Pravini Baboeram: Als het niet loopt zoals je hoopt…

Naast de vele identiteiten die ik al 35 jaar lang met mij meedraag, heb ik onlangs een nieuwe dimensie aan mijn identiteit mogen toevoegen: moeder. Op 14 december 2020 kwam mijn lieve dochter Diya Tetary Mahes ter wereld. In de voorbereiding op en het proces na haar geboorte was ik enorm zoekende naar hoe ik invulling wilde geven aan het moederschap, vanuit een zelfbewuste identiteit als Hindostaanse vrouw anno 2021. In deze reeks columns deel ik mijn ervaringen, uitdagingen en inspiratie.

“Stel je voor hoe de ideale bevalling eruit ziet,” zei de verloskundige tegen mij toen we mijn bevalplan aan het bespreken waren. “Natuurlijk zal niet alles verlopen zoals je je hebt voorgesteld, maar het helpt om een positief scenario te visualiseren.” Het enige dat ik wist was dat ik mijn partner Rakesh naast mij wilde hebben en dat ik zo min mogelijk beroep wilde doen op pijnstilling.

“Heb je wel eens gedacht aan een badbevalling? Dat is een natuurlijke vorm van pijnstilling.” De verloskundige informeerde mij over de mogelijkheden in het ziekenhuis. Het klonk allemaal zo romantisch, dat ik er bijna naar uitkeek om een klein mens uit mijn lichaam te persen.

“Kunt u vertellen wat ik precies kan verwachten van de bevalling, wat gebeurt er als de baby eenmaal geboren is?” vroeg ik aan de verloskundige.

“Na de bevalling leggen we de baby meteen op jouw borst voor huid-op-huid contact. Dan krijgen jullie ongeveer een uur, dat noemen we de ‘golden hour’, om van elkaar te genieten. Je kunt de baby dan meteen aanleggen, dit helpt ook allemaal voor de hechting.” Ik kon het al helemaal voor me zien. Ik in bad met de baby op mijn borst, terwijl Rakesh “vedo asi” (sanskrit voor “maak de Vedische kennis eigen”) fluistert in de oren van onze dochter als ritueel van de “jaatkaran sanskar” (een ritueel binnen het hindoeïsme ter verwelkoming van de baby). Met nog maar een paar weken te gaan voelden we ons helemaal voorbereid op de komst van de kleine.

Een paar weken later schrok ik midden in de nacht wakker toen ik een plas water tussen mijn benen voelde losbreken. “Mijn vliezen zijn gebroken!” Tijdens een belletje met de verloskundige kreeg ik de instructie om wat slaap te pakken en de weeën nu af te wachten. In de ochtend kon ik langskomen voor een eerste controle. Rakesh en ik keken verwachtingsvol elkaar aan. “Vanavond komen we thuis met onze baby!”

Wat een anti-climax toen we die ochtend naar huis gestuurd werden. De weeën waren nog niet op gang gekomen en het protocol is dan om 24 uur te wachten, in de hoop dat de weeën alsnog op gang komen. Daarna kon ik ervoor kiezen om ingeleid te worden. Ook kreeg ik de eerste tegenvaller mee: ik kon geen badbevalling doen, vanwege de langdurig gebroken vliezen was er dan kans op infectie. Ik had er vrede mee en bereidde me voor op de mogelijkheden voor pijnstilling.

De dag erna keerden we terug naar het ziekenhuis, wederom hoopvol dat we die avond met onze dochter in onze armen zouden terugkeren. Maar die hoop vervloog snel toen bleek dat er die dag geen plek was in het ziekenhuis. Ik kon pas de volgende dag terecht om ingeleid te worden.

De dag erna was het eindelijk zover. Ik kreeg een kamer toegewezen en de eerste wee-opwekkers toegediend. Veertien uur inclusief een geslaagde ruggenprik later had ik eindelijk 9,5 cm ontsluiting. Rakesh en ik deden een vreugdedansje. “Nog maar 0,5 cm te gaan!”. De verloskundige adviseerde ons nog wat slaap te pakken voor de eindsprint.

Maar toen gebeurde het. Na mijn dutje werd ik wakker met hevige rillingen en hoge koorts. De hartslag van onze dochter schoot omhoog. De verloskundige moest snel beslissen en ging in spoedoverleg met de kinderarts. “Het lijkt erop dat zich een infectie ontwikkelt bij jou of de baby. We kunnen geen risico lopen en moeten over naar een spoedkeizersnee.” Rakesh, die normaal altijd rustig blijft in crisissituaties, keek mij in paniek aan. “Ik wil jou niet verliezen,” las ik in zijn ogen. Hier had de verloskundige ons niet op voorbereid. We moesten ons de ideale bevalling voorstellen, maar niemand had ons geïnformeerd over scenario’s die anders konden lopen. Ik moest denken aan een vlog van Verlosmoeder Djanifa da Conceicao, die haar tips had gegeven om je voor te bereiden op de bevalling. “Denk ook na over wat je wilt als het niet loopt zoals je hoopt”.  Gelukkig had ik dat gedaan en wist ik dat ik de bevalling wel bewust wilde meemaken. Ik wist ook dat de ruggenprik mij de verdoving gaf die nodig was om dat te kunnen doen. Dankzij deze gouden tip van Verlosmoeder had ik op dat moment de kalmte om de paniek in de kamer te doorstaan en Rakesh gerust te stellen.

Alles ging in sneltreinvaart. Er werd een katheter in mijn blaas geduwd. Mijn t-shirt werd doorgeknipt om mijn buik vrij te maken. Een infuus raakte los en bloed spoot uit mijn arm. Het infuus werd opnieuw bevestigd en mijn arm werd snel schoon gemaakt. Ik werd gereden naar de operatiekamer. Rakesh rende mee, met zijn hand in mijn hand. Even liet hij los, hij moest steriele kleding aan. Hij kwam terug en zat weer naast mij. Er werd een doek over mijn buik getrokken met een plastic raam. Rakesh en ik keken elkaar aan, een mix van angst en hoop vulde de kamer.

En toen was ze daar. De arts legde Diya op mijn borst, welgeteld twee seconden, bij het plastic raam. Ik kon haar zien en horen, maar niet voelen. Meteen werd ze meegenomen voor onderzoek. Rakesh keek mij vertwijfeld aan. “Zal ik mee met haar of bij jou blijven?”

“Ga naar haar, ga!” antwoordde ik. Rakesh rende met haar mee en verdween achter klapdeuren. Na een paar minuten kwam de verpleegkundige  mij gerust stellen. “Ze maakt het goed, ze is ok.” Terwijl de arts mij dichthecht fluistert Rakesh “vedo asi” in haar oor, zo vertelt hij mij later. Slangetjes worden bevestigd aan haar pasgeboren lichaam om haar hartslag en zuurstofgehalte te meten. Ze krijgt antibiotica via een infuus om een eventuele infectie te bestrijden. Ze krijgt een sonde via haar neus, omdat ik haar nog niet kan voeden. Ze wordt naar een couveuse gebracht, waar ze de eerste paar uren van haar leven doorbrengt zonder haar ouders.

Dit is niet hoe ik het mij had voorgesteld. Waar was onze ‘golden hour’? Hoe zou dat gaan met borstvoeding? Zou ze zich wel goed kunnen hechten aan ons nu we haar pas na 4 uur konden vasthouden? En hoewel we na vier dagen gelukkig gezond en wel naar huis mochten, had ik het gevoel we iets gemist hadden, nu we geen “normale” bevalling hadden gehad.

Het heeft een tijdje gekost om mij te realiseren dat er geen “normale” bevalling bestaat. Je hebt een vaginale bevalling en een keizersnee en beide ervaringen hebben hun eigen waarde. Toch wordt er in de informatievoorziening, of het nu via de zorg is of via mediaplatforms, vooral veel aandacht gericht op de vaginale bevalling. Het maakt dat vrouwen die op andere wijze hun kinderen ter wereld brengen het gevoel kunnen hebben dat hun ervaring minder waardevol is. Maar ondanks de verschillende routes die we kunnen nemen, de eindbestemming blijft hetzelfde. Een wonder die je uiteindelijk in jouw armen mag sluiten. En dat is het meest waardevolle dat er bestaat.