Padmini Kanhai Mishre: Mijn vaders archief

Mijn naam is Padmini Kanhai Mishre. Ik ben werkzaam bij een dienstverlenende organisatie. Daarnaast ben ik vrijwilliger bij het Wijknetwerk van de Gemeente en het museum Warsenhoeck te Nieuwegein. Na de publicatie van het boek: A remarkable case study on family in the Indian Diaspora ben ik geïnspireerd geraakt voor verdere onderzoeken van de familie historie in zowel Nederland als in diversen landen. Ik heb samen met mijn zus Shanta een stamboom van Vaders- en Moederszijde gemaakt en uitgewerkt. De periode stamt af vanaf 1893 tot heden. In het jaar 2017 heeft het blad GEN mij geïnterviewd over de familie geschiedenis van Indiase komaf met de beschikbare documenten.

Mijn ouders zijn Chemradj Kanhai Mishre en Pinglawati Chandrashekhar Sharma. Mijn vader is de zoon van Pandit Soekdew Kanhai Mishre en Chabiradjie Shriemisier. Hij was de kleinzoon van de toenmalige bekende Pandit Bhawanibhik Shriemisier. Zijn grootvader van moederzijde (Nana) heeft Gandhi persoonlijk ontmoet in Magan Wadi, Wardha op 11 oktober 1935 in India.

Mijn vader heeft in zijn jonge jaren diverse archieven zorgvuldig bewaard. Na het overlijden van mijn vader, heeft mijn broer Sharat Kanhai Mishre mij geadviseerd de documenten te behouden voor de volgende generatie. Eén van die documenten is een brief van Gandhi.

Vertaling brief Gandhi:

“Vandaag heeft Shri Pt. Bhawanibhiekh Mishre mij in gezelschap van Shri Pt. Banarsidas Chaturvedi bezocht. Hij vroeg me om een boodschap voor de (Hindustaanse) immigrantengemeenschap in Suriname. Mijn boodschap aan de Hindustanen in Suriname is dat zij in eenheid met elkaar samenleven; dat zij aandacht besteden aan de zuiverheid van lichaam, geest en spraak; dat zij hun moedertaal niet vergeten en dat zij bibliotheken opzetten.”

Mijn nanie (moeder Phoewa) Lilawatie Chandrashekhar Sharma, in haar woning hing een bijzonder portret van Gandhi tijdens zijn bezoek in Engeland in de periode 1931. Het onderwerp ging over de voorbereiding van de onafhankelijkheid van India.

Mijn nanie was een zeer trotse, zeer progressieve vrouw.

Haar vader was de 1e Indiase immigrant die gedurende periode 1920, een drukkerij heeft gehad aan de Watermolenstraat te Paramaribo en Guyana. Tevens was hij de grondlegger van de Arya Samaj in zowel Brits Guyana en Suriname.