De dag dat ik aan mijn chemokuren zou beginnen was aangebroken. Ik moest me om 08.00 uur melden in het ziekenhuis. Allereerst moest ik langs de apotheek in het ziekenhuis waar ik alvast wat medicatie meekreeg. Zo kreeg ik bijvoorbeeld tabletten in die ik moest innemen zodat ik niet extreem misselijk zou worden. Hierna moest ik op een weegschaal staan en mocht ik plaatsnemen in de zaal waar ik de chemokuren zou krijgen. Je mag iemand met je meenemen. Gelukkig maar, want anders zou het een saaie boel worden omdat je daar 3,5 uur moet zitten. Ik zorgde er altijd voor dat ik iedere keer dat ik een chemokuur kreeg, een andere vriendin met me meenam. Zo kon ik lekker kletsen om de tijd te doden.
In de zaal stonden er 6 stoelen die leken op de stoelen die je bij een tandarts aantreft. Daarnaast stond een stoel voor het bezoek. Ik mocht plaatsnemen in de stoel die op dat moment vrij was. Zo’n afdeling is net een fabriek: na het toedienen van je chemokuur kun je vertrekken want de volgende staat alweer klaar om zijn/haar chemokuur te ontvangen. De stoel waarop ik kwam te zitten stond direct naast de deur. Volgens de verpleegsters had ik daar geluk mee, want ik zat dichtbij het toilet. Ik had geen idee waarom ik daar blij mee zou moeten zijn. Maar dat zou me gauw duidelijk worden. Tussen het moment dat ik de medicatie van de apotheek had ingenomen tot aan het begin van een kuur, zat een half uur. Zo kon de medicatie haar werk doen.
Nadat je hebt plaatsgenomen beginnen ze met het aanprikken van een ader. Na vijf keer prikken was het de verpleegster nog steeds niet gelukt om een infuus bij me in te brengen. Waarvan de laatste keer de naald zelfs dwars door mijn ader heen ging. Ik heb absoluut geen medische achtergrond maar ik wist wel dat die naald nooit in mijn ader ging passen, omdat ik altijd met een kindernaald geprikt wordt. Dit gaf ik ook aan bij de verpleegster maar die had daar geen boodschap aan. Nu heb ik altijd al mijn hart op mijn tong, maar door de medicatie werkte mijn mond sneller dan mijn gedachte. Voor ik het wist had ik haar gevraagd of dit haar eerste werkdag was.
Omdat het haar na 5 keer niet was gelukt om een infuus aan te brengen, kreeg ik een andere verpleegster die het mocht proberen. Door haar werd ik wel direct met een kindernaald geprikt. Allereerst kreeg ik een middel om het infuus te spoelen, volgens mij was het gewoon water met zoutoplossing. Daarna begonnen we met de chemokuren. Kortgezegd, zit je uren aan een infuus waarmee ze liters koude vloeistof in je pompen. Ik begreep direct waarom de zusters zeiden dat ik geluk had omdat ik dicht bij het toilet zat. Al dat vocht moet er ook weer uit. Ik ben in die drie uur dan ook meermaals naar het toilet gerend terwijl ik aan het infuus zat.