formeel het contract. Het zou toch fantastisch zijn als de helden uit de periode van de slavernij en de contractperiode zouden worden geëerd met een straatnaam als erkenning van de strijd tegen onderdrukking en uitbuiting op de plantages in Suriname.
Ik geef u een voorschot. Wat dacht u van:
Baronstraat
Codjolaan
Jumpa Rajgurustraat
Mathuralaan
Ramjaneeplein
Janey Tetaryweg
Ik hoop op uw instemming.