Amar K. Soekhlal: De prijs van geluk (deel 3)

Vorig jaar september verscheen een roman getiteld De Prijs van Geluk (Uitgeverij Aspekt). De titel is opmerkelijk, maar nog bijzonder is dat de auteur, Ruben Gowricharn, hoogleraar Hindostaanse Diaspora Studies, is aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Nu, een jaar later, gaat Sarnámihuis in gesprek met de auteur over dit boek. In de vorige twee aflevering heb ik met de schrijver gesproken over het belang van het boek en waarom een hoogleraar die aardig wat wetenschappelijke publicaties – overigens over uiteenlopende onderwerpen op z’n naam heeft staan (zie https://www.promotiekamer.nl/wp-content/uploads/CV_RG2020.pdf) – op het idee om een roman te schrijven? In deze laatste aflevering praat ik met de schrijver hoe de roman is ontvangen in de samenleving?

AS: Ruben, het is me duidelijk geworden dat het thema van jouw roman belangrijk is. Het gaat over de keerzijde van succesvolle integratie. Voor succesvolle integratie wordt een prijs betaald en die prijs wordt niet gezien. De prijs bestaat uit de vervreemding, in dit geval tussen laaggeschoolde ouders en kinderen. Dat is het algemeen thema. Voor Hindostanen heeft het daarnaast een meerwaarde omdat het stuk migratie- en integratiegeschiedenis bespreekt. Daarom wil ik het in deze aflevering hebben over de ontvangst van het boek. Ik begin met de eerste vraag: hoe staat het met de verkoop?

RG: Geen idee. Dat is iets van de uitgever, die houdt de verkoop bij.

AS: Ben je daar niet in geïnteresseerd?

RG: Jawel, maar het heeft niet mijn grootste aandacht. Ik ben het afgelopen jaar bezig geweest met andere boeken, waardoor de roman op de achtergrond is geraakt.

AS: Ik kan me herinneren dat je vorig jaar hoopte dat er bijeenkomsten georganiseerd zouden worden om thema’s uit de Hindostaanse gemeenschap te bespreken. Is dat gebeurd?

RG: Nauwelijks. De familie Corona heeft roet in het eten gegooid. Ik denk inderdaad dat er veel zaken in de roman verwerkt zijn die zich lenen voor discussie.

AS: Bijvoorbeeld?

RG: Neem bijvoorbeeld Boyke, de vader van de kinderen. Hij is een typisch eerste generatie Surinamer die een beetje nationalistisch is en veel kritiek heeft op Nederlanders. Daarentegen heeft Bea, zijn dochter, veel kritiek op Hindostanen. En beide hebben gelijk. Dus heb je voer voor een stevig gesprek en ook voor zelfkritiek.

AS: Zijn er recensies geweest?

RG: Jaah…! Ik ken drie recensies van Surinamers en vier van autochtone Nederlanders. Daar was een hemelsbreed verschil tussen.

AS: Vertel!

RG: Wat mij opviel is dat de Surinamers het verhaal nauwelijks of helemaal niet hebben begrepen. Ik zal geen namen noemen, maar de recensies laten zich opsporen in de digitale kranten.

AS: Dat snap ik niet, iemand kan toch schrijven wat hij of zij wil? Dan kan je toch niet zeggen dat een lezer het boek niet heeft begrepen?

RG: Ja, natuurlijk. Maar ik mag toch ook constateren dat de persoon slecht leest of schrijft of niks begrijpt? In de wetenschap zijn dat elementaire zaken waar je als eerste over valt.

AS: Geef voorbeelden.

RG: In het boek gaan de ouders uit elkaar, maar houden nog contact met elkaar. Een recensent schrijft erover ‘Ongekend Hindostaans! Wat een progressief gezin!’ Dat is duidelijk iemand die de Hindostaanse gemeenschap niet kent en met stereotypen rondloopt. Dat geruzie tussen gescheiden ouders bij Hindostanen bestaat nog wel, en overigens niet alleen bij Hindostanen, maar het onderhouden van contacten is bij ons ondertussen normaal geworden. Zeker wanneer er kinderen in het spel zijn. Ik ken aanzienlijk meer gescheiden ouders die contacten met elkaar onderhouden dan op gespannen voet leven.

AS: Ok, dat is het kennen van de gemeenschap. En het begrijpen van het verhaal?

RG: Dat vind ik belangrijker. Bijna alle Surinaamse auteurs hebben niet begrepen wat de ‘prijs’ is. Dat is de vervreemding geweest, het verlies, van Suriname, van je kinderen, van eigenwaarde. Dezelfde recensent naar wie ik hierboven verwijs zegt dat er geen sprake is van prijs omdat de ouders hun echtscheiding hadden overwonnen. Maar daar gaat het helemaal niet om, de prijs wordt uitgebreid in het laatste hoofdstuk beschreven. Het staat er zelfs meerdere keren letterlijk in. Als je dat nog mist, dan heb je of het boek niet gelezen of niet begrepen.

AS: Geldt dat ook voor de andere auteurs?

RG: Wel voor de Surinaamse, met uitzondering van een radioman bij wie ik in de uitzending was. Toen ik het verhaal uitlegde, begreep hij het meteen en hij kon het ook goed samenvatten. Hij was de enige uitzondering.

AS: Wie was dat?

RG: Ik zei dat ik geen namen ga noemen.

AS: Hoe komt het dat de Surinamers een Surinaams verhaal niet snappen?

RG: Ik kan voor een deel alleen daarover speculeren. Wat ik wel weet is dat de meeste mensen niet goed kunnen lezen. Dat klinkt een beetje vervelend, maar ik ben hiermee tientallen jaren geconfronteerd geweest tijdens de begeleiding van studenten en promovendi. De meeste mensen, inclusief academici, lezen zoals je een krant leest: ‘hij zegt dit, zij zegt dat’. Maar waarom iemand iets zegt, wat de vooronderstellingen zijn, wat de argumentatie is, dat alles ontgaat hen. Bovendien hebben ze zelden oog voor tegenstrijdigheden, voor logische inconsistenties en verbanden of juist voor een ander perspectief. Zo schrijft een andere recensent dat Kamla, de moeder in het verhaal, in een depressie belandt nadat de kinderen het huis uit zijn gegaan. Ja, dat staat een paar keer in het boek, maar waarom dat zo is, dat ontgaat deze lezer.

AS: Zijn er cases bij waar een recensent het boek op een andere manier interpreteert dan jij bedoelde maar die je wel kan verdedigen?

RG: stilte… Een recensent, die evident onbekend was met de Haagse context, interpreteerde enkele ontwikkelingen als een individueel verloop. Maar ik vind dat onjuist omdat in deze roman juist culturele ontwikkelingen centraal staan. Bijvoorbeeld: ik beschrijf in afzonderlijke hoofdstukken de Hindostaanse cultuur in Den Haag, de jongerencultuur die gemengd is en de assimilatie. Dat zijn drie verschillende culturele ontwikkelingen, maar ik heb niet de indruk dat de Surinaamse recensenten dat zo hebben begrepen. Maar nogmaals, het staat een ieder vrij om een individuele draai te geven aan culturele ontwikkelingen.

AS: Je had het over ‘deels’. Wat is het speculatieve element?

RG: Ik vermoed dat Surinamers niet zozeer het verhaal proberen te begrijpen, maar zoeken naar de herkenbaarheid. En die herkenbaarheid is een bevestiging van hun ervaring. Maar dat is een misleidend criterium om een boek te beoordelen. Want het suggereert dat je de hele variatie aan ervaringen kent en herkent. Dat is onvoorstelbaar pretentieus. Het betekent dat als je iets niet herkent, het verhaal niet ‘waar’ is. Dat is dan een onjuiste gevolgtrekking.

AS: Welke criteria zou je dan wel moeten aanleggen om een boek te beoordelen?

RG: Nou allereerst het thema van het boek vaststellen, dan de uitwerking, de methode, de logica van het verhaal, de boodschap en dergelijke. Kijk, als je een boek zou lezen dat zich in China zou afspelen, dan heb je niets aan herkenbaarheid. Dit criterium helpt je dus niet verder. Je moet het thema snappen, de uitwerking kunnen volgen, en dat vanuit het perspectief van de schrijver of de hoofdrolspelers. Als je dat niet doet, dan loop je het risico je eigen beperkingen in het verhaal te projecteren. Dan krijg je ook slechte recensies.

AS: Doe jij dat altijd zo?

RG: Ja, als ik een recensie schrijf, leg ik die altijd voor aan de schrijver. Meestal behoedt die persoon je ook voor oneerlijke kritiek en andere missers. Het is makkelijk om een boek de grond in te schrijven, het is moeilijker om een boek te snappen.

AS: Je zei dat er een verschil was tussen Surinamers en autochtone recensenten.

RG: Autochtone recensenten lezen niet op herkenbaarheid, maar op het thema, het verhaal. Twee collega’s van mij, antropologen van achtergrond, snapten het direct. Ze begrepen direct dat deze roman een ferme kanttekening is op het integratiebeleid. De andere autochtone recensenten, die geen wetenschappelijke achtergrond hadden, lazen het boek vanuit een andere optiek, maar ook zij zagen het probleem dat aan de orde was gesteld.

AS: Komen er meer romans?

RG: Op korte termijn niet. Ik wil eerst enkele wetenschappelijke boeken afmaken.

AS: In elk geval ben ik blij met dit boek. Wat je ook vindt van herkenbaarheid, ik vind mijn emoties terug in deze roman. En dat gebeurt niet altijd.