Siela Ardjosemito-Jethoe: Trauma aan tafel

Het is een week vol reflectie en bezinning. Daar waar de Indian History Month afloopt start Keti Koti. Weten waar je vandaan komt zonder het gevraagd te krijgen, lijkt een centraal thema, naast weten op welke schouders je staat, om zelf ooit wellicht schouders te worden. Er zijn verschillende momenten, activiteiten, bijeenkomsten online en ook al weer een paar op locatie die in dit teken staan. Langzamerhand beginnen we een wereld op te starten waarin ontmoeting en elkaar recht in de ogen aankijken weer kunnen en dat is fijn en dat kan ook ongemakkelijk zijn.

Lees verder

Diaspora Connect een mooi kado bij 150 jaar herdenking en viering Hindostaanse immigratie

Het project Calcuttabrieven is haar afrondende fase ingegaan en zal op 5 juni 2022 worden gepresenteerd. Het Sarnámihuis is bezig met de voorbereiding van een nog groter project: Diaspora Connect (DC). Het zal op 5 juni 2023 worden gepresenteerd als een prachtig kado van het Sarnámihuis aan de Hindostaanse gemeenschap. Amar Soekhlal en Sandew Hira leggen uit wat DC is in een gesprek op YouTube.

Lees verder

Per ke tare bát cit – een feestelijke uitnodiging van de familie Gobardhan

Het Sarnámihuis organiseert in samenwerking met de familie Gobardhan een fundraising ten behoeve van de Calcutta brieven, een verzameling brieven van autoriteiten in Suriname, India en elders met informatie over de families in India en Suriname gedurende de periode van 1873 – 1921. De informatie geeft een aangrijpend beeld van het dagelijkse leven van kalkatihan – de immigranten – op de plantages in Suriname. De heimwee, het verdriet, de pijn en het lijden van onze voorouders is haast voelbaar in die informatie. Er is ook een koppeling gemaakt met de reeds bestaande Hindostaanse database, waardoor de informatie over de personen herleid kunnen worden naar families. Zit er misschien ook informatie van jouw par náni, náná, dádi of dádá? Kom en neem deel aan deze zoektocht! Op 5 juni 2022 is de presentatie van de brieven in gebundelde vorm.

Lees verder

Het Uggarah Ramdhari geschiedenisfonds van het Sarnámihuis

Het Sarnámihuis heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de geschiedschrijving van de Hindostaanse gemeenschap. De investering was in tijd, geld en partnerschap. Het Sarnámihuis heeft twee grote projecten die nog financiering nodig hebben: De Calcutta brieven en Diaspora Connect. Hiervoor heeft het Sarnámihuis een speciaal fonds opgezet: het Uggarah Ramdhari geschiedenisfonds. Dit fonds wordt gevuld door donateurs en fundraising activiteiten. Het fonds is genoemd naar Uggarah Ramdhari met het contractnummer 176/Aa.

Lees verder

Afsluiting Indian History Month

Op woensdag 30 juni werd Indian History Month afgesloten met een terugblik op de maand. Wat hebben de deelnemende partners meegenomen aan inzichten en wat betekent dit voor vervolgstappen in de toekomst als het gaat om emancipatie van Hindostanen in Nederland? In deze livestream gaat Sarnámihuis in gesprek met Aralez, Asian Raisins, Desi Solidariteitsplatform, Diversity in Check, Hindoe Studenten Forum Nederland, Hindostaans & Queer, Masala Movement, Sarnámi Bol, SOHAM, Surinamese Creatives en Tasiana Talks.

Lees verder

Bris Mahabier: Fragment 12 van mijn opa’s biografie

Opa had mij maanden tevoren verrast. Hij zou mij in de rijstoogsttijd meenemen naar konverjári (koninginverjaardag), een kermis, in Paramaribo. Van konverjári had ik absoluut geen benul. Mijn moeder had hierin toegestemd. Eén van de twee stuivers, die ik enige tijd geleden in de Vierkinderenweg van onze avant-gardistische buurtgenoot Khissu Jageswar had gekregen, heb ik vele maanden op het miserabele zoldertje van mijn opa in Magenta, samen met enkele andere muntstukken, die ik van mijn favoriete jongste tante Parbhoedei had gekregen, bewaard. Ik gebruikte een havermoutblik als mijn spaarpot en bewaardoos. Ik zou mijn spaargeld op konverjári, de meerdaagse kermis naar aanleiding van de verjaardag van koningin Juliana, uitgeven. Mijn spaargeld was net genoeg voor enkele schaafijsjes en bárá’s of tello’s. Van die beperktheid had ik weinig besef.

Lees verder

Amar K. Soekhlal: De Goudsmid

Kenmerk van een goed boek is dat het zich niet laat vangen in één interpretatie en bij herlezing telkens nieuwe inzichten verschaft. Zo’n boek is De Goudsmid van Ruben Gowricharn dat onlangs bij de Walburg Pers is verschenen. Evenals in zijn eerste roman De prijs van geluk snijdt Gowricharn pijnlijke onderwerpen aan die het individuele geval overstijgen en een spiegel vormen voor de hele gemeenschap. Het gaat om sociale kwesties die in vele gezinnen voorkomen. Denk aan drankzucht, kindermishandeling, zelfdoding, schuldvorming en dergelijke zaken. Deze aangelegenheden die stigmatiserend kunnen zijn voor het betrokken gezin of familie, worden hardnekkig doodgezwegen . De stigma’s betitelt de schrijver als sociaal geweld.

Lees verder

1 juli 1863: sommige ketenen werden verbroken, andere werden overgedragen

Een manspasi-boodschap van broederschap en zusterschap aan de Afo-Surinaamse gemeenschap

Het Sarnámihuis, de online community van de Hindostaanse gemeenschap in Nederland, feliciteert de Afro-Surinaamse gemeenschap met de viering en herdenking van 158 jaar Keti Koti. Tweeëneenhalve eeuw van onbeschrijfelijk menselijke leed en gruwel op 1 juli 1863 ten einde. Afro-Surinamers konden niet meer verkocht worden als menselijk vee. Die ketenen werden verbroken, maar andere ketenen bleven bestaan: de ketenen van racisme, politieke onvrijheid en kolonialisme.

Lees verder

Keti Koti: de ketenen verbroken voor de één, maar overgedragen aan de ander

1873 is het jaartal dat Afro-Surinamers en Hindostanen verbindt. Het was Perez Jong Loy die met zijn ‘1873’ button ons eraan herinnerde dat de tot slaafgemaakten na de formele afschaffing van slavernij op 1 juli 1863 nog tien jaar onder staatstoezicht moesten werken. Die periode gaf Nederland de ruimte om op zoek te gaan naar vervanging voor de tot slaaf gemaakten. Die vond Nederland in India. Het is dan ook niet voor niets dat in het jaar dat slavernij daadwerkelijk werd afgeschaft, de eerste Hindostaanse dwangarbeiders Suriname betraden. Deze arbeiders woonden in de barakken van de voormalig tot slaafgemaakten, ook wel de ‘coolie lines’ genoemd, en werkten op dezelfde plantages onder dezelfde meesters.

Lees verder