Siela Ardjosemito-Jethoe: Een klassieker – een column over kleur, klasse en kunst

In 1985 bedacht mijn moeder dat het fijn zou zijn dat ik een muziek- instrument zou leren bespelen. Dat was ook logisch omdat mijn ouders beiden muzikaal onderlegd waren. Mijn vader speelde verschillende instrumenten zoals harmonium, dhantaal en dhol en mijn moeder zong liederen.

In Friesland waren er geen mogelijkheden om een Indiaas instrument te leren spelen, dus het werd orgel. Mijn moeder vond dat prachtig en ze spaarde voor een heuse elektrische orgel, dan konden we er zelf ook nog van alles mee uitproberen. Eén keer per week ging ik op dinsdagmiddag naar orgel-les. Ik leerde daar kennismaken met Chopin, Bach, Mozart en nog meer van die Westerse Klassiekers. Echt talent, had ik er niet voor maar wist toch twee diploma’s te behalen, muziek te lezen en Westerse klassieke muziek te waarderen. Naar een echt klassiek concert was ik overigens nog nooit geweest, dat was gewoonweg te duur, paste niet binnen het spectrum van het culturele leven van mijn ouders en daarmee werd het geen onderdeel van mijn cultureel kapitaal. Nu ik ouder ben, heeft het geen plek in mijn culturele leven. Nu beluister ik de klassiekers gewoon via Deezer of Spotify.

Vanuit het ministerie kreeg ik de kans om naar een concert te gaan. In het kader van mijn vertrek, leek het mij fijn om hier gebruik van te maken. Ik vroeg een goede vriendin mee, die uit eigen beweging, net als ik ook niet naar een concert zou gaan. Het belooft een mooie avond te worden. We hebben onze kleding en ons humeur met en op elkaar afgestemd. We gaan met de trein, dat is wel zo makkelijk, aangezien we achter Hollands Spoor wonen. Met een uurtje ben je van deur tot deur in het concertgebouw. Eenmaal aangekomen laten we ons onderdompelen in de weelde van het gebouw. Het is overweldigend, indrukwekkend en mooi. We laten ons vandaag trakteren op een concert onder leiding van Trevor Pinnock, met als soliste Beatrice Rana op de vleugel.

Een beetje ongemakkelijk is het wel, ik ben er nog nooit geweest, het is echt heel druk en de bezoekers zijn nog al op leeftijd. Daarnaast staat op de beide abonnementen de naam van een collega, dus ik wacht liever tot het wat rustiger is bij de dame die de kaartjes inscant. Ik voel een grote behoefte om uit te leggen dat het de abonnementen van OCW zijn, dat ik daar werk en…. De dame die de abonnementen inscant luistert al niet meer. “Fijne avond,” roept ze ons na, terwijl we in de letterlijke grijze massa worden meegenomen. We zijn nog geen twee minuten binnen of een oudere heer zegt nog al hard: “Er zijn vanavond wel heel ander soortige mensen, ik herken dit helemaal niet.” Verbaasd kijken mijn vriendin en ik elkaar aan. Hij heeft het over ons, dat is duidelijk, maar niet tegen ons. Choose your battles, dus we lachen vriendelijk en lopen door. Na onze jassen te hebben afgegeven bij de garderobe en een kopje thee te hebben gedronken, gaan we zitten op het front balkon rij 3 stoel 64 en 65, recht voor het podium, het zicht is er prachtig. Naast mij zit een ouder stel, de vrouw kijkt me aan ze trekt haar wenkbrauwen op. Even later vraagt ze om een andere plek, die ze ook krijgt, de reden hiervoor is mij onbekend.

Het concert is werkelijk prachtig, de groene jurk van Beatrice bezaaid met pailletten is een echte eye catcher. Het concert opgedeeld in drie delen, is adembenemend. Pinnock verliest zich, zoals een beetje bevlogen dirigent betaamt, in de muziek. Dat is prachtig om naar te kijken. We luisteren naar Chopin, Liszt en Haydn. Echt heel mooi, de akoestiek maakt dat het geluid heel ver draagt en dat maakt de beleving fenomenaal.

Tijdens en na de pauze worden we weer bekeken en aangestaard. Om het ongemak te doorbreken blijven we maar vriendelijk knikken en lachen, soms lacht er iemand, wat pijnlijk, terug. Eenmaal bij de garderobe aangekomen is het een enorme drukte, desondanks weten we onze jassen uiteindelijk te bemachtigen, fijn. Ik leg mijn tas op een balie, we staan daar met ongeveer tien mensen onze jassen aan te trekken en nog wat na te praten.

In de verte zie ik een dame op leeftijd vastberaden op ons af lopen. “Did you already close the counter for the concert CD’s?”, vraagt ze. “Because we just really wanted to buy one still” vervolgt ze. Ik bedenk me wat ik nu goed zou kunnen antwoorden. “No, we didn’t. We actually enjoyed the concert in the audience, just like you,” antwoord ik. De dame kijkt me verbaasd of verward (ik weet het onderscheid op dat moment niet te maken) aan, draait zich om en loopt weg. Mijn vriendin en ik kijken elkaar aan en barsten in lachen uit. Wat was er nu net eigenlijk gebeurd?

We besluiten het concertgebouw te verlaten. Bij het weggaan wordt een ieder door de portier vriendelijk begroet met fijne avond. Als wij door de deur lopen krijgen we echter een beleefde ‘dag’ en een knikje. Ik vraag me af waarom we niet ook een fijne avond krijgen, maar loop tegelijkertijd toch ook door. Eenmaal buiten aangekomen bekruipt mij het gevoel dat ik toch met een floormanager wil spreken en onze ervaring bij het concertgebouw wil delen. Dus we lopen terug, vragen de jonge portier vriendelijk of er een manager is, die is er gelukkig. De manager komt in minder dan een minuut aangelopen. Ik vertel hem over onze ervaring bij het concertgebouw. Hij probeert naar woorden te zoeken: “Het is ook echt een bijzonder klassieke avond.” Terwijl hij deze woorden uit spreekt, zinkt de moed me in de schoenen. Hij vervolgt: “Nee sorry, dat is geen reden, ik ga dit ook niet zitten vergoelijken, dat kan ik niet, ik schrik hier van.” Daarna volgt een mooi en open gesprek. Nummers en e-mailadressen worden uitgewisseld.

In de tram terug naar Amsterdam CS, stort ik in, met tranen in mijn ogen probeer ik woorden te geven aan wat dit impliceert, met name voor anderen. Anderen die niet in de positie verkeren waar ik me in verkeer, die niet hebben gestudeerd, die de taal niet machtig zijn, die noem maar op…. Ik ben redelijk gepokt en gemazeld in de onderwerpen op het gebied van diversiteit, doe er onderzoek naar, schrijf erover, gebruik levende casussen in mijn lessen en ga zo maar door, maar de ervaring van vanavond doet afbraak aan mijn hoop voor een inclusieve toekomst.

De volgende dag ontvang ik een mail van Gea Zantinge (zakelijk leider van het concertgebouw), ze wil graag met mij spreken over de avond, de ervaring en de inzet om het beter te maken. Daar ga ik natuurlijk op in.