Geef de tijd wat tijd

Svastika Ramcharan

“Alles op zijn tijd” kreeg ik toegestopt. Ik was in gesprek met mijn bestie over allerhande zaken waarbij mijn ongeduld aan het licht kwam. Terwijl ik het gemak waarop de woorden werden uitgesproken voelde, hoorde ik de pijn van de lijdensweg jammeren. Ik moest het juiste moment afwachten, was het gouden advies. Parelinstructies voor hoe je dat akelige wachten volhoudt, ontbraken helaas. Vaak is het tegemoetzien van het juiste tijdstip uitputtend zwaar.

Foto: Svastika Ramcharan

Hij heeft de tijd genomen om er te zijn. Het was een geloop van de ene arts naar de andere specialist, artsenpraktijk en ziekenhuis in en uit. De talloze uren die eraan gingen, zelfs de aldoor durende wachturen voorafgaand bij elk doktersbezoek frustreerden mij niet zozeer als wel de gevoelens die speelden bij elk consult, sowieso ervoor, evenzeer erna. Wat zou er deze keer uit de onderzoeksbus komen. Wat zou de volgende stap in deze onderzoeksprocedure zijn. Spannend, daarentegen afgrijselijk tergend. Onderzoektafels op en af ben ik in die jaren gegaan. Dat eiste onverschrokkenheid. Elke keer raapte ik mijn stukjes moed die her en der verspreid lagen, bijeen in de hoop dat er gauw een kindje was, de bekroning van een goed huwelijk. Want zo gauw er enkele huwelijksmijlen zijn afgelegd, wordt reikhalzend uitgekeken naar nieuwe opvarenden. Medevaardertjes die de levenstocht aangenamer zullen maken, zeggen ze allemaal. Wellicht is het vooral de druk van het denken van anderen om je heen en niet alleen de eigen behoefte om een kroostje te hebben, wat resulteert in uiterste inzet om nakomelingen te hebben. Volgens sommigen beloven deze naast gezelschap op het levenspad ook steun voor op de oude dag. Want wie zal er anders op je oude dag naar je omkijken, vragen ze. Burhápá ke láthi moet je hebben, zeggen deze goedgelovigen, ervan uitgaande dat je gebroed je zal behoeden voor eenzame oude dagen.

De tijdrovende wachtmomenten bij de dokter baatte ik uit door onder andere leesmateriaal de verslinden. Ook observeerde ik de medecliënten, terwijl ik tuurde naar gedrukte letters. Verzonken in het geschrift interpreteerde ik hun houding en beeldde ik me hun omstandigheid in. Dat ik niet als enige daar met bijeengesprokkelde hoop zat met de opgave gelijk een zee over te zwemmen, gaf me een greep om het hoofd boven water te kunnen houden. Baby’tjes op de wereld zetten was onmiskenbaar geen koud kunstje voor eenieder, zoals voor bijvoorbeeld de áji’s en náni’s van de vorige generaties. Of, waren wij van deze tijd gevoeliger voor invloeden van de veranderende wereld? Chemische stofjes hier, bijwerkingen daar…, zo laat de zich in ijltempo ontwikkelende wetenschap ook sporen in ons lijf achter. Ik had nooit geweten dat sommige sieraden giftige zware metalen bevatten die ons lichaam goed kunnen schaden. Tot ik eens las dat cadmium, lood of nikkel in sieraden ziektes kunnen veroorzaken, ook de nieren en ja, de vruchtbaarheid kwaad kunnen doen.

Niet dat kinderloze echtparen eerder niet bestonden. Ik hoorde ook wel over gehuwde stellen uit de vorige generaties die kinderloos waren gebleven. Warempel op de vingers bij te houden. Ook wist iemand mij te vertellen over een echtpaar dat kinderloos was en op een gegeven moment uiteen ging. Elk koos een partner om het leven voort te zetten, en toen kwamen, bij elk van hen, wel de spruitjes.

Na talloze inspanningen van de gevorderde wetenschap, ook de door velen aanbevolen verschillende huismiddelen op welke vanaf een zeker moment in grote mate hoop gevestigd was, werden de gebeden verhoord. Het nieuwsje dat er een spruitje onderweg was, mocht verspreid worden. Ik herinner me de eerste woorden die mijn vader blij verstomd stamelde na het bericht gehoord te hebben: “Alles komt op zijn tijd”.

In dit geval was de tijd er, de martelgang ernaar was al afgelegd. Op dit moment hadden deze woorden dan ook een zalige interpretatie als: En ze leefden nog lang en gelukkig. De pijn en het leed waren ineens weg, opgelost in het niets alsof ze nooit hadden bestaan. Anders is wanneer je aan het begin van dat abominabele afwachten zit, dan is de interpretatie van deze woorden, hoe goed ook bedoeld, minder heilzaam.

Niet zo lang terug heb ik met haar een werkrelatie opgebouwd. Zakelijk, maar prettig genoeg om het zakelijke te overstijgen. Vooral krachtig genoeg om haar emotioneel bij te staan toen nodig was in haar moeilijke dagen. Ze was positief getest op COVID-19. Enkele dagen na de aankondiging van deze harde stormwind die haar leven van de rails zou doen geraken en ongeordend zou maken, stierf haar naaste aan het coronavirus. Het gehele aantal redenen die deden twijfelen aan de voortgang van haar bestaan, hield haar continu gezelschap. Haar appbericht klonk als een afscheidsrede van iemand die haar biezen inpakt om met tegenzin een gezellig uitje te onderbreken en te verlaten. “Komt goed Akushla, houd vol, alles komt op zijn tijd goed”, typte ik, maar had het vertrouwen niet dit bericht te verzenden. Mijn eigen woorden, goudeerlijk rechtstreeks uit mijn hart, geloofde ik zelf niet. Hoe moet je in deze miserabele situatie waarin de voortgang van je leven afhangt van de gemoedsgesteldheid van een onzichtbaar overheersende indringer wachten op gezondheid die op zijn tijd zal komen? Daarvoor moet je het glibberige zelfvertrouwen stevig in je greep hebben. Zouden daarbij de woorden “op zijn tijd” wel gewicht in de schaal leggen? Op dit moment was het zalige van deze woorden zoals toen mijn vader die uitsprak, nergens te bekennen, ze boden naar mijn gevoel juist pijn en wantrouwen. Ik wiste die woorden gauw en koos andere om haar een riem onder het hart te steken, om te voorkomen dat haar het hart in de schoenen zonk. Ik merkte op dat de boodschap van deze andere woorden was: houd vol, alles komt op zijn tijd goed.

Al bij al geef ik deze woorden toch volkomen gelijk: niets, zelfs de tijd komt niet voor zijn tijd. Klaarblijkelijk is het de kunst die je moet verstaan de tijd wat tijd te geven.