India is een fascinerend land. Velen in Nederland onderhouden innige banden met India. Die diepe verbondenheid blijkt niet alleen uit het bezoeken van dat land, waar vandaan ooit onze voorvaderen zijn vertrokken of het kijken naar films, luisteren naar muziek, het dragen van Indiase kleren, maar ook het lezen van boeken over India en de vele gesprekken in allerlei gezelschappen. Ik ben haast overtuigd dat India in elk gesprek ter sprake komt. Soms heb ik het gevoel dat Hindoestanen zich meer Indiër voelen dan Nederlander laat staan Surinamer.
Het heeft ook invloed op ons denken, op ons handelen. In mijn omgeving is de geweldige overwinning bij de laatste verkiezing in april 2019 van de Bharatiya Janta Partij (BJP) met grote instemming ontvangen. Ik kreeg echt tientallen apps met het grijnzende gezicht van Modi, de leider van de BJP. Andere waarin Rahul Gandhi die werd vermorzeld door Modi. Echt subtiel waren deze foto’s niet. U begrijpt wel: ik ben geen fan van de Modi regering. En dat is nogal een boude uitspraak van deze boiti-koeli.
In een buitengewoon boeiend artikel heeft professor Ruben Gowricharn het woord boiti-koelie geanalyseerd. Het is meer een aanklacht, een jáccuse, richting de foto-koeli die de term boiti koeli als een moreel wapen gebruiken. De foto-koeli is superieur aan de boiti koeli, zeker in cultureel opzicht. Ik heb de pijn, de vernedering en de arrogantie van de foto-koeli ervaren.
Sinds de opkomst van de Forum voor Democratie weten wij allen wie borealen zijn. Deze Europese red Necks streven naar een blank Noord Europa zonder ons, de buitenlanders. Dus ook zonder de foto koeli. De opkomst van FvD heeft wel een voordeel want wij weten nu ook weer waar de uil, de ghugwáh, voor staat: kennis en wijsheid. Maar als boiti koeli was ik bang voor ghugwáh cirái.
Ik weet maar al te goed hoe een ghugwáh klinkt rát ke, en dat was beangstigend. Je kon niet slapen van dat enge gehuil en bovendien was het de aankondiging van onheil. Mijn vader wist er raad mee. Het gaf mij een machtig gevoel als ik de volgende ochtend zag hoe het karkas van de ghugwáh werd opgegeten door honderden gulzige cuti’s (mieren).
Maar toch maak ik mij zorgen. Dat komt door de ontwikkelingen in de wereld. Denk maar de VS, Turkije, Hongarije, België, Italië, Duitsland, China en zeker ook in India. De saffraan kleurigen rukken op. Op Netflix is er een indrukwekkende, maar tevens angst wekkende serie over Bal Thakarai, de oprichter van Shiva Sena. Het leger van Shiva, niet van Shiva bhagwán, maar de legeraanvoerder van Maharashtra. Deze Shiva Sena is geen Leger des Heils dat vrijwilligerswerk doet. Integendeel.
De BJP heeft zijn wortels in de RSS (een para militaristische vrijwilligersorganisatie), die een krachtig en assertief hindoeïsme voorstaat. Van religieus pluralisme moeten zij niets hebben, zoals Gandhi die voorstond. Deze BJP lui moesten aanvankelijk ook niets van Gandhi zelf hebben vanwege zijn politiek van geweldloosheid en vanwege Gandhi’s opvatting dat moslims en christenen (minderheden) gelijke rechten in India zouden hebben. Nu tolereren zij Gandhi, omdat hij Vader des Vaderlands is. Maar, zij proberen zijn aanzien wel te verminderen door hun eigen helden te vereren. Een mooi anekdote is dat op een bijeenkomst waar zowel gandhianen aanwezig waren en ook BJP aanhangers. Toen de beroemde bhajan Ishwar Allah tero naam werd gezongen, een bhajan die door Gandhi was aangepast om meer aan te sluiten bij zijn inclusieve en interreligieuze doeleinden, klonk er gesis uit de menigte. De menigte waar het gesis vandaan kwam bestond uit BJP aanhangers. Een Gandhiaan stond op en vroeg om respect en zei: “Hamlog Gandhi ke taraf se aye hain”. Uit de BJP hoek kwam een reactie: ”Maine Godse ke taraf se aye hain. Godse is de moordenaar van Gandhi.
Ik heb een haat liefde verhouding met India en de Indiërs. Ik ben jaloers op ze omdat ze beter Engels kunnen lezen en schrijven dan ik en bovendien een grotere impact hebben op Surinamers dan mijn eigen Sarnámi cultuur. Mijn jaloersheid kan ook banaal zijn. Zo kwam ik een Indiër op mijn sportschool tegen. Ik herkende hem aan zijn broek en aan zijn schoenen. Ik probeerde oogcontact met hem te maken, maar hij vermeed mij categorisch. Na het sporten stond ik onder de douche en hij kwam ook douchen, met zijn onderbroek aan die tot zijn knieën reikte. Hij ging onder de douche staan en draaide de koude kraan open. Briesend van de kou vloog hij uit de douche en schreeuwde: “Sir it is cold”. Ik zei: “ Kisi mooi”. Want dat verstond ik wel. De verindiasering is een doorn in mijn oog. Toen iemand aan mij vroeg, wie zijn dan de Indiase borealen zei ik een beetje plagerig: “De brahmanen”. Brahmanen kenmerken zich door een sektarisch gedrag, het leidt tot uitsluiting van anderen en een gevoel van superioriteit. Eind negentiger jaren van de vorige eeuw ontstonden een paar van de clubs met een uitsluitingskarakter. De leden hadden allemaal een academische titel, droegen te grote pakken en je kreeg alleen maar een uitnodiging als je ook een academische titel had. Deze jongelui vertoonden dezelfde eigenschappen als de brábhans: sektarisch gedrag en uitsluiting. Zij waren de nieuwe brahmanen geworden, maar wel karmavadisch.
De borealen van India zijn de ontwikkelde personen uit de hogere klasse, klassieke brábhans en de nieuwe brábhans, met zeer sterke hindoe nationalistische kenmerken en vormen de voorhoede van de hindutva ideologie. Beangstigend, want minderheden zoals moslims, dalits en christenen zijn de pineut. Zeker als je de laatste ontwikkelingen in ogenschouw neemt. Moslims moeten aantonen dat ze geboren en getogen zijn in India om aanspraak te kunnen maken op Indiaas burgerschap. Op universiteiten (de Jawaharlal Nehru Universiteit in New Delhi), media, journalistiek vinden er zuiveringen plaats. En dan heb ik nog niet over de Holy Cow killings. Er is sprake van een hele virulente hindoe dominantie. Ik zou mij ook als hindoe in zo een samenleving niet op mijn gemak voelen. Een van de reden van Mohammed Ali Jhinnah, de Vader der vaderlands van Pakistan, hoewel anderen Gandhi aanwijzen als de stichter van Pakistan, om Pakistan (de zuivere staat) op te richten is, was zijn vrees voor de dominantie van de brábhans en dus van de hindoes. Zijn vrees is in 2020 waarheid geworden.
Dit jaar wordt de herdenking van 75 jaar bevrijding van Nederland herdacht. Uit de vele reportages van de afgelopen dagen wordt gewaarschuwd dat Auschwitz niet in 1940 is ontstaan maar eerder. Reeds in 1930 deden in het mondaine Berlijn kleine wijzigingen voor. In parken verschenen banken waarop stond niet voor Joden. Men accepteerde dit gelaten. De waarschuwing is dat je niet onverschillig moet staan tegenover allerlei vormen van haat.