Svastika Ramcharan: Zal je naar me omkijken?

“Hoe gaat de Hanuman Chalisa ook alweer Ranveer?” Ik stond bij wat sommigen menen het enige recht van de vrouw te zijn, de vaat te doen. Hij dribbelde wat voetbalpasjes door het huis en schoot de bal zo nu en dan tegen mij. Svasti had de Hanuman Chalisa als huiswerk mee bij de godsdienstles op school. Ze zat aan de keukentafel te ploeteren met de uitspraak van de Sanskrit woorden als een dreumes die knoeit met haar eten. Ranveer zou haar beter kunnen helpen dan ik, ook zou op dit moment deze magische stotram mij goed doen: ik had dan sowieso geen irritante, onaangekondigde ballen tegen mijn benen en waarschijnlijk meer esprit voor de vaat.

“Zometeen mama”, ik ben aan het oefenen. Dit pasje moet ik vandaag onder de knie hebben.” “Is goed kind, doe maar wat belangrijk is voor jou”, zei ik opzettelijk diep teleurgesteld en zonder om te kijken naar hem. Achter mij hoorde ik de bal wegdribbelen.  “Ik vraag het wel aan Google of YouTube. Die zijn er speciaal voor mama’s die het in hun eentje moeten uitzoeken omdat hun kindjes het te druk hebben met eigen zwaarwegende levenskwesties”, mompelde ik heel goed verstaanbaar. Ik hield een seconde stil om enige effect te kunnen waarnemen. Ja, ik hoorde zijn diepe zucht, het gedribbel van de bal weer dichterbij komen en moment later vlak achter mij: “Jai Hanuman gyan gun sagar…”. Er kwam een ongeforceerde, tevreden glimlach om mijn mond. De overwinning had ik behaald. Het was weer eens gelukt om door in te spelen op zijn emoties iets gedaan te krijgen van mijn kind.

Ik besef dat dat niet altijd zal lukken. Op zijn tijd zal de tijd er zijn om die manipulatie achterwege te laten. Wanneer ze groot genoeg zijn om zelfstandig door het leven te gaan, mag en zal ik hen niet tegenhouden omwille van eigen satisfactie. Dat houd ik mezelf voor. Omkijken naar hun ouders moet naar mijn mening hun keus zijn, geen verplichting dat hen met handen en voeten bindt aan het leven van hun ouders.

Dat deze makkelijke theorie moeilijk in praktijk te brengen is, realiseerde ik me tijdens de diploma-uitreiking vorig jaar, rond deze tijd. Vandana zat er trots bij, haar zoon had de eindstreep behaald en ontving niet slechts het vwo-diploma; de mooie cijfers als belonging voor zijn inzet passen heel goed bij hem. Deze uitreiking was voor mij ontroerender dan alle andere die ik tot nog toe heb meegemaakt. Was het omdat ik delen van Vandana’s opvoederstraject van nabij heb meegemaakt? Of omdat ik binnenkort die fase begin met mijn zoon die zij nu heeft afgesloten met de hare.

Ik heb Vandana zowat iedere dag na school zien hollen naar haar auto. Ze haastte zich steeds om op tijd thuis te zijn voor de kinderen. Thuis aangekomen zette het snellen zich voort. Ze heeft elke keer binnen de weinige middaguren een geslaagde combinatie van huishouden, verschillende lessen in de middag voor de kinderen en eigen schoolwerk kunnen maken. Daarbij zette ze, zonder maar een seconde te aarzelen, zichzelf en haar wensen op de laatste plaats. De kinderen gaan voor, daar is nooit twijfel aan. Want daar zijn ouders toch voor, om hun uiterste best te doen om hun kinderen het beste te geven. Vandana’s offers hebben haar kind het beste geboden om goed te preseteren en het alom gewaardeerde diploma moeiteloos te behalen, zijn veren te laten volgroeien. Nu was het tijd dat hij zijn vleugels zou uitslaan.

Enkele dagen na de uitreiking kwamen we met het lerarenkorps bijeen voor de rapportvergadering van de lagere klassen. Die moesten ook hun resultaat. Het toeval plaatste Vandana pal tegenover mij in de lerarenkamer. De vergadering ving aan, en terwijl we druk waren met het vastleggen van het lot van onze pupillen, viel mijn blik op Vandana. Ik zag haar voor het eerst met haar leesbril. Ze tuurde door de heldere glazen naar het duizelingwekkende cijferwerk op de vellen papier voor zich. Dat aanblik leidde mij meteen af. Ik hield mijn aandacht niet meer bij het serieuze uitrekenen van de gewichtige cijfers om doorslaggevende besluiten te nemen over de voortgang van het onderwijsproces van deze groep leerlingen. Ik cijferde met andere getallen die door mijn hoofd flitsten, om me bewust te worden van haar leeftijd. Een leesbril wordt vaak geassocieerd met oud worden. Maar nee, oud is ze niet, we verschillen niet veel. Het is slechts dat haar ogen die dagen, maanden, jaren hebben zien voorbijgaan, nu wat ondersteuning nodig hebben om de komende tijden gade te slaan.

Doorgaands zijn we halverwege een cijfervergadering al futloos. We wensen we elkaar dan, gemarteld als we zijn door verschillende optel- en aftreksommetjes, toch kracht toe met onze blikken om de intensiteit van de rapportvergadering te doorstaan. Die dag zat Vandana van meet af aan tot de afloop als een fris glanzende. Ze straalde als een geslaagde in het leven. Immers, een belangrijk doel heeft ze bereikt. Haar taak als moeder heeft ze voor een groot deel volbracht. Er resten natuurlijk nog andere taken die op hun beurt ook volbracht zullen worden. Maar nu maakte haar zoon zijn eerste stappen op zijn onafhankelijke levenspad. Ik probeerde me in haar schoenen te plaatsen. In hoeverre kan of mag, bovenal wil ze nog een beroep doen op haar zoon? Zal ik in dat stadium nog de emotional blackmail, in welke lichte vorm dan ook, hanteren? En als ik dat doe, zal het dan nog werken?

Moeilijke vragen waarop zelfs na intensieve studies en discussies geen pasklare antwoorden gegeven kunnen worden. De uitkomst zal wel afhankelijk zijn van talloze factoren in het geheel. Factoren die soms noch door de ouders, noch door het kind te beïnvloeden zijn. “Bidden Svastika, bidden om kracht en wijsheid zodat we onze taak als ouder correct volbrengen”, zei Vandana mij toen we het weer eens over opvoeding en daaraan gerelateerde zaken hadden. Ik ben het volkomen met haar eens dat gebed juiste inzichten kan bieden. Voor nu zal ik dan Ranveer nog manipuleren om mij verschillende mantra’s en gebeden te leren, muntend op vermogen om juist te kunnen beslissen. Dat zal uiteindelijk ook hem ten goede komen.