Siela Ardjosemito-Jethoe: Zussen sussen – een column over vrouwen van kleur, rolmodellen en posities

In de afgelopen jaren merk ik steeds vaker hoe belangrijk het is, dat je je omgeeft met mensen die je energie geven. Een wederkerigheid in de relatie of dit nou vriendschappelijk of juist een werkrelatie is, dat is van belang. Een basis van gelijkwaardigheid die bevrijdend is, waarbij diezelfde gelijkwaardigheid zorgt voor zekerheid en een ‘plek’ waar je jezelf mag zijn. Sterker nog dat ‘jezelf’ zijn wordt gezien als toevoeging, als meerwaarde. Dit zorgt ervoor dat je je eigenheid niet verliest maar juist kan inzetten en daarmee kan bijdragen aan innovatie, kritisch denken en (zelf) ontwikkeling. Voor mijzelf spelen hierin met name de vrouwen van kleur een belangrijke rol. In hen herken ik mijzelf gewoonweg het meest, buiten de vrouwen in mijn eigen familie om, zijn dat overigens ook degenen met wie ik, vanuit mijn Friese achtergrond, opnieuw moest kennismaken.

Mijn eerste vriendin van kleur leer ik op mijn 12de kennen, mijn eerste Hindostaanse vriendin leer ik op mijn 19de kennen, mijn eerste Hindostaanse collega leer ik op mijn 28ste kennen en mijn eerste vrouwelijke rolmodel van kleur op mijn 34ste. Buiten deze vrouwen van kleur zag ik, gedurende mijn jongere jaren en feitelijk nu nog steeds, weinig representatie in de media. Ik was heel erg blij met de komst van vrouwen zoals Noraly Beyer in het NOS journaal en Paula Udondek in het programma WakuWaku, dit zijn intelligente vrouwen van kleur. Vaker zie je in de media vrouwen van kleur in een positie, die ik niet flatterend vind. Altijd ondergeschikt aan een witte medespeler, altijd in een bijrol, nooit de hoofdrol en al zeker niet intelligent.

Ik merk steeds meer dat ik met de wetenschap van mijn warme vrouwennetwerk van kleur, die soms zichtbaar en tastbaar aanwezig is, dat ik me zeker voel. Zeker, omdat ik weet dat ik niet de enige ben met positioneringsworstelingen en dat ik met hen van gedachte kan wisselen, waardoor ik me niet alleen voel. In plaats daarvan  voel ik me herkend en erkend, heerlijk. Het belang van rolmodellen wordt, steeds meer gezien als belangrijke factor voor slagingskans in het werkende leven.

In de film Swayamvar van 1980 wordt een liedje gezongen over de positie van vrouwen en hoe die positie steeds sterker wordt in de toekomst.

Naari kuchh aisan

Aage nikal rahi hai

Mardan ke paanv tale

Dharati phisal rahi hai

Woh din gae ki ghar ke

Chulhe maa sar khapaayaa

Ek pair ab zami par ek

Chaand par jamaayaa

Als klein meisje geeft die tekst mij een perspectief, om te kunnen groeien. Het idee dat vrouwen niet onder doen aan mannen en dat progressie in de handen van vrouwen ligt, dat spreekt me aan. Sterker nog, ik zie dit al vroeg om mij heen. Mijn zussen huwden in de jaren tachtig op jonge leeftijd en krijgen kinderen, dat was destijds gebruikelijk. Ze besluiten om samen te gaan studeren en maken gebruik van de overheidsgestuurde kadertrainingen. Dit stelt hen instaat om vanuit hun huishoudschoolopleiding of mavo verder te gaan. Mijn moeder past in die tijd op de kleinkinderen, zodat mijn zussen kunnen studeren naast het hebben van een gezin en werk en ze ronden hun HBO-studie af. Voor mij, als jongste, een voorbeeld om als vrouw, jezelf te ontwikkelen, niet afhankelijk te zijn van mannen en je eigen boontjes te doppen. Ik geniet ervan dat ik deel uitmaak van een lijn aan sterke vrouwen, die werken, een eigen inkomen genereren en zichzelf blijven ontwikkelen.

Dit ontwikkelen gaat echter niet zonder slag of stoot. Vrouwen in het algemeen hebben nog steeds een discutabele positie wanneer het om ontwikkeling gaat. De laatste ontwikkelingen rondom het glazen plafond, de gender wage gap, het aantal vrouwen aan de top en de laatste overheidsregeling rondom het vrouwenquotum liegen er niet om. Neem daarnaast discriminatie en racisme op de arbeidsmarkt en je merkt gelijk op dat vrouwen van kleur wel aan een heel kort eindje trekken. Het kruispunt van vrouw zijn en vrouw van kleur zijn, is niet bepaald iets dat helpt bij het bouwen aan ontwikkelings- en carrièreperspectieven. De dagelijkse werkpraktijk aangaande interactie met anderen, met name witte collega’s of witte leiders wijzen uit hoe de positie van de gekleurde vrouw wordt gecomprimeerd. Er worden verschillende aannames de ruimte in geslingerd, vrouwen van kleur worden tot onderwerp van het gesprek gemaakt, ze worden belaagd met vragen die er niet toe doen en worden systemisch achtergesteld in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Ik heb vaker dan ik kan tellen, de vraag gehad of ik bij de receptie werk, of in een overleg de vraag gekregen wat die stip op mijn voorhoofd nu eigenlijk betekent, of op werkbezoek de vraag gehad waar ik nu echt vandaan kom. Naast het feit dat je vaak de enige persoon/ vrouw van kleur bent in de ruimte, het blijkbaar heel knap is dat je goed Nederlands spreekt, men bij wijze van grap als witte Nederlandse collega ineens ‘Sranan Tongo’ tot je begint te spreken, enzovoort. Dit kan uitmonden tot het onderstaande proces.

Wat mij staande heeft gehouden, zijn de vrouwen van kleur, die in de loop der jaren steeds op mijn pad zijn gekomen. Op alle momenten waarop ikzelf de handdoek in de ring wil gooien, zijn het vrouwen van kleur, met wie ik van gedachten kan wisselen. Elk moment dat ik woedend ben, heb ik zussen die mij kunnen sussen. Want dat is wat dit netwerk voor elkaar doet, we helpen elkaar, we zijn trots op elkaar, we geven elkaar kracht en ondersteuning. Soms ook heel praktisch door het meelezen van stukken (waarvoor dank), we weten namelijk dat we dubbel zo hard op foutjes worden afgerekend, het helpen voorbereiden van sollicitaties, het voordragen bij prijzen, het aanbevelen bij ontwikkelings- en carrièremogelijkheden en ga zo maar door. We zijn zelf-feliciterende vrouwen van kleur, die wat willen en dat willen we met en voor elkaar. Soms door elkaar bij te staan, soms door hand in hand en schouder aan schouder te staan en vaak door een schouder te bieden, een luisterend oor te zijn en we leren elkaar een lange adem te hebben. Anders hou je het niet vol, de stress eet je op en maakt dat je niet meer kan presteren op het niveau dat je zou kunnen en willen. Als andere (vaak jonge) vrouwen van kleur mij benaderen voor een gesprek om weer even tot rust te komen, zeg ik nooit nee. Ik weet hoe belangrijk het is om te horen dat je niet gek bent, dat je het aan het rechte eind hebt en dat hetgeen wat je meemaakt echt vreemd is. Zussen sussen.

Disclaimer: Dit gezegd hebbende wil ik graag benadrukken dat ik mannen en anderen op het genderspectrum niet te kort wil doen. Zij hebben hun eigen processen en manieren om vooruit te komen. Elkaar hierin in de brede zin ondersteunen blijf ik belangrijk vinden. Toch is dit vrouwennetwerk van kleur iets waar ik kracht uit haal en waar voor mij perspectief en beweging zit.