Betoverende liefelijkheid…voor altijd?

Swastika Ramcharan

Ik lag relaxed in de hangmat te kleuren en genoot van de omgeving. De kookploeg sloofde zich uit om het avondeten onberispelijk smaakvol voor te bereiden. Anderen lagen ook uiterst ontspannen in het frisse water. We vermaakten ons gezamenlijk, doch elk op zijn eigen manier tijdens ons familieweekend ver van de alledaagse stadsdrukte. Ik liet de vreugdevergrotende rust in dezelfde sprankelende tinten die ik gebruikte voor de afbeelding in mijn kleurboek, tot mij komen. Het gelukte mij ook die eeuwig babbelende Carmen met kleur tot stilte te manen. De C in haar naam staat voor haar aard: chatterbox. Ik schoof haar mijn reserve-exemplaar kleurboek meteen toe, toen ik merkte dat ze zich in haar hangmat pal naast de mijne installeerde. Kwam de van mijn voorouders geërfde attitude om extraatjes achter de hand te houden voor moeilijke tijden, mij nu prachtig van pas: mijn oren bleven mij bespaard. Terwijl we ons in een regenboogwereld waanden, trok een verschijning bij de poort mijn aandacht.

Hij deed zijn intrede. Hij droeg een fikse lading kalmte met zich mee. Het soort rust dat jouw innerlijke vreugde geeft. Vanaf het moment dat ik hem zag aankomen, volgde ik hem onafgebroken. Anders zou elke seconde waar ik elders naar keek, een onbehaaglijk incompleet gevoel opwekken.  Vanuit mijn ooghoeken zag ik Carmen ook haar kleursessie onderbreken. Was dat om mij, of was ze ook betoverd door zijn binnenkomst? Geen idee, nee, vooral geen tijd om dat uit te vissen. Het was een sein zijn dat ik haar voor moest zijn. Hij moest mij eerst zien, dan maakte ik meer kans hem voor mezelf te hebben.

Ik hoopte van harte dat de familie die hij onderweg naar mij tegenkwam, aan hem zou trachten te hangen. Hij zou dan gauw balen van de drukte om hem heen en neigen naar de andere rustige kant, waar ik hem opwachtte. Helaas gaf mijn familie hem alle ruimte om volledig naar zijn zin binnen te komen. Ze onderbraken zijn tocht om hem hartelijk te begroeten en te verwelkomen. Maar dat deden ze o zo correct, dat hij zichtbaar ervan genoot. Ik moest dan maar wat meer geduld opbrengen. Blijven wachten tot hij naar mij  kwam, betekende een grotere kans op meer tijd met hem doorbrengen, terwijl naar hem toelopen zou kunnen betekenen dat hij mij nauwelijks zou opmerken tussen de anderen. Ik zat inmiddels al op om hem beter te kunnen volgen. Wat was hij toch stoer. Hij keek zelfverzekerd rond, nam alles grondig tot zich. Eindelijk had hij genoeg van alle gegroet in dat deel en keek hij daar weg. Zijn ogen tuurden in mijn richting. Ik stond op en zwaaide…nu was het moment om zijn aandacht te trekken. Hem naar mij te lokken. Bingo. Hij kwam op mij af. Mijn gezwaai leverde het gewenste resultaat. Hij bleef geboeid naar mij kijken, terwijl hij dichterbij kwam. Die schat betoverde me met zijn lieve blik. Ik moest op mijn passen letten. Overenthousiasme zou hem mogelijk doen weerkaatsen. Toch moest ik aan de gang blijven om zijn interesse in mij niet te doen slinken. Onze ogen disconnecten de verbinding niet, ook toen hij eindelijk voor mij stond, keek hij mij doorgrondend recht in de ogen aan, ter eerste kennismaking, waarbij hij mij streng screende. Een zachte, zoete, harversmeltende smile volgde. Ik was verkocht!

Eerst probeerde hij verlegen zijn gezichtje te verschuilen tegen de hals van zijn mama. Plots maakte hij woeste sprongen alsof hij zich te groot voelde om op de arm gedragen te worden. Raisha probeerde hem kalm te houden en instrueerde haar zoontje: “Zeg maar namaste tegen náni!” Yashveer zag ik die dag voor het eerst.  Waar de theorie dat er al een tweede generatie na mij bestaat brokken in de keel opwierp, ervaarde ik de praktijk als een ware genade. Dat, alleen door de verschijning en uitstraling van zo’n engeltje. Die impact had hij niet alleen op mij. Carmen sloofde zich al uit om haar debuut middels apenkuren te maken. Alsof dat niet genoeg was, scharrelde de hele familie zich zoetjesaan in zijn nabijheid. Als door een magneet getrokken kwam ze naar de plek waar hij zich met zijn ouders zou nestelen. Raisha en Akshay beantwoorden tal van vragen, nauwelijks over hen, voornamelijk over Yashveer. Hoe oud is hij nu, wat kan hij dus al, waar houdt hij van, durft hij straks mee in het water? Warempel! Hij spartelde wild met zijn beentjes, toen hem het idee werd geopperd. Dat onrustige bengelen werd geïnterpreteerd als ja. De installatie ging van start. Zijn zwemband werd gereed gezet. Akshay ging mee in het water en Raisha hield zicht vanuit de wal. Ouders die duidelijk dit en meer gewend waren met hun kind. Het kind dat duidelijk afgestemd op meer dan dit alleen. We hebben die middag veel plezier beleefd met Yashveer. Zorgen, die waren vergeten. Wat zo’n ukkie toch met je kan doen.

Magische kracht bezitten kinderen om de aandacht van de met gewichtige importanties  bezige volwassenen naar zich toe te trekken. Grappig om te zien hoe kommer en kwel, hoe omvangrijk die ook mogen zijn, gelijk aan de kant gelegd worden om, al is het maar voor een moment, plezier te hebben met hen.

Ik had een strategische plek gekozen op de oever om het schouwspel in het water goed gade te kunnen slaan. Ik genoot mateloos van de taferelen met als middelpunt de allerjongste van het gezelschap. Terwijl het uitzicht mij voldoening gunde, gaf een onschuldig, maar eerlijk retorisch vraagje mij een duwtje in m’n zij: “Zijn kinderen echt altijd, gedurende de gehele dag, jaar in jaar uit, hun hele dreumes-, peuter- en kleuterperiode lang, engeltjes?”