Column Sebieren Hassenmahomed – Aflevering 17: Eline: “Op de oceaan geborene werd geen Semoendrie”

Sebieren HassenmahomedEline is het vijfde kind uit een gezin van twaalf, dat zijn beide ouders, twee broers en zeven zussen. Over haar moeder vertelt ze het volgende: “Zij is op de boot, tijdens de reis van India naar Suriname geboren. Bij deze bevalling is haar moeder, mijn Oma, komen te overlijden. Haar vader, mijn Opa, betrad Suriname met een baby op de arm, die direct bij aankomst door de nonnen werd opgehaald. Zodoende is mijn Moeder Rooms Katholiek geworden en kreeg ze Christelijke voornamen. Tot overmaat van ramp overleed ook haar vader, mijn Opa, een jaar later. De nonnen hebben belangrijke gegevens van mijn Oma en Opa voor mijn moeder bewaard, die ze in bezit had. De immigratie gegevens zijn bekend zoals; het contractnummer, de naam van de boot, het dorp vanwaar allebei afkomstig waren en de voor en achternaam van Oma. Opa had ook een foto van Oma bij zich.

Mijn moeder is positief over de zorg die ze bij de nonnen heeft gehad. In dat tehuis heeft ze via andere kinderen hun familie leren kennen bij wie ze ook goed is opgevangen. Deze kinderen werden haar broers en zussen. Dit echtpaar is tevens Oom en tante van ons. Moeder heeft verder geen andere familie gekend.

Mijn vader was ook wees, zijn moeder overleed toen hij twaalf was. Deze Oma was afkomstig uit Oostenrijk, een deftige dame. Pa was een hoge ambtenaar van de overheid, hij werkte afwisselend in de districten en in het binnenland. Mijn moeder draaide twee huishoudens, want voor vader gingen ook levensmiddelen naar zijn standplaats, hij kreeg de beste van het beste. In de vakanties gingen we naar hem, de rest van het jaar bleven we in de stad. Hij stond erop dat wij de school consequent bezochten en goed ons best deden. Moeder op haar beurt hield de wind er onder. Tegen rapporttijd kwam Pa thuis, dan lagen de schoolrapporten op tafel voor hem klaar. Indien nodig kregen we ervan langs. Als Moeder het waagde om tussenbeide te komen kon ze per ongeluk ook een tik voorbij zien komen. Ik heb nooit mee gemaakt dat mijn vader mijn moeder onheus heeft behandeld. We hadden een streng, rechtvaardig en goede vader. Hij had twee broers en drie zussen.

Zijn jongste broer had een relatie, kreeg ook een kind met haar. Echter hij werd niet geaccepteerd door de moeder van zijn vriendin, hij werd niet goed genoeg bevonden door haar. Deze afwijzing heeft hem zodanig gekwetst dat hij het niet heeft kunnen verkroppen. Hij is naar het ouderlijk huis van ons gekomen om het dienstwapen van mijn vader te pakken. Met het wapen is hij naar de ouderlijke woning van zijn vriendin gegaan om daar zowel het kind als zichzelf dood te schieten. De andere broer was directeur, ontsloeg een werknemer die hij niet goed vond functioneren, die werknemer op zijn beurt schoot mijn Oom dood.

Mijn eerste herinneringen van mijn moeder zijn van de ochtenden die ik met haar stond na te kijken hoe mijn oudere schoolgaande zussen en broers van huis vertrokken. Ik stond met haar te zwaaien tot ze om de hoek verdwenen. Mij heeft ze langer dan de anderen thuis gehouden, ik heb de kleuterschool over geslagen. Zij was naaister, hield ook kippen en verkocht eieren. Iedere morgen ontbeten we samen met moeder aan een houten tafel. Als peuter zat ik achter op de fiets bij mijn moeder in het kinderzitje, ben een keer hard van de fiets op mijn hoofd gevallen, heb nog steeds een litteken.

Bij de opvoeding was moeder duidelijk zowel bij de meiden als bij de jongens. Iedereen moest alles leren, voor het geval de nood aan de man kwam. De jongens moesten ook haren leren vlechten, de meiden moesten een diploma behalen opdat ze later als het mis ging met het huwelijk, zij op eigen benen konden staan. Aan de jongens leerde ze dat ze niemand ongelukkige mochten maken; zodra er een dame zwanger zou raken, zou ze erop toezien dat ze met diegene zouden trouwen. De nadering van moeders verjaardagen waren pas heel droevige momenten. Ik kon haar zien somber worden. Moeder was angstig dat ook zij zou kunnen overlijden, de kinderen achterlatend, hetzelfde lot dat ook haar overkomen was. Haar verjaardagen zijn daarom nooit uitbundig gevierd, het herinnerde haar aan het overlijden van haar eigen moeder. Bij ziekte van de kinderen werd ze vele malen meer dan normaal verdrietig, dan raadpleegde ze een Pandiet. We kregen soms een munt in het kussensloop. Behalve haar ouders heeft mama ook nog een baby verloren.

Toen de echtgenote van mijn broer na een kortstondig ziekbed kwam te overlijden, heeft hij zelf voor de kleintjes gezorgd, met behulp van zijn zussen. Moeder vond het jammer dat ze toen in een rolstoel zat en niet kon helpen, haar opvoeding deed dat wel!.

Wij trouwden allemaal nadat we de school hadden afgerond. Met uitzondering van mijn oudste broer is niemand uitgehuwelijkt, we zijn allemaal modern. Omdat deze broer littekens had overgehouden vanwege een brand is er voor hem een vrouw gevonden die ook een litteken had. Ze zijn nog steeds samen. Het zware ongeluk ontstond toen mijn broer een primus (1 pits mobiel fornuis) wilde bijvullen terwijl die nog brandde, het apparaat is ontploft. Hij is toen ijlings uit het binnenland naar de stad vervoerd voor behandeling. Totaal is hij al meer dan zestig keer geopereerd door een Nederlandse arts die Suriname regelmatig bezoekt.

Deze broer is een bijzonder kind van mijn ouders. “Iemand” heeft hem vlak na zijn geboorte op de stoep bij hen gelegd. Mijn moeder vond het een wonder, ze had na zes jaar huwelijk zelf nog geen kind gekregen. Gelovig als zij was, zelfs vromer dan de Paus, geloofde ze echt dat het een wonder van God was. Pa wist beter, hij wist wie er hoog zwanger was in die periode, het was een lief van hem. De baby is bij hen gebleven. Wij wisten niet beter dan dat hij ons oudste broer was. In het Ziekenhuis na de brand, toen was mijn broer ongeveer veertien, is er een vrouw geweest die zich aan hem heeft voorgesteld als zijn biologische moeder. Mijn broer heeft haar afgewezen omdat hij al een moeder had. Verder heeft deze vrouw na de kennismaking met mama geen rol gespeeld in onze familie.

Ik was drieëntwintig toen ik trouwde, we kregen twee kinderen. De eerste is overleden en in Suriname begraven. Mijn baby was nog geen twee jaar toen ik het ’s morgens in een vreemde houding in haar bedje ontdekte. Ik begreep direct dat het helemaal mis was. Misschien was het Wiegedood, ze was verder helemaal gezond. Ik mis de kleine, denk regelmatig aan haar, praat met niemand over het rouwen. Met name omdat niemand iets met dat kind heeft, val ik niemand lastig. Mijn dochter heeft die baby nooit gekend, mijn ex boeit het amper en anderen zijn het reeds lang vergeten, ik niet.

Wat de opvoeding van mijn tweede dochter betreft heb ik hetzelfde uitgangspunt als mijn ouders gehandhaafd. Ook ik vond het een vereiste in het kader van haar toekomst, dat ze zich onafhankelijk van anderen zou moeten kunnen redden als dat nodig zou zijn. Ik heb zoveel mogelijk uit eigen ervaring geput, het is een kind naar wens. De mooiste momenten in mijn leven waren de zwangerschappen.

Ik ben mooi

Mooier

Op zijn mooist

Zie mij stralen

Stralen zien mij

In de spiegel

Spiegels zien mij

In de jaren zeventig kwam ik met mijn gezin naar Nederland, in eerste instantie voor verdere studie van mijn echtgenoot. We werden opgevangen door mijn Zus. Zoetjes aan kwam het hele gezin naar Nederland met uitzondering van ons oudste broer die geen ambities had. Ik ging werken opdat hij verder kon studeren. Maar mijn man wilde niet in de Militaire dienst, hij wilde in geen geval een soldaat zijn. Van de dienstplicht kon hij vrij gesteld worden als hij kostwinner zou zijn. Dus gaf ik mijn baan op zodat hij kon door gaan voor het hoofd van de familie.

In die tijd waren er weinig kleurlingen in Nederland en de Nederlandse meiden waren dol op bruine kerels. Mijn echtgenoot bezweek, ons huwelijk kantelde. Ik pikte de situatie niet, onze dochter was een papa kindje. Degene in wie ik alle vertrouwen had en op wie ik al mijn hoop gevestigd had, liet mij vallen. Ik voelde mij vernederd tot op het bot, ook door bepaalde op -en aanmerkingen van hem. Wat de Nederlandse meiden met hem deden weet ik niet, maar er deugde niets meer van mij. Gek genoeg geloofde ik ook dat ik geen cent waard was. Ik stelde het belang van mijn dochter voorop, zij mocht niet lijden onder de situatie. Tenslotte was ik degene die verantwoordelijk was voor haar welzijn. Ik heb alles bij elkaar dertien jaar gewikt en gewogen wat wel en niet kon.

Een kind van hem is ook nog jaren over de vloer gekomen, heb haar goed ontvangen, ze logeerde met ons omdat het tenslotte een zus van mijn dochter was. Op een gegeven moment had ik een oerhekel gekregen aan mezelf, ik haatte mezelf echt erg!. Bij een eventuele scheiding zou ik mijn kind sowieso niet achterlaten, een optie was om mezelf en het kind dood te maken. Ik kan mij voorstellen dat daders van gezinsdrama’s ook door een dergelijke hel zijn gegaan; gedreven door een eenzaam gevoel, de stress die stagneert om van verschillende opties de beste te kiezen. Niet eens in staat zijn om verder dan die ene optie na te denken omdat je dusdanig overtuigd bent dat, dat de enige utweg is. Wat valt er tenslotte anders te verwachten van iemand die zichzelf niets waard vindt. Als klap op de vuurpeil niets maar dan ook niets tegenkomen dat je in die overtuiging hindert!.

Het geloof kwam bij mij op het juiste moment om de hoek kijken, de tien geboden was ons met de paplepel ingegeven. ik mocht niet doden!. Plots besefte ik dat ik buitenshuis hulp kon zoeken. Met familie had ik nooit gepraat ook zij hadden amper iets door, terwijl ik de scheidingspapieren al lang in huis had. Ik wilde hun ook niet lastig vallen, dacht ook niet dat men zat te wachten op een gescheiden zus.

In die periode werd de broer van mijn man ernstig ziek, hij ging een poos naar hem om voor hem te zorgen. Toen hij terugkwam heb ik hem geconfronteerd met mijn plan. Misschien had hij het zien aankomen, geschokt was hij allerminst. Weetje het allermooiste wat ik kan hebben, komt van hem, dat is onze dochter. Van aard ben ik niet rancuneus. Ik heb geleerd dat ik zal krijgen wat ik ook geef. Daarom stuur ik ook naar hem goede wensen. Als ik hem nu bij de kinderen zie is het alsof ik een bekende tegenover mij heb. Zoveel leuke romantische situaties hebben we ook niet beleefd. De vakanties dichtbij huis waren meer bedoeld voor het kind.

Na de scheiding ben ik zelfstandig gaan wonen, heb een degelijke opleiding gevolgd, verdien genoeg om mezelf te bedruipen. Ook mijn dochter heeft haar studie afgerond, werkt en ik pas regelmatig op mijn kleinkinderen. De zussen hebben onderling contact gehouden, ik kijk uit naar mijn pensioen zo gauw mogelijk, blijf echt niet langer werken voor een hoger pensioen. Net als mijn beide ouders wil ik ook een rustige oude dag.