Onlangs heeft het Nationaal Archief Nederland de 10 delige serie aan haar collectie toegevoegd. Voor de mensen die de populaire uitgaven in hun bezit hebben, en de namen van hun familie daarin hebben teruggevonden, is nu de mogelijkheid om in het NA de delen in te kijken en op te zoeken of er nieuwe informatie is opgenomen bij de gegevens van hun familie. Het kan zijn dat er formulieren van geldovermakingen zijn, of correspondentie over de familie tussen de autoriteiten in Suriname, India of Guyana.
Lees verderBris Mahabier: Sarju Sukraj van Magentaweg en Abrabroki, een succesvolle Hindoestaanse immigrant (deel 2)
De kalkattiyá Sarju Sukraj, die decennialang hoofdzakelijk in de rijstteelt actief was, had een frappante bijnaam: Dalál Bábá. Dalál is het Hindiwoord voor het beroep van makelaar. Het merendeel van zijn buurtgenoten en zijn kennissen noemden hem Dalál Bábá. Misschien verkreeg hij zijn bijnaam Dalál omdat hij incidenteel bemiddelde bij geldlening, koop en verkoop van landbouwgronden en bouwpercelen in Paramaribo en elders. Het kan zijn, dat zijn bemiddelende rol als een informele makelaar niet door iedereen gunstig is gewaardeerd omdat hij soms geen succes had. Zijn reputatie als bemiddelaar, als dalál, liep hierdoor enige averij op en verkreeg hij zijn bijnaam met een minder positieve connotatie. De toevoeging Bábá was meer uit beleefdheid: bábá is de respectvolle aanspreekterm voor oudere Hindoestaanse mannen.
Lees verderKavish Sewnadan: ‘De jongeren van tegenwoordig’
Tijdens discussieprogramma’s op Hindostaanse radiozenders in Nederland komen regelmatig Hindostaanse ouderen aan het woord die, zo schat ik in, geboren zijn in de jaren ’50 en ’60. Sommige van deze ouderen beweren dat zij zich in hun jongere jaren (en nadat ze een gezin hadden gesticht) keurig gedroegen, de normen en waarden van hun cultuur en religie tot op de letter naleefden en dat de Hindostaanse samenleving destijds keurig functioneerde. Kortom, ze waren allemaal zogenoemde ‘modelburgers’. De huidige generatie Hindostaanse jongeren, zo vinden zij, beschikt niet meer over de correcte normen en waarden, is brutaal, heeft geen respect voor de ouderen en is te verwesterd. Maar waren deze ouderen in hun jongere jaren wel zo braaf en ‘correct’? En was er werkelijk geen vuiltje aan de lucht? Ik betwijfel het…
Lees verderSantoecha Rangai: 26 jaar en borstkanker – iets wat je niet verwacht (deel 2)
‘Ook al moesten we nog een week op de officiële uitslag wachten, hij wilde mij niet naar huis laten vertrekken in de veronderstelling dat er niets aan de hand was’. De arts liet dus al doorschemeren dat ik over een week geen leuk nieuws te horen zou krijgen. Dat was zo’n beetje het laatste wat hij zei, voordat hij met een gebogen hoofd de ruimte verliet. Samen met mijn vriend en een verpleegster bleef ik zitten. De verpleegster had al die tijd weinig gezegd. Ik begreep haar meerwaarde ook niet helemaal. Toen begon ze ook nog eens hardop te snikken. Razendsnel ging ik bij mezelf na, waarom deze vrouw aan het huilen was. Ik kon maar twee redenen bedenken. Of ze had ruzie met haar vriend en was daar emotioneel om, of ik had iets verkeerds gedaan waardoor ze huilde.
Lees verderAmar K. Soekhlal: All-inclusive vakantie
Mijn dochter belde mij op en vroeg: ”Pa heb je sardien en nog roti van phuwá”. Ik zei: ”Ja beti. Kom je eten?”. Ze antwoordde: ”Ja, ik kom zondag langs. Voor een dál-bhari roti met sardien kan je in elk geval mij ’s-nachts wakker maken. Toen de kinderen klein waren en nog thuis woonden aten wij elke zondagochtend roti met sardien. Een kopje thee ontbrak natuurlijk niet. Ze vroeg ook nadrukkelijk naar roti van haar phuwá. Volgens mijn kinderen is dat home made: de roti is niet te groot en goed gevuld met gekruide dál.
Lees verder