Svastika Ramcharan: Vrij om te kiezen?

Reacties zijn gesloten

Met Maya voer ik zo nu en dan luchtige conversaties over serieuze kwesties in het leven. Een dergelijke babbel levert altijd nuttige informatie, bovenal verhelderende perspectieven op. Onlangs stuurde zij mij een videootje over de monarchvlinder. “Wat denk je, ontwerp of toeval?”, vroeg ze me erbij.

Voor vlinders heb ik nooit belangstelling gehad. Wel een gevoel dat dichtbij aversie ligt. Ik begreep niet goed hoe sommigen gefascineerd konden kijken naar een wezentje dat er door een combinatie van kleuren en patronen eng uitzag. Vooral de gedachte dat het beestje voor de gedaanteverwisseling een rups was, bezorgde mij rillingen over mijn lichaam.

Dit filmpje bekeek ik echter met veel ontzag. De kennis dat een populatie vanuit Mexico trekt naar het noordoosten van de Verenigde Staten van Amerika, boeide mij enorm. Niet alleen vanwege de afstand die tijdens deze trek wordt afgelegd, zowat 4500 km. Vooral de wijze waarop deze trek wordt voltooid hield mijn aandacht vast. Miljoenen monarchvlinders starten de trek in het voorjaar vanuit Mexico. Na honderden kilometers naar het noordoosten afgelegd te hebben, sterven ze. De eindbestemming is dan nog niet bereikt, maar dit einde van hun leven impliceert geen falen. Omdat de soort de gehele afstand niet in een enkele vlinderleven kan afleggen, wordt de onvoltooide taak overgebracht van generatie op generatie: voor de dood zetten ze eitjes af en de volgende generatie vlinder blijft richting het noorden vliegen. Dit traject van startpunt tot eindbestemming wordt wel door vier generaties afgelegd. Opmerkelijk is vooral dat de generatie die de terugweg naar Mexico aflegt, wel zodanig is gebouwd om de afstand zelf af te leggen. Die laat het niet over aan kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen of zelfs achterachterkleinkinderen.

“Dat is niets minder dan meesterlijke ontwerp”, beantwoordde ik Maya’s vraag nadat ik het filmpje vol bewondering en respect voor de vlinder had bekeken. “De precisie waarmee het geheel tot stand kan komen, moet vooraf uitgekiend zijn. Het volbrengen van een taak waarvan de voorschriften slechts in het geheugen gegrift staan, is zeker géén coïncidentie. Verschillende generaties lossen elkaar tijdens deze trek af, zonder enige opleiding of een enkele kaart. Het enige hulpmiddel dat hen helpt dit ongeschreven project uit te voeren is hun brein dat niet groter is dan een speldenknop. Ik ben ervan overtuigd dat het uitvoeren van dit plan geen toevalligheden kent, dit eist ongetwijfeld voorbereiding tot in de puntjes.”

Diepzinnig, of niet? Dat verschillende generaties van deze soort monarchvlinder zonder enige overeenkomst of plan op schrift hun levensmissie exact weet uit te voeren. Mij heeft het nogal aan het denken gezet.

Ik ben vooral ontzettend geboeid door een mogelijke overeenkomst met de mens. Geven wij ook onvolbrachte taken over aan generaties na ons, in de hoop dat ons doel, indien niet door ons, dan wel door het nageslacht gerealiseerd kan worden? Doen we dat bewust, misschien onbewust? Een ouder die in zijn jonge jaren een studie niet heeft kunnen voltooien, bijvoorbeeld. Zeg maar vanwege financiële omstandigheden. Die verlangt van zijn kind dat het dat wel doet, zoniet van een kleinkind. Of de troonopvolger van een koninkrijk, hem is leiderschap reeds voor de conceptie op de schouders gelegd.

Een vlinder op een pas in bloei staande zinnia op de kiek gezet door Svasti Soekhlal

Deze monarchvlinder bepaalt de levensloop van zijn nazaten, vele generaties lang. Doen wij mensen dat ook? Wellicht is er bij de mens een energetische afdruk van voorouders die generaties lang wordt overgebracht en die een lange lijn vormt waarvan de oorsprong niet of moeilijk na te trekken is. Bekend is dat verschillende culturen doen aan voorouderverering en geloven dat de geesten van voorouders een grote invloed hebben op het dagelijkse leven van de nakomelingen, zelfs dat die waken over de familieleden. DNA is het bewijs van erfelijke informatieoverdracht. Wanneer we een pasgeborene verwelkomen in de familie, zijn we erop uit om zichtbare overeenkomsten met ouders, grootouders, bloedverwanten als eerst te ontdekken. Soms lijkt die ontdekking van de overeenkomsten door gevoel en zicht het noodzakelijke bewijs voor bloedverwantschap. Hoe trots is de ájá niet wiens potá evenals hem een kuiltje in de kin heeft. Hij pronkt daar altijd mee: “Hamár páis!” Vooral in bijzijn van náná en aanhang, ter bevestiging van de mislukte poging van hun familiegenen om zichtbare familiare kenmerken over te dragen. Mocht het kind later blijk geven van liefde voor muziek terwijl de náná muzikant is, dan zijn náná’s zegeningen ontelbaar.

Tijdens een familieopstelling die ik enkele jaren terug bijwoonde, heb ik ervaren dat ouders en voorouders soms onbedoelde, maar in andere gevallen opzettelijke impact kunnen hebben op het leven van hun nageslacht, waarbij overgedragen karaktereigenschappen, passies, gewoonten ook wel belastend kunnen zijn voor de nakomeling. Soms spelen onverwerkte trauma’s en emoties die opgeslagen zitten in het energieveld van voorouderlijke lijnen. Deze worden doorgegeven als thema’s kenmerkend voor de familie die mogelijk veel pijn en leed veroorzaken. Vanzelfsprekend is het in dergelijke gevallen niet prettig om de door voorouders uitgestippelde lijn te volgen.

Dan rijst bij mij de vraag of het onze plicht is om volgzaam de door ouders en voorouders uitgestippelde weg te volgen, door hen voorbedrukte dromen te realiseren? Of is de keus aan ons? Vooral omdat het instrument dat wij als mens ter beschikking hebben veel omvattender is dan een speldenkopje. Dat creëert mogelijkheden voor ons om lastige patronen te doorbreken en te transformeren. Dit zal niet alleen ons ten goede komen, maar zeker ook onze nakomelingen, zelfs ook onze voorouders. Tegen de stroom oproeien hoeft niet altijd verkeerd te zijn. Wie weet zijn er mogelijk dissidenten onder de monarchvlinders, enkele getransformeerde rupsjes die besluiten hun weg te verkiezen boven de opgelegde traditionele?