Rakish Naipal: Een zwaar hart

Reacties zijn gesloten

Beste lezers,

Ik schrijf u vandaag met een zwaar hart. Waar ik pasgeleden nog het heugelijke nieuws mocht delen van de geboorte van onze derde zoon, is niet lang daarna mijn adjie ons ontvallen. Ik vind het moeilijk om deze roller coaster aan gevoelens op papier te zetten. Beide gebeurtenissen zijn ook gebeurd terwijl Corona over onze schouders meekijkt wat het nog moeilijker maakt. Natuurlijk moeten we door, onze gezinnen hebben ons nodig, ons werk wacht ook op ons en we moeten onze hoofden koel houden. Toch, op sommige momenten zoals nu, denk je onherroepelijk terug naar de gebeurtenissen van de afgelopen tijd.

Ik probeer volgens een bepaald motto te leven, eer iemand terwijl ze nog leven. Dit betekent zoveel dat je de mensen om je heen moet koesteren, zo lang het kan, of in ieder geval zo lang ze er zijn. Het is ook zeker niet makkelijk, wanneer bel je je ouders, wanneer ga je langs. Kan je wel langs gaan in deze tijd, zonder ze in gevaar te brengen?

Toen Adjie naar Nederland kwam in November 75, trok ze bij mijn ouders in zoals dat toen heel gebruikelijk was. Ik werd geboren in December, dus ik wist eigenlijk niet beter dan dat ze er altijd was. Net als mijn Adja en phoewa’s overigens, die woonden ook allemaal bij ons. Mijn moeder werkte in de zorg, dus ook avonden en nachten en zo kwam het dat ik werd verzorgd door mijn oma. Waar zij was, daar was ik ook. Later, toen ik een jaartje of vier was kregen Adjie en Adja een huis in Brabant. Adjie wilde mij meenemen, mijn moeder vond dat toch echt een stap te ver gaan en zo kwam dat ze subiet stopte met het werken in de zorg. Ook al waren Adjie en Adja ver weg, de band bleef. Als ze naar Den Haag kwamen, logeerden ze bij ons, Adjie sliep bij mij in mijn kamer. Ze beschermde me ook. Als ik weer eens iets had gesloopt, dat scheen ik nogal eens te doen, was zij het die ervoor zorgde dat ik geen, of in ieder geval geen zware straf kreeg. Zo had ik dus altijd het gevoel dat ik niet een, maar anderhalf, of twee moeders had. Natuurlijk was ik niet het enige kleinkind, er waren er genoeg, maar ze kon je wel het idee geven dat je belangrijk voor was.

Als je zo iemand in je leven hebt wil je dit koesteren, je moet wel. Je wil namelijk niets liever dan dat gevoel wat zo iemand je geeft vasthouden. Ik had hetzelfde gevoel bij mijn moeder. Ze was de spil van het gezin en zorgde ervoor dat we niets te kort kwamen. Het deed me dan ook pijn toen zij ons ontviel. Ze heeft nooit onze kinderen gezien, amper een jaar nadat ze ons verliet werd onze eerste zoon geboren. We hebben geprobeerd haar te eren door hem te vernoemen naar haar. Een klein gebaar, maar we hebben wel geprobeerd hem de gedachte aan zijn Adjie mee te geven. Zo werd mijn Adjie, de grote Adjie van onze jongens. Adjie was altijd overal bij. Als we dan binnenkwamen op een feestje zat ze altijd in een hoek. Als we haar dan gedag zeiden liet ze je ook niet meer los. De jongens snapten dit niet altijd, maar we als we het dan aan ze uitlegden waarom ze dit deed, snapten ze het… Een soort van…

Adjie’s gezondheid ging met de jaren wel achteruit. Ze woonde nog wel alleen, maar dat kon eigenlijk niet meer. Er werd besloten om haar in een verzorgingshuis te doen. De discipline en toewijding die mijn familie heeft laten zien door iedere dag langs te gaan is bewonderenswaardig. En dit is precies mijn punt, ze hebben collectief laten zien dat ze haar eerden, toen het nog kon. Toen ze er nog was. En niet alleen haar kinderen gingen langs, het meest bijzondere was misschien wel dat mijn neefjes en nichtjes, waarvan je zou kunnen denken dat die het druk hadden, juist zij waren er. Ze waren er altijd. Ik betrapte mezelf erop dat ik wel wilde langsgaan, maar het niet deed. Ik was druk met werk dacht ik altijd. Ze werd ook wel eens opgehaald als er een verjaardag was. Als ik haar dan zag, vroeg ze altijd hoe het met de zwangerschap ging. Ik beloofde haar dat als de baby er zou zijn, ik de baby zou komen ‘showen’. De baby werd geboren en een paar weken later traden de Corona maatregelen in. Langs gaan in het tehuis kon niet en mocht niet. Maar die afspraak dan om de baby te laten zien? We maakten ons ook zorgen om de baby. Ongeveer een maand nadat de baby geboren was is Adjie gegaan. Toen ik aankwam in het tehuis zag ik de baby kaart, die heeft ze gezien. Maar de baby, die heeft Ajie nooit gezien.

Nu worstel ik wel met de vraag, heb ik haar genoeg geëerd. Was ik er wel genoeg voor haar toen ze dat nodig had. Ik heb nooit om haar aandacht hoeven vragen. Heb ik wel genoeg gedaan. Ik weet het niet. Ik kan de vraag niet beantwoorden. Mensen zeggen vaak je doet wat je kan. Dat is waar, maar de vraag is, is of dat genoeg is. Als een dierbare in je naaste omgeving overlijdt ga je pas nadenken, Heb ik wel gezegd wat ik wilde zeggen. Heb ik gezegd dat ik van diegene houd. Heb ik gezegd dat ik mijn kinderen probeer op te voeden met de normen en waarden die zij ons heeft meegegeven. Heb ik haar verteld dat ik trots ben op haar en wat ze bereikt heeft. Wij Hindoestanen zeggen dit soort dingen niet, wij praten niet zo. Ik denk dat ik voor altijd met deze vragen zal worstelen, hoewel ik wel denk dat Adjie het weet, dat ik van haar houd.

We hebben ondanks alle maatregelen Adjie een prachtig afscheid kunnen geven. Ik heb ook het gevoel dat ze ons iets heeft meegegeven. Sinds ze ons heeft verlaten, schijnt de zon en is er bijna geen regen meer geweest. Het is bijna alsof zij over ons waakt, door haar zon op ons te laten schijnen. De warmte die zij altijd gaf, geeft ze nu nog aan ons door via de warmte van de zon.

Adjie, nu je bent waar je bent heb, je tijd…. Tijd om iedereen die wij zo missen weer te zien en vast te houden. Je hebt tijd om bij te kletsen met Mama. Geef haar een knuffel van ons, zeg ze dat we haar missen, maar vertel ze ook dat we jou missen. Heel erg…

We zullen je eren door je niet te vergeten. De verhalen over jou zullen we blijven vertellen. En zullen nog generaties lang worden doorgegeven.

Ohm shanti shanti shanti ohm