Santoecha Rangai: 26 jaar en borstkanker – Iets wat je niet verwacht (deel 8)

Reacties zijn gesloten

Direct nadat de eerste chemokuur mijn aderen inliep, wist ik dat de medicijnen die ik een half uur eerder had ingenomen hun werk deden. Blijkbaar was een van de bijwerkingen dat je honger krijgt. Ik kreeg me toch een honger, zulke trek had ik nooit eerder meegemaakt. Gelukkig stond er een kar vol eten op de afdeling en kon je pakken wat je wilde. Het was net een all you can eat buffet. De verpleging raadde mij aan om nu ik nog kon eten, ook zo veel mogelijk te nuttigen om zo lang mogelijk sterk te blijven. In de 3,5 uur dat ik daar zat: at ik 6 boterhammen, dronk ik 3 bekers cup-a-soup en at 2 racketijsjes. Eigenlijk had ik hierna nog steeds honger, maar ik vond het beschamend om nog meer eten te pakken.

Pas na al dat eten kon ik weer een beetje helder nadenken en keek om me heen. Alle andere stoelen waren bezet door andere patiënten. Ik was de jongste patiënt en op een na, kon ik daar iedereen z’n kleindochter zijn. Mijn oog viel toen op de stoel schuin tegenover mij. Daar lag iemand helemaal wit weggetrokken met zijn ogen dicht en verroerde geen vin. Ik vreesde dat diegene was overleden en ik naar een lijk zat te kijken. Na een tijdje werd hij gewekt door een verpleegster omdat hij naar huis mocht. Toen de meneer rechtop zat herkende ik hem. Hij was gymleraar op de school waar ik vroeger geschiedenisles had gegeven. Ik besefte me toen pas dat ook mensen die oergezond leefden ook kanker konden krijgen. Mijn collega, zoals ik hem kende at iedere dag salades en was altijd aan het sporten. Ik hoefde mezelf dus niet de schuld te geven van mijn ziekte.

Nadat mijn oud-collega was vertrokken, keek ik naar de anderen op de afdeling. Tegenover mij zat een vrouw die 31 jaar was. Ook zij had borstkanker, maar een andere variant waardoor we niet dezelfde behandelingen kregen. Ik had gehoopt dat ik een maatje in haar had gevonden, omdat de andere patiënten zo oud waren dat ik ze eigenlijk weinig te vertellen had. Deze ouderen hadden al een heel leven achter zich en begrepen niet dat mijn leven nog in de startfase stond. Zo praatten zij over hun kleinkinderen en ik had net mijn eitjes laten invriezen om later kinderen te krijgen.

Gelukkig was de 31- jarige vrouw net zoals mij niet op haar mondje gevallen en voor we het wisten waren we aan het onderhandelen geslagen met het personeel. Zo vroeg de andere vrouw waarom we ijsjes mochten eten. Waarop het personeel antwoordde dat we die kregen omdat je mond snel werd aangetast door de chemokuren. De ijsjes zouden de pijn verzachten. Hierop opperde de vrouw dat als ze ijsjes moest eten, liever een Magnum of Cornetto at en vroeg of ze die van huis mocht meenemen. Als je dan toch in een ellendige situatie zit, probeer het dan in ieder geval zo comfortabel mogelijk voor jezelf te maken.

 

Wordt vervolgd