Svastika Ramcharan: Biyáh hojái tab jaiye jáhá mangye

Reacties zijn gesloten

Wanneer je getrouwd bent, mag je doen en laten wat je wil.

Ik geloofde haar niet en nog minder mijn oren. Dat kon niet waar zijn, nee.

Ze zat in het laatste jaar van de Hbo-opleiding. De schriftelijke tentamens waren achter de rug, die vakken had ze met dikke voldoendes afgerond. Een ijverige studente, vanaf het prille begin van haar schoolperiode schitterde ze altijd met haar prestaties boven anderen. Overigens viel ze niet op, of ze deed haar best niet om op te vallen. Een zeer bescheiden meiske, het onberispelijke resultaat van een keurige opvoeding.

Figuur 1: Er is hoop!

Nu ze deze mijlpaal in haar studietijdperk naderde, was er genoeg reden voor haar om zich op te geven voor het uitje met medestudenten. Een weekendje weg. Enthousiast vertelde ze mij over haar voornemens. In haar hoofd had ze deze pretdagen tot in de secondes uiteengezet. Ze verheugde zich ontzettend op dit uitje, vooral omdat het de eerste keer zou zijn dat ze een weekendje weg zou zijn met vrienden. Ze kon zich niet heugen dat ze ooit met familie zo uit was geweest. Met vrienden in geen geval, zelfs niet een dagtripje met hen.

Waarom? Nou, als enige dochter van conservatieve hindostaanse ouders wordt ze samen met haar broer zorgvuldig en knus onder de vleugels gehouden. Want de wereld kan wreed zijn. Daar kunnen er genoeg voorbeelden van genoemd worden om nog een aardbol mee te bouwen. Dus horen kinderen veilig onder de hoede van de ouders te blijven. Haar broer heeft ietwat meer bewegingsruimte of creëert die space zelf. Immers, hij is een jongen. Zijn moves om buiten de grens te treden, worden met een beweeglijkere maatstaf gemeten. Van haar wordt verwacht dat ze zich koest houdt binnen de begrensde ruimte.

Figuur 2: Geluk geknakt!

Vol vertrouwen dat ze ondanks het voorzichtige gedrag van haar ouders wel toestemming zou krijgen, gaf ze zich op. Ze zou hen pas vragen wanneer de planning rond was. Het zou niet mis gaan, dat wist ze zeker. Het zou de eerste keer zijn, nooit eerder had ze durven vragen. Dat het toch altijd “nee” zou zijn, wist ze bij voorbaat. Deze keer was het anders. Ze had zich bewezen tijdens het hele schooltraject. Nergens was ze blijven steken om het jaartje opnieuw te doen. Ooit niet een onvoldoende verdiend. En nu zou ze als jongvolwassene, na luttele maanden praktijklessen beginnen aan de klim op de maatschappelijke ladder. Een beloning had ze dik verdiend en tegelijkertijd zou het een adempauze betekenen na de studie inspanning. Genoeg geloofwaardige argumenten had ze. Althans ik was ervan overtuigd, ze ging mee.

Een week later, enkele dagen voor vertrek, was de realiteit een andere. Ze had geen toestemming. “Nee”, huilde ze haar hart leeg bij mij, “ik mag niet van mijn ouders”. Ze had zich goed vergist in haar deugden. Die waren niet voldoende om het denken van haar ouders te transformeren. Of ze had zich vergist in haar ouders. Hun denken was niet om te vormen. Ze presenteerde mij het in tranen doordrenkte schouwspel van toestemming vragen. Ze voelde zich achteraf misselijk van haar grenzeloze naïviteit. Overtuigd van zichzelf, wist ze dat ze een goed terechtgekomen mens was en nimmer tot slechte daden zou overgaan. Volgens haar goedgelovigheid kon ze zich belonen daarvoor. Helaas had ze te grote stappen vooruit gemaakt in haar denken, want ze mocht zichzelf niet bekronen. Nee, daar was nog steeds toestemming van haar ouders voor nodig. Ze ondervond nu aan den lijve dat die goedkeuring van haar wens niet bestaat. Toen ze het haar moeder voorlegde, stelden diens ogen haar slechts de retorische vraag: “Hoe durf je dat in je hoofd te halen?” Deels ontmoedigd, doch met nog goede hoop benaderde ze haar vader. Zij was zijn lieveling. Hij zou haar vast wel toestaan en haar moeder kunnen overhalen. Tot haar schrik reageerde hij met: “Biyáh hojái tab jaiye jáhá mangye”.

Figuur 3: Een illusie armer!

Het antwoord van haar vader kon ze niet vatten. Ze probeerde het zelf te snappen, terwijl ze de context voor mij uitploos. We leven in 2021. Ver van weduwenverbrandingen en scholingsverbod voor vrouwen. Er is helaas nog vrouwenonderdrukking en geweld tegen vrouwen in de wereld, maar niet in haar naaste omgeving. Integendeel, haar ouders zijn fervente aanhangers van het feminisme, tot in de celkernen ervan overtuigd dat de vrouw voorrang moet hebben in het leven. Zij verdient volle ondersteuning zich te ontplooien en mag geenszins achtergehouden worden. Daar heeft Swami Dayanand zowat 200 jaar geleden voor gepleit en haar ouders doen hun best in het heden om deze theorie verder in de praktijk te brengen. Zodra ze een vrouw in nood tegenkomen, staan ze klaar met enige vorm van ondersteuning. Mocht een vrouw onrecht aangedaan zijn, hetzij in familiair verband of op een breder maatschappelijk vlak, zij trachten kracht te geven aan haar stem.

Opvallend en jammer dat ze bij deze verspreiding van het goede, hun eigen thuis met een grote sprong overslaan. Daar zit ook een jonge, capabele vrouw zich klaar te stomen om deel uit te maken van de maatschappij. Om middels haar bijdrage het gezicht van de samenleving te helpen vormen. En juist daar waar ze een onafhankelijke stap waagt, wordt ze teruggeduwd door de zogeheten vrouwvereerders. Niet alleen wordt haar de pas afgesneden, ze wordt vooral beknot door de voorwaarde die gekoppeld wordt aan haar zogenaamde vrijheid: bija hodjai tab, het huwelijk.

Ik probeer door mijn denken op nul te zetten, deze redenering onder de knie te krijgen. Met mijn verstand in werking dringt deze logica niet tot me door. Leven we echt in een verlicht tijdperk? Nee dus. Noemenswaardige verlichting is heden ten dage wel bereikt, maar er is nog strijd te leveren op verschillende fronten.  Automatisch vraag ik me in gemoede af, wie nu zal opstaan om te strijden voor vooral individueel en misschien ook algemeen belang. Maar terwijl ik naar het slachtoffer keek, verdween deze vraag even gauw als zij was opgekomen. In haar ogen fonkelde de schim van een eigenwijze opstandeling. Weer eens zal er een Tetary strijden.