Column Sebieren Hassenmahomed – Aflevering 35: Rachel: Met deze riem wordt nooit meer geslagen

Reacties zijn gesloten

Nadat Rachel zich bij Soraja had georiënteerd over vragen die zoal langs komen bij  zo’n interview maakte ze contact met mij.  Ik had op 16 januari aan de dames gevraagd  om verslag te doen over hun ervaring van die dag  bij de rechtbank. Rachel haalde mij op bij de bushalte en bij een kop koffie stak ze gelijk van wal met het onderstaande:

“Ik wil dat je weet wat er momenteel over de persvrijheid in India aan de hand is. Het gaat om  een film die niet vertoond mag worden. Terwijl ik van mening ben dat een bestaand verhaal nooit verboden kan worden. Vanwege die film is er een theater en een bus in brand gestoken, volgens mij zal dat eeuwenoude gebeuren over  Rani Padmavati tenslotte wel vertoond mogen  worden.

Ik heb verschillende Indiase zenders. Ze wijzen vooral veel over mishandeling door mannen zoals vrouwen die in brand gestoken worden. Een keer heeft een liefdespaar uit verdriet, voor dood door vuur gekozen. Ze besloten tot die daad omdat de vader het niet eens was met de partnerkeuze van zijn zoon. Zelfs het leven van een baby wordt niet gespaard onder het mom van rituelen. Ik laat je zien wat er gedaan wordt met kokende melk bij een pasgeborene. Tot de dag van heden vinden die misdaden in de dorpen plaats, ondanks de wetten die het verbieden.

Een heleboel mensen kijken naar geen enkel nieuws, ik kan niet met ze praten over wat er om ons heen gebeurt. Ik heb een Chinees zien opgegraven worden, het lijk zag eruit alsof de persoon zat te  lachen, wonderbaarlijk mooi gebleven na een poos onder de grond begraven geweest te zijn.

Ik ga je nu over mezelf vertellen:

Ik heb met mijn ouders bij onze Adjie en Adja op plantage nabij de woonplek van Surinames beruchte moordenaar Lalbahadoer gewoond.  Ik weet er alles van, wat weet jij uit het boek. Iedereen in onze buurt wist dat hij zich na  zijn misdaad overdag achter een winkel verstopte en na zessen in de buurt rondliep. Hij heeft ook twee keer mis geschoten op mijn vader. Waarover de twee een conflict hadden weet ik niet meer. Adjie is een keer in het donker naar het politie bureau geweest om hem te verraden. Zij liep net als alle dagen van top tot teen in het wit gekleed dus het vermommen zat er niet bij, ook niet toen ze  haar gezicht achter de ‘oorhnie’ had verborgen. Nu lach ik erom. Aan het eind waren zelfs de vrienden van Lalbahadoer bang  om  door hem  koud gemaakt te worden, daarom koos zijn beste vriend ervoor om hem te verraden. Lalbahadoer werd op zijn laatste schuilplaats in een boomhut gevonden en door de politie doodgeschoten. Ik herinner mij hem als een slecht mens, we waren erg bang. Om zes uur gingen alle huizen op slot.

Mijn Adjie en Adja deden aan landbouw en veeteelt wij hielpen mee. Ze stonden al om twee uus ’s nachts op,  om vier uur werd paard en wagen gereed gemaakt voor vervoer tot de rivier. Met de boot werden de producten naar de stad gevaren voor verkoop. Bij terugkomst hielpen we weer met afladen, schoonmaken en opruimen. Adjie kookte lekker op de tjoelha.  Ik herinner mij haar lekkere groenten en daal nog steeds. Geen van de tien kinderen van mijn ouders zijn naar school geweest. Adjie kon vriendelijk zijn maar ook gemeen. Zij liet al te vaak merken dat haar dochter de beste was en de schoondochter, mijn moeder niets voorstelde. Mijn moeder deed al het werk in huis. De dochter kwam logeren bij zwangerschap en bevalling. Mijn moeder, ook zwanger, moest dan bijvoorbeeld 2 eieren voor haar koken terwijl zij zat. O, wee als mama een extra eitje voor zichzelf erbij deed. De schoonzus verklikte haar bij haar moeder. Ik weet dat mijn moeder soms eten had, soms helemaal niets. Ze werd zowel door mijn vader als door Adjie mishandeld. Mijn vader ging eerst drinken voor hij sloeg. Thuis had hij een speciale brede riem van rubber, het was bruin gelig groen met aan het einde versmald om goed beet te pakken of hij pakte een stok om haar te slaan. Wij werden ook afgetakeld, waarom hij sloeg weet ik niet. Een keer heb ik zijn broekriem gepakt, opgerold en in de wc van Adjie gegooid. Mijn broer had mij horen praten want ik had voor het gooien geroepen: ‘Met deze riem wordt nooit meer geslagen’. Mijn lieve ‘bhaai’  heeft mij niet verraden. Een keer had ik de rijst laten aanbranden. Ik wist niet dat het houtvuur op een gegeven moment minder moest waardoor er alleen maar roet in de pan was overgebleven.  Nog voor mijn vader mij ging slaan was ik al weg gerend, hij heeft mij toen niet kunnen pakken.

Op een gegeven moment is mijn moeder weggelopen omdat ze de mishandeling niet meer aankon. Op de dag van vertrek was ze overdreven hard toegetakeld. Ze meldde zich bij haar zus en zwager voor onderdak. De zwager joeg haar weg, ook andere familie moest haar niet. Zij heeft onder de blote hemel  tussen en achter omheiningen geslapen, zeg maar gerust dat ze heeft gezworven.  In een chinees restaurant vond ze werk. Wij waren als kleine kinderen achtergebleven zonder behoorlijke zorg.

Het was vroeger niet zo dat familie elkaar altijd opving en hielp in tijden van nood, zeker geen arme weg gelopen echtgenote en moeder. Mijn moeder heeft het lang heel moeilijk gehad. Die Oom, haar zwager, heeft mij naderhand ook uitgescholden voor ‘koetja,motjo’ toen ik mij later bij mijn moeder in de stad had aangesloten. Mijn zus en ik gingen inwonen bij werkgevers in de stad, de mijne had een restaurant waar ik kookte. Ik ben er blijven werken tot ze besloot om mij uit te huwelijken. Een jongeman zou naar mij  komen kijken terwijl ik het niet goed had begrepen; aan mij was niets gevraagd. Ik moest hem Cola geven en eten voor hem opwarmen. Ik heb hem nog tegen de werkgeefster horen zeggen dat hij het eens was. Tegen mij zei hij dat ik van hem was. Ik was resoluut tegen dat plan van de twee hetgeen ik ook goed had laten blijken. Hij kwam dagelijks langs, ik kreeg ook een vogeltje  van hem die ik losliet, zijn foto heb ik ook verscheurd. Later vernam ik dat de vogel een duur exemplaar was.

De  werkgeefster hield de deur op slot zodat ik niet kon vertrekken, degene die mij het busgeld zou geven verscheen niet. Ik wilde niet langer wachten omdat ik de twee niet vertrouwde. De jongeman dreigde mij te schaken ook vroeg hij mij om met hem weg te lopen. Zijn moeder was ook langs geweest, ze had mij een gulden gegeven. Mijn moeder bemoeide zich ook ermee door het standpunt in te nemen dat het aan haar was om de beslissing te nemen en niet iemand anders. Op een dag heb ik de sleutels verstopt terwijl de deur op slot zat. Op een onbewaakt moment heb ik de benen kunnen nemen. Onderweg kwam ik voor mijn pech de schoonzoon  des huizes tegen die mij een lift wilde geven. Ik heb geweigerd en ben regelrecht naar mijn zus gegaan, heb daar verbleven en gewerkt. De lelijke ex werkgeefster kon het niet laten om gemene dingen over mij rond te vertellen daarom heb ik haar een keer te pakken genomen.

Ik ben nog een keer naar plantage terug gegaan om mijn jongere zus op te halen, maar ze wilde niet mee. Op die dag had ik een lange broek aan wat heel gewoon was voor de stad, maar niet voor het dorp. Iemand waarschuwde mij dat ik pak slaag zou krijgen als ik niet zou maken dat ik zo snel mogelijk weg ging. Mijn vader zat namelijk in de winkel vlakbij, hij  had gehoord dat ik er was.

Ik maakte kennis met een Nederlandse jongeman die in Suriname gelegerd was, een ‘jantje’, hij was aardig we werden verliefd op elkaar. Als we op straat liepen werd ik met name door Hindoestanen uitgescholden voor ‘koetja, motjo’  waarom weet ik niet. Ook mijn moeder werd op dezelfde wijze nageroepen. Mijn moeder  werd ook voor hoer gesleten door  dezelfde mensen. De mensen dachten dat mijn moeder mijn zus was. Op scheldende toon vroegen ze openlijk  aan haar waar die andere ‘motjo’ was. Mijn zus is ook uitgescholden , ook zij had zelf haar niet-Hindoestaanse vriend uitgekozen,  zij vertrok naar Nederland om met hem te trouwen.

Ik ben een keer als tiener van Paramaribo met de boot naar Nederland gegaan. Onderweg hadden we verschillende havens aangedaan. Ik vond Nederland gewoon, heb toen op een paar plekken gelogeerd en weer terug naar Suriname. Later toen we serieuze plannen maakten voor de toekomst, besloot ook ik uit angst voor mijn vader om naar Nederland te vertrekken voor ons huwelijk. In Suriname zou mijn vader mij gegarandeerd dood maken als hij over mijn verkering zou horen. Toen ik de tweede keer naar Nederland kwam lag er meters hoog sneeuw, het hele land was helemaal  wit. Mijn schoonmoeder had mij met een jas opgewacht. We hebben een poos bij hen ingewoond. Het was er niet bijzonder,ik heb mij aangepast. De mensen bewonderden vooral mijn zwarte haar. Mijn man  is dezelfde aardige persoon gebleven. Zo iets moois bestaat niet meer voor mij, getuige ook de kinderen die geen woord negatiefs over hem willen horen. Hij was een huismus, ik wilde af en toe naar mijn zus en moeder om te logeren aangezien ze een eind van mij woonden of naar een feestje gaan. Zo gebeurde het dat ik de ochtend van zijn overlijden niet thuis was. Voor vertrek had ik een voorgevoel waarover ik niets had gezegd. Nooit eerder had ik hem zo goed verzorgd achter gelaten. Die nacht zat ik om vier uur klaar wakker rechtop in bed. Toen er  later telefoon van mijn dochter kwam wist ik dat het gebeurd was.

Hij wilde nog een keer terug naar Suriname omdat hij het er mooi vond. Ik hoor dat het niet goed gaat met ons land. Desondanks zou ik met hem meegaan, niet dat we al concrete plannen hadden, de droom was er wel. Bij mijn moeder had ik ook een voorgevoel  dat ze zou overlijden. Toen ze mij een keer om een glas water vroeg overviel mij het gevoel dat het de laatste keer was dat ik haar dat overhandigde. Prompt overleed ze kort na dat bezoek bij mij.

Bij het overlijden van mijn vader ben ik terug geweest. Zijn zus heeft niet willen wachten zodat ook ik hem kon begraven. Voor haar gold wie bij hem  was weggegaan kon ook bij zijn begrafenis gemist worden. Ook onze moeder had zich bij ons in Nederland gevoegd. Zij vertelde dat ze dagelijks over hetgeen in haar huwelijk had plaatsgevonden met onze vader en ons droomde . Ze heeft nooit enige therapie gehad. Wij waren klein zagen alles,  Adjie’ stond erbij, trad nooit op om haar zoon te corrigeren. Eigenlijk heeft zij onze vader leren drinken. Ze gaf hem thuis alcohol om lekker te kunnen slapen zodoende raakte hij eraan gewend.

Onze moeder was misschien twaalf toen ze uitgehuwelijkt werd, haar oudste zus was zes, de zus die na haar volgde was acht. Nu zou mama vijf en tachtig zijn geworden. Het is amper te geloven zoals er soms in onze cultuur met jonge kinderen wordt omgegaan . In India verandert er ook niet veel. In de dorpen is het, het  ergst. Onlangs was er gewezen op een situatie waarbij een piepjonge vrouw door een moeder was verkocht. De vrouw had met de klant afgesproken dat het kind later, zodra ze iets groter was geworden kon worden opgehaald. Toen de man het kindje niet gelijk mocht meenemen overgoot hij haar ter plekke met  petroleum en stak haar in brand in aanwezigheid van de moeder. Ik kon het niet aanzien heb gelijk gezapt.

Weet je dat Afghanen dezelfde cultuur hebben als de onze?. Ze verstaan  ons verdomd goed. Ik heb een huisarts uit Afghanistan. De Zuster had mij gewaarschuwd dat ik niet in het Hindoestaans moest uitschelden omdat hij dat verstond. Mijn beide kinderen beheersen onze taal niet, ik heb maar een stuk of zeven mensen met wie ik het Hindoestaans spreek. Het zou jammer zijn als steeds minder Hindoestanen weigeren om het te leren. Ik ben Hindoe, bid een enkele keer en kom sporadisch in een tempel. Van de mensen van vroeger heb ik niet veel aan rituelen opgestoken. Er waren voldoende oude mensen om ons heen maar we hadden amper contact omdat we klein waren. Adjie was wel in huis, had het druk met werken, slapen en haar neutje. Helaas heb ik niets over het geloof mee gemaakt met haar.

Ik heb ook nog in een film gezien dat meerdere broers volgens een vast structuur met dezelfde vrouw naar bed gingen. Zodra er een bepaald lapje aan de waslijn hing was dat een teken dat er een broer bij haar was. De broer met wie ze getrouwd was, vond het goed. Zij had het te accepteren zei ze toen er om haar mening gevraagd werd. Ik vind het respectloos naar de vrouw toe. Misschien is zo’n vrouw gewend dat vrouwen passief horen te zijn, misschien was dat bij haar eigen moeder niet veel anders. Het kan dat ze niet anders kent dan dat vrouwen zwijgen en niets eisen. Ik vind dat vrouwen evenveel recht hebben.

Ik vind sowieso dat misbruik gestraft moet worden. In Amerika gaat een man uit de sportwereld meer dan honderd jaar achter de tralies doorbrengen vanwege ontucht. In Nederland wordt er teveel door de vingers gekeken, daarom ben ik op zestien januari mee gegaan naar de Rechtbank. Ik had nog een paar dames gevraagd omdat hoe meer mensen achter de journalist die het artikel over de oude Pedofiel had geschreven zouden staan, des te beter het zou zijn. Bij de rechtszitting vond ik het mooi van de rechter dat hij alle dames aandachtig had aangehoord. Ik vind het heel dapper dat de vrouwen  zich geuit hebben. Geen van de dames was agressief of iets van dien aard. Een ieder had rustig en kalm vanuit eigen ervaring en deskundigheid precies de juiste informatie aan de Rechter gegeven die hij op dat moment in die situatie nodig had.

De PTSS van de dader is volgens mij een fabel, ik geloof er niets van. Hetgeen zijn dochter naar voren bracht vond ik eveneens flauwekul. Het aantal vrouwen die aanwezig waren was net voldoende; we moeten blijven opkomen opdat zaken niet onnodig in de doofpot belanden. Het gaat tenslotte om de toekomst van jonge kinderen. Daders mogen eerder nadenken over wat ze doen en laten  ter voorkoming van hun stress en bedreigingen zoals de man opsomde. De dag na de rechtszitting had ik hoofdpijn door wat ik had mee gemaakt. Waar moet het heen met oude mannen die aan kinderen zitten. Dit is toch geen stijl?. Het was de eerste keer dat ik bij een rechtszaak aanwezig was geweest. Jammer dat de rechter zacht sprak  bij het weinige dat hij zei.

Dat dames een aardige volgzame man als vuil behandelen komt ook voor in onze cultuur en hoort niet. Ik hoorde op de radio over een man die de benen had genomen omdat hij respectloos werd behandeld door zijn vrouw. De man  draaide voor alles en nog wat op in huis, in plaats van dank werd hij door zijn vrouw geslagen. Nu zat hij in een Blijf huis voor mannen. Ik moest wel lachen toen ik hoorde dat een man zich liet slaan door zijn vrouw. Terecht dat hij haar heeft verlaten.

Vrouwen die beweren dat ze genieten van hun enige hobby achter de aanrecht zijn gestoord. Dat poetsen,wassen,koken en soppen is werk dat bij het huishouden hoort. Omdat ik mij daarbij verveelde ben ik buitenshuis gaan werken nadat de kinderen groot genoeg waren. Thuis op de boerderij was er genoeg te doen, maar ik had behoefte aan contact met andere mensen.

Reacties zijn gesloten.