De zielenpijn van náni in Sundar Popo’s náná en náni song.
Onlangs was deze song onderwerp van gesprek tussen mij en mijn dochter. Dit n.a.v. een documentaire waaraan ze werkt over muziek en de emancipatie van Hindostanen. Ook de emancipatie van vrouwen wordt in de documentaire belicht. Door gesprekken met groepen mensen haalt ze informatie op over o.a. muziek tijdens de verschillende periodes in de geschiedenis van Hindostanen.
Sundar Popo’s lied was een van de liederen die genoemd werden. Sundar Popo (1943-2000) brak in 1969 door met de náná en náni song dat de hitparades bereikte in de landen en eilanden in het Caribische gebied waar contractarbeiders op bestelling van planters naar toe zijn verscheept. Ook in Suriname was Popo heel populair met deze hit. Andere bekende nummers van deze artiest waren Phulauri bina chutney kaise bani (1969) ook uitgebracht op het náná en náni album, en Chaader bhichoa balama. Ik herinner me dat het publiek naar de dansvloer stroomde als de tonen van de melodie werden herkend. Zeker bij Phulawrie bina chutney. Een simpele tekst op catni muziek. We waren jong en maakten plezier op de dansvloer op deze muziek met onze vrienden.
Mijn dochter wilde weten of het beeld dat in dit lied geschetst wordt van náni en náná’s in de jaren 70 in Trinidad wel overeenkwam met dat van Suriname in de jaren 70. De vrouw waar het over gaat in dit lied is een náni die het lot van femicide treft. Ik had er nooit bij stil gestaan wat de tekst van het lied vertelde. Het is een verdrietig lied , die in latere uitvoeringen op een catchy melodie is uitgebracht. Een Trinidadiaanse náná en náni worden bezongen in de catni stijl van muziek .
Met catni muziek wordt bedoeld muziek met als basis Bhojpuri volksliederen die begeleid worden met de dhantál, dholak en harmonium. In de loop van de tijd wordt de muziek gemixed met soca en calypso rythmes. Het Bhojpuri wordt later gemixed met het Hindustani/Creole engels dat ontstaat in Trinidad. Zie https://www.youtube.com/watch?v=r9rKtCSYU7Q.
De thema’s die in dit lied worden aangesneden zijn alcoholisme, schaamte om genegenheid of behulpzaamheid naar echtgenoten toe te tonen en dienstbaarheid van náni’s in het vroegere joint family-systeem. Dat gedragspatroon kwam mee naar Nederland waar Hindostanen in kerngezinnen gingen leven wat toen de norm was in Nederland. Het gaat lied zo:
Náná cale áge áe Nani goin’ behin’,
Náná drinkin’ white rum and náni drinkin’ wine.
Popo zingt over het alcoholgebruik van náni en náná . Samen gaan ze van huis naar Madiri’s dukán (winkel) om te gaan zitten (drinken). Ze blijft een eindje achter náná aan lopen. Waarom loopt náni achter náná ? Vroeger stond in de traditionele Hindostaanse joint family gezinsstructuur de vrouw niet naast de man maar achter hem. In dat familiesysteem had de man een dominante positie t.o.v. de vrouw. Loopt náni hier uit respect achter haar man of omdat ze hem probeert bij te houden. Of is het dat náná uit een generatie komt waarbij het ongepast is om genegenheid te tonen voor zijn vrouw door naast haar te lopen?
Opmerkelijk is dat ze wel mee gaat naar een dukán om met hem te drinken. Alcoholisme is een bekend probleem in de Hindostaanse community. Vrouwen die alcoholist zijn verbergen dat veelal. Een vrouw die ik ooit eens sprak hoe ze aan de alcohol raakte zei dat ze eerst thuis voor de gezelligheid meedronk met haar man. Na een tijd kon ze niet meer zonder.
Dan lopen náná en náni in de regen. Ze worden nat. Náni zegt: “ik heb het zo koud” en ze vraagt “give some white rum to warm up my soul”. Ze wil zich niet fysiek opwarmen. Ze wil zich beter gaan voelen over haar leven. Het drankgebruik van náni verbindt Popo met het gevoelsleven van náni. In Cutless, een indo caribean magazine, analyseert een Trinidadiaanse schrijver dit door te interpreteren dat ze verlichting zoekt bij alcohol, om de zielenpijn die ze moet verdragen in het Hindostaanse familieleven in een patriarchale maatschappij te verlichten. (https://cuttage.wordpress.com/2020/07/20/dark-beginnings-an-analysis-of-sundar-popos-nana-nani/).
Dan zitten ze samen op de fiets waarbij zij op de stang zit en aan de bel rinkelt. Ze valt in een put met water nadat ze plotseling remt. Náná staat er verdwaasd bij , maar helpt haar niet uit de put. Ze helpt zich zelf uit de put. (Nana so dam careless He dont care náni down).
In het volgende couplet gaan náná en náni de geit verzorgen. En dan maakt náná een mistake. Hij snijdt per ongeluk náni’s keel door. Nana and meh Nani the went to tie ah goat Meh nana make ah mistake and cut meh náni throat. et lied vervolgt
Aldus de dramatische tekst . Hoe snijd je per ongeluk de keel van je vrouw door? Het lied vervolgt dat náná in jail wordt gegooid. Ophanging hangt hem boven het hoofd.
Wat zegt dit over onze náni ‘s? Onze náni’s leefden ergens tussen 1900 en 1960. Taniya Sitaram noemt in haar boek dat er op Trinidad tussen 1872 en 1900 65 gevallen van moord en doodslag heeft kunnen achterhalen uit de koloniale verslagen. De gevallen van zelfmoord worden niet genoemd. Dat zijn gemiddeld 2,3 gevallen per jaar over een periode van 28 jaar. De Trinidadiaanse samenleving is dus bekend met moorden/ zelfmoorden van vrouwen in de periode van contractarbeid. Voor Suriname gaat het om 50 gevallen in de periode 1873 -1915.[1] De moorden op vrouwen of hoe de dood van die vrouwen ook genoemd werd (doodslag, zelfmoord)en de verhalen die rond gegaan zijn , moeten wel impact hebben gehad in de gemeenschappen. In elk geval op Popo, omdat hij er een tekst aan wijdt.
Náni’s in Nederland
De dochters van de náni’s die tussen 1900 en 1950 zijn geboren zijn onze moeders. Vrouwen die al dan niet aan het hoofd van een gezin stonden met jonge of tienerkinderenDe verhalen die ik als emancipatiewerkster in de jaren 80 meekreeg van vrouwen die in de migratiestroom vanaf 1971 naar Nederland emigreerden logen er niet om. De thema’s uit de náná en náni song kwamen mee naar Nederland en spelen nog steeds. Er is femicide, seksueel geweld, vrouwenmishandeling, geestelijk geweld (kleineren, verbale agressie), lhbt vrouwen die er niet voor kunnen uitkomen bang om geïsoleerd te raken van de familie, alcoholisme, racisme.
Het was en is niet over de hele linie kommer en kwel. Er zijn ook mooie verhalen van liefde en geluk. Zie ook de interviews die Sebiren Hassenmahomed publiceerde in haar boek “levens van vreugde en verdriet” (Amrit Publishers, Den Haag, 2016) met vrouwen die in de jaren 40 50 en zestig jong waren. In de verdrietige verhalen kun je het leed en het geluk dat vrouwen doormaken voelen.
Er valt nog veel te winnen als het gaat om vrouwenbevrijding , emancipatie, feminisme of hoe je het zelf wilt noemen. Iedere vrouw geeft op haar eigen manier invulling aan emancipatie. Iedere vrouw verlangt naar (en beetje)geluk. Geluk krijg je niet in je schoot geworpen en betekent voor iedereen iets anders. Voor een beetje geluk moet je strijden. Elke generatie brengt die strijd weer verder. Zo is uithuwelijking waar onze moeders en náni’s nog mee te maken hadden, getransformeerd naar een kennismaking zonder familie/ouders erbij waarbij je ook nee mag zeggen. Elke nieuwe generatie voegt nieuwe strijdpunten toe. En dat is waarom vrouwen over de hele wereld internationale vrouwendag in ere houden. Om stil te staan bij de verworvenheden, en de strijd die verder gedragen moet worden. Ik wens jullie een gezellige en mooie ontmoetingen met andere vrouwen en veel geluk op internationale vrouwendag.
[1] Tanya S.V. Sitaram: Hindostaanse contractarbeidsters. Een impressie van hun leven tijdens de contracttijd in Suriname 1873-1921. Lalla Rookh. Paramaribo 2023, p. 102.